Klassieke sociologische
theorie
Les 1: introductie
Theorie
Theorie: algemene verklaring van welomschreven verzameling feiten of gebeurtenissen, zo mogelijk
bevestigd door consistente dataverzameling of experimenten
- Je ziet iets, een verzameling, wilt dat helder begrijpen en je toets dat
- Een ideale theorie bestaat uit een verzameling uitspraken die een verklaring geven voor een
verzameling feiten die getoetst kunnen worden
tal van omschrijvingen!!
Model: Visuele, verbale of wiskundige representatie van een wetenschappelijk idee of theorie
Paradigma
‘Paradigma’ betekent letterlijk: ‘voorbeeld’, ook in didactische zin; vb. vervoeging van werkwoorden
- Een sociologisch paradigma, in de eenvoudigste betekenis, is een basisvoorbeeld dat sociale
fenomenen helpt te begrijpen en verklaren door het toe te passen
- Bekende sociologische paradigma’s zijn: ruil, conflict, samenwerking, ‘betekenis’
o Ruilparadigma: vertrekt vanuit veronderstelling dat als je nr de sociale werkelijkheid
kijkt, je deze dan kan duiden als ruil.
o Bv je komt een aula binnen en je ziet ruil van kennis, ruil van standpunten, … Bv
liefde: je ziet mensen affectie ruilen, hoe meer je geeft, hoe meer je terugkrijgt, …
- Paradigma opent onze ogen voor bepaalde dimensies, zaken die je anders niet zou zien
- Paradigma’s zijn oefeningen voor de verbeelding
Paradigma volgens T. Kuhn
heeft kritiek op ‘kennis als groeiende boom’
Boek: the structure of scientific revolutions
- Verzette zich tegen denkbeeld dat kennis zou groeien naarmate je het goed aanpakt
o Bv: boom groeit en wordt dikker
o Zo zou er rond 1400 nog maar een klein boompje zijn en nu al een veel grotere
- Kuhn: niet zo, wetenschap groeit niet, veranderd steeds doormiddel van revoluties, grote
breukmomenten paradigma’s wisselen, groeien niet
o Bv: hakken boom om en groeie nieuwe
Faze 1 Normale wetenschap als oplossen van puzzels
- Wetenschappers zijn het er ong over eens dat er een bepaald kader bestaat, waar iedereen
vanuit vertrekt en vanuitgaat wetenschap bestaat er dan uit de missende stukjes van de
puzzel aan te vullen
Faze 2 Anomalieën en wetenschappelijke ontdekkingen
- Die het huidige kader tegenspreken
Faze 3 Crisis en wetenschappelijke ontdekkingen
1
, -Evolutie kan zich pas onttrekken als de nieuwe generaties de belangrijke posities bemannen
= vaak dus een generatiefenomeen
Faze 4 Nieuwe faze van ‘normale wetenschap’
Stroming
Marxistische, Durkheimse, …
Sommige denken meteen aan traditie: Nisbet legt uit hoe dit hetzelfde is ong
- = doorgeven van de ene op de andere traditie
- Je geeft het door, houdt het bij, geeft er een bepaalde waarde aan ook al weet je beter
- Is ook zo bij sociologie: we blijven ideëen niet leren omdat we ze allemaal zien als de
waarheid, maar zijn er aan gehecht als erfstukken
- <-> exacte wetenschappen kunnen we oude kennis niet voor goed verwerpen
Sociologisch denken werd gevoed door:
- erfenis van positivisme
o sociologie zou ook behoeder moeten zijn over samenleving maar ook meta-
wetenschap, over alle andere wetenchappen (hoe wordt er aan wetenschap
gedaan?)
- sociale problemen
o sociologie otstaan omdat het lebven op een versnelde manier problematisch werd
voor mensen na industriële revolutie
- wens om ‘eigen tijd’ te begrijpen
ontwikkeling van de sociologische theorie
Klassieke fase: eigenzinnige auteurs
(1845-1920)
Comte, Marx, Durkheim, Weber, Simmel, Mead
Moderne fase: paradigmata
(1920-1980)
functionalisme / conflicttheorie / ruiltheorie / symbolisch interactionisme…
Parsons, Merton, Dahrendorf, Homans, Blumer, Goffman …
pogingen om synthese/paradigma’s te maken van klassieke auteurs
Eclecticisme1 en nieuwe syntheses
(1980- nu)
Elias, Berger, Giddens, Habermas, Bourdieu, Luhmann, Bauman, Collins, Castells, Latour(ANT)
rommelboel van verschillende paradigma’s
De hoofdparadigma’s
Twee basisvragen
- Is sociaal gedrag vrij of gedetermineerd?
o Bv. Vrij: je kan vrij kiezen dat je pasta eet
o Bv. Gedetmineerd: doordat pasta doorheen de jaren zo populair is geworden ben je
beïnvloedt om nu pasta te eten
- Gaat sociaal gedrag uit van individu of collectieve actor?
1
Stukjes/elementen uit verschillende stijlen samenvoegen om zo tot een nieuwe synthese te komen
2
,Vier paradigmata2
Verwantschap tussen
klassieke auteurs en paradigmata
Comte positivisme/functionalisme
Durkheim positivisme/functionalisme
Marx conflictparadigma
Weber sociaal handelingsparadigma
Mead symbolisch interactionisme
Les 2: Auguste Comte
en de erfenis van het
positivisme
De gerealiseerde technocratie?
In de filosofie loopt een lijn van het positivisme
- van Verlichters zoals Condorcet
- en Saint-Simon
o wordt gerekend als utopisch socialist: hoe moet de moderne samenleving (rond
1800) inrichten?
- via Comte
o secretaris van Saint-Simon
o was briliante, weerspannige student
o heeft soort nieuwe religie opgericht waar wetenschap centraal staat
- tot de neopositivisten en ‘logisch positivisten’
2
Denkbeelden die je kan projecteren op de samenleving om andere zaken te laten oplichten
3
, Comte en de erfenis van het positivisme
In de sociologie is het positivisme doorgedrongen onder invloed van :
- Comte
o van betekenis in sociologie, filosfie, wereldwijd!
- en Durkheim (‘sociologie als wetenschap van sociale feiten’)
- In de politiek, ‘het beleid’ en de verwetenschappelijkte cultuur is het positivisme alledaags
geworden:
- ‘de feiten’ - liefst van al ‘de cijfers’ - aan de macht…
- In de politiek, ‘het beleid’ en de verwetenschappelijkte cultuur is het positivisme alledaags
geworden: evenals het populisme
- Comte’s hybride positivistische droom
o Veralgemeende wetenschappelijkheid: naar een kennismaatschappij
o Sociologie als koepelwetenschap
o Neiging naar sciëntocratie: politiek wordt ‘toegepaste wetenschap’
o Wetenschap als religie
Wetenschap als religie
= wetenschappers worden opgetilt tot het niveau van heiligen
- Julian Huxley: noemde religieuze bevlieging het cotholocisme zonder het christendom
o Comte neemt heel wat rituelen en vormelementen over
Mathilde De Vaux ipv de heilige maagd maria
Hijzelf ipv de paus
- Bibliotheque de prolétaire
o Gaf volwassenenonderwijs aan proletariërs
o Hij schreef dat met als doel dat de arbeiders dit ‘geloof’ zou omarmen
o 3 jaar later publiceerde Marx zijn tekst: ‘de cathechismus voor de communisten’
doel om revolutie te ontketenen <-> stabiliseren, vestigen van een orde (Comte)
Saint-Simon (1760-1825)
=graaf, ‘de Karel de Grote’ van de wetenschap, …
- Net zoals Comte zag hij het ook heel grootst, wouden de samenleving begrijpen en het
vormen
- Karel de grote: zorgde voor unificatie van Europa Saint-Simon zei dat hij afstamde van
Karel de Grote
o Verscheen in een van Henri zijn dromen en zei dat het zijn taak was de wetenschap
te unificeren
Uiteindelijke doel: wetenschap redden, een niew élan geven-
- Werden getekend door tijdsgeest:
o Droom van politieke verieuwing:
vrijheid, gelijkheid, broederlijk of anders de dood
4