Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting geschiedenis VWO 2024 €2,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting geschiedenis VWO 2024

 47 vues  1 achat
  • Cours
  • Type

Deze samenvatting bestaat uit 2 delen: de 10 tijdvakken & de 4 historische contexten (Steden en burgers in de Lage Landen, Verlichting, China & Duitsland). Het is een makkelijk begrijpbare samenvatting, de belangrijke jaartallen (die je uit je hoofd moet kennen) zijn dikgedrukt, oorzaak-gevolg is m...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 4 mois de cela

Aperçu 4 sur 71  pages

  • 19 mai 2024
  • 20 mai 2024
  • 71
  • 2023/2024
  • Resume
  • Lycée
  • 6
avatar-seller
CE Geschiedenis
1. Prehistorie
De periode waarin de eerste mensen zich ontwikkelen tot denkende wezens die
op 2 benen lopen. Zij ontdekken dingen, zoals vuur, maar gaan zelf ook dingen
uitvinden, zoals het wiel en de ploeg. In de loop van de prehistorie gaan de
mensen in grotere groepen samenleven. Door de overgang van kleine groepen
rondtrekkende jagers en verzamelaars naar steeds grotere groepen landbouwers,
die op één plek samenwonen, veranderen de economische verhoudingen en
sociale verbanden tussen mensen. De prehistorie eindigt wanneer de mens gaat
schrijven.

Tijdvak 1: tijd van jagers en boeren, tot 3000 v. Christus
De belangrijkste ontwikkeling in dit tijdvak is dat de jagers en verzamelaars
boeren worden: de landbouwrevolutie. De mens gaat op een vaste plaats wonen,
waar zij onder andere potten van aardewerk maken om landbouwproducten in te
bewaren.
De levenswijze van jagers-verzamelaars
Vrijwel alle jagers-verzamelaars leven in kleine groepen als nomaden. Zij trekken
rond en komen aan hun voedsel door te jagen, te vissen en noten en vruchten te
verzamelen. Zij slapen in bomen en beschutte plekken, later in tenten en hutten.
Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen
Dit is geleidelijk gegaan, maar de veranderingen die dit voor de mensheid
betekenden zijn zo groot geweest dat er toch gesproken wordt van een
landbouwrevolutie (Neolitische Revolutie)
Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
Dit KA is gericht op de sociaaleconomische en politieke veranderingen die
gepaard gingen met het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.
Dankzij de landbouw kunnen boeren zich vestigen op vaste woonplaatsen 
wanneer de landbouw genoeg oplevert, gaat een aantal bewoners zich
specialiseren in ambachten, handel, bestuur en godsdienst  sommige dorpen
ontwikkelden zich tot een stedelijke landbouwsamenleving met stenen huizen en
stadsmuren. De eerste landbouwstedelijke gemeenschappen met een agrarisch-
urbane samenleving ontstaan in het zuiden van Mesopotamië.

Jagers/verzamelaars, kleine groepen nomaden  ontwikkeling
landbouw(gemeenschappen), vaste woonplaats  voedseloverschot, innovaties
(bijvoorbeeld de ploeg)  stedelijke gemeenschappen, specialisatie in beroepen
en opkomst handel  mensen worden afhankelijk van elkaar: grotere sociale
verbanden, beschaving groeit: ontwikkeling godsdienst (polytheïsme) en
wetgeving (bestuur en rechtspraak)  begin Oudheid: kennis en informatie wordt
op schrift gezet.


2. Oudheid
Ook wel de Klassieke Tijd genoemd; wordt vooral bepaald door de cultuur van de
oude Grieken en Romeinen. De Europese en westerse beschaving heeft veel te
danken aan de Grieks-Romeinse cultuur, die zich dankzij de Romeinen over een
groot deel van Europa heeft verspreid. De Germaanse culturen in Europa hebben
zich door de confrontatie met de Grieks-Romeinse cultuur verder kunnen
ontwikkelen in Noordwest-Europa. Enkele voorbeelden zijn de ontwikkeling van
het wetenschappelijk denken, de ideeën op het gebied van bestuur en

,rechtspraak, de bouw-, schilder- en beeldhouwkunst. Belangrijk in deze periode is
ook het ontstaan van de eerste monotheïstische geloven: het jodendom en van
daaruit het christendom. Tegen het einde van de Oudheid, in de 4 e eeuw na
Christus, is het christendom de enig toegestane godsdienst in het Romeinse Rijk.

Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen, 3000 v. Christus – 500 na
Christus
In de prehistorie verspreidt de landbouw zich vanuit het Midden-Oosten naar het
vasteland van Europa, als eerste in Griekenland rond 6000 v. Christus  in
Griekenland ontstaan diverse landbouwsamenlevingen die uitgroeien tot
stedelijke gemeenschappen; in deze zogeheten stadstaten, ook wel poleis
(enkelvouw polis) genoemd, staan filosofie en wetenschap in hoog aanzien en
komen ideeën over burgerschap en politiek tot ontwikkeling  cultuur komt tot
bloei in de Griekse stadstaten, die ieder een eigen bestuur, eigen wetten en een
eigen leger hebben & er ontstaan verschillende politieke bestuursvormen in de
stadstaten, zoals monarchie, aristocratie (macht ligt bij een groep aanzienlijken)
en democratie. Door verhuizingen van Grieken verspreidt de Griekse cultuur zich
naar Zuid-Italië, Sicilië en de kust van Klein-Azië.
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap
en politiek in de Griekse stadstaat/Het wetenschappelijk denken en het denken
over politiek in de Griekse stadstaat
De oude Grieken geloven in meerdere goden (polytheïsme), maar hechten ook
waarde aan het verstandelijk beredeneren. In navolging van filosofen uit Klein-
Azië ontwikkelden de Grieken een ‘liefde voor de waarheid’  geleerden als
Archimedes en Pythagoras doen onderzoek op het gebied van wiskunde,
natuurkunde en geneeskunde. Ook op het gebied van politiek en burgerschap
ontwikkelden de Grieken veel theorieën  verschillende vormen van politiek
bestuur ontstaan in de poleis. Griekenland was niet één land, maar bestond uit
veel steden met een eigen bestuur, leger, geld en cultuur. Zo’n stad met
omliggend platteland is een stadstaat (polis). Soms verandert het bestuur in de
loop van de tijd in een polis. Athene, de grootste en machtigste poleis van
Griekenland, heeft achtereenvolgens een monarchie, aristocratie, tirannie (macht
ligt bij een alleenheerser) en een democratie. In dit KA gaat het bij het denken
over burgerschap en politiek vooral over de democratie in Athene.
De klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur/De klassieke
vormentaal
Wanneer de Romeinen Griekenland veroveren zijn zij onder de indruk van de
Griekse cultuur  de Romeinen nemen veel over van de Grieken op het gebied
van bouwkunst en wetenschap  veel Grieken worden meegenomen naar Rome
en Italië om daar te werken (zoals architecten, beeldhouwers, schilders, medici
en leraren)  er ontstaat een nieuwe Grieks-Romeinse cultuur, die door de
uitbreiding van het Romeinse Rijk verspreid wordt in Europa, met name via
bouwkunst en beeldhouwkunst.
De groei van het Romeinse imperium waardoor de Grieks-Romeinse cultuur zich
in Europa verspreidt
Door de groei van het Romeinse Rijk worden de volkeren in Europa beïnvloed
door de Grieks-Romeinse cultuur (en soms ook andersom)  romanisering: de
hoogontwikkelde Grieks-Romeinse beschaving verspreidt zich over Europa .
De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van
Noordwest-Europa/De confrontatie tussen de Grieks-Romeinse cultuur en de
Germaanse cultuur
De Romeinen willen hun rijk uitbreiden en nog meer volkeren veroveren  zij
kwamen daarbij in conflict met de Germanen en botsten met de Germaanse
cultuur. De meeste Romeinen kijken neer op de Germaanse cultuur, maar zijn

,wel onder de indruk van de dapperheid van de Germanen in de strijd. In het
algemeen kijken de Germanen wel op tegen de Romeinse cultuur  Germaanse
cultuur wordt sterk beïnvloed door de Grieks-Romeinse cultuur  de Romeinse
overheersing en romanisering betekent veel voor de latere bloei en ontwikkeling
in de gebieden in het noorden, waar veel Germanen leven  in de late oudheid
dringen vanuit het noorden Germaans-sprekende groepen door in het Romeinse
Rijk  op termijn leidt dit tot het uiteenvallen van het westerse deel van dat rijk
in een aantal Germaanse staten. Sommige van deze staten zijn heel duidelijk
erfgenamen van de Grieks-Romeinse cultuur, in andere is het Germaanse
element dominanter.
De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste
monotheïstische godsdiensten/De ontwikkeling van het jodendom en het
christendom
Alle inwoners van het Romeinse Rijk moeten de Romeinse keizer vereren als een
god (polytheïsme). De joden, een stam uit het Midden-Oosten, doen daar niet aan
mee. Zij zijn het eerste volk dat gelooft in het bestaan van maar één god
(monotheïsme): Jahweh. Onder koning David wordt Jeruzalem de hoofdstad van
het joodse rijk, want in hun heilige boek de Tenach stond dat zij het uitverkoren
volk waren en recht hadden op het beloofde land in Israël  in Jeruzalem bouwen
de joden de eerste tempel ter ere van Jahweh  in de 1e eeuw na Christus
ontstaat uit het jodendom een nieuwe religie: het christendom  het
christendom werd in de 4e eeuw na Christus staatsgodsdienst in het Romeinse
Rijk  het jodendom en christendom hebben daardoor veel overeenkomsten,
maar ook verschillen  de verschillen hebben in de loop van de geschiedenis
geregeld geleidt tot grote spanningen en gewelddadige conflicten  de islam
ontstaat later. Naast tijden van harmonie en goede samenwerking zijn er
geregeld gewapende conflicten geweest tussen de 3, elkaar beconcurrerende,
monotheïstische godsdiensten.
Kenmerken Jodendom Christendom Islam
Ontstaan 15e eeuw v. 1e eeuw na 7e eeuw na
Christus Christus Christus
God Jahweh God Allah
Belangrijkste Mozes Jezus Mohammed
profeet
Heilig boek Tenach Bijbel Koran
Regels Thora en Tien Tien geboden Vijf Zuilen
geboden

Bloeitijd van de Griekse cultuur  Griekenland veroverd door de Romeinen 
bloeitijd van de Grieks-Romeinse cultuur in het Romeinse Rijk  verspreiding
cultuur over Europa  splitsing Romeinse Rijk in westelijk en oostelijk deel 
West-Romeinse Rijk heeft steeds grotere binnenlandse en buitenlandse
problemen  Volksverhuizingen van Hunnen en Germanen  verval en
ineenstorting van het West-Romeinse Rijk  begin van een nieuwe periode: de
Middeleeuwen. Op de plek van het verdwenen West-Romeinse Rijk ontstaan
nieuwe Germaanse Rijken, Christendom breidt zich uit over Europa.


3. Middeleeuwen
De Middeleeuwen hebben hun naam te danken aan het feit dat lange tijd is
gedacht dat de eeuwen ervoor en erna veel interessanter en waardevoller zijn
geweest voor de ontwikkeling van de Europese samenleving; vóór de
Middeleeuwen was er de indrukwekkende Grieks-Romeinse cultuur, na de
Middeleeuwen de wedergeboorte daarvan tijdens de Renaissance. De

, Middeleeuwen hebben echter een heel eigen waarde en bijzondere betekenis in
het verhaal van Europa. In de rijken van de Merovingers en de Karolingers
ontstaat al in de vroege Middeleeuwen een levendige hofcultuur. In de late
Middeleeuwen lopen de Italiaanse stadstaten voorop in de ontwikkeling van
nieuwe filosofische, politieke en artistieke stromingen. Europa laat ook tijdens de
Middeleeuwen diverse ontwikkelingen en culturen zien.

Tijdvak 3: tijd van monniken en ridders, 500 – 1000
De vroege Middeleeuwen: na het uiteenvallen van het machtige Romeinse Rijk
breekt in Europa een tijd aan waarin steden en wegen verdwijnen en de handel
tot stilstand komt. Toch kent de periode machtige vorsten, zoals Karel de Grote,
een indrukwekkende verspreiding van het Christendom over Europa en de
opkomst van een nieuwe wereldgodsdienst: de islam. De geestelijkheid en de
adel bezetten de belangrijkste posities in de samenleving. De boeren zoeken
ondertussen naar nieuwe manieren om te overleven in een ruwe, barbaarse tijd.
Diverse volksstammen razen plunderend en veroverend door Europa. Vikingen en
Noormannen zorgen voor veel chaos en vernieling. Er is praktisch geen
geldverkeer en nauwelijks sprake van bevolkingsgroei.
De verspreiding van het christendom in geheel Europa
Keizer Theodosius I maakt aan het einde van de 4 e eeuw het christelijk geloof
staatsgodsdienst in het Romeinse Rijk  hoewel het West-Romeinse Rijk niet
lang daarna uiteenvalt, behoudt het christendom haar kracht; het wordt door
diverse vorsten en geestelijken gebruikt als middel om eenheid te creëren: een
gemeenschappelijk geloof zorgt voor meer saamhorigheid en minder onderlinge
conflicten  adel en christelijke geestelijken werken nauw samen op bestuurs-,
economisch en levensbeschouwelijk gebied. Kloosters spelen een grote rol in het
dagelijks leven en zijn centra van onderwijs en cultuur.
Het ontstaan en de verspreiding van de islam
In diverse visioenen openbaart Allah zich aan de profeet Mohammed (circa 570-
632), een handelaar uit Mekka die naar Medina is gevlucht. De boodschappen
van Allah worden na Mohammeds dood vastgelegd in de 114 soera’s van de
Koran. Aan het begin van de 7e eeuw is Mohammed erin geslaagd een groot deel
van de Arabische wereld te verenigen in een nieuw geloof, de islam. Net als het
christen- en jodendom kent de islam slechts één almachtige god en een heilig
boek. In minder dan 100 jaar zijn Noord-Afrika, het Midden-Oosten en grote delen
van Azië veroverd door de islamitische Arabieren; de snelheid van de
veroveringen heeft meerdere oorzaken: de oorlogen die het Byzantijnse Rijk en
het Perzische Rijk in hun greep hebben, waardoor ze weinig kracht overhouden
om zich tegen de Arabieren te verdedigen; de Djihad (Jihad), de religieuze
verplichting die islamieten hebben om ‘zich in te spannen om het geloof te
verspreiden en goede werken te doen’; de volbloed Arabische paarden, wier
kracht en snelheid ervoor zorgen dat grote afstanden in korte tijd worden
afgelegd.
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur
door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en
horigheid/De terugkeer van de zelfvoorzienende agrarische cultuur,
georganiseerd via hofstelsel en horigheid
Bij dit KA gaat het om het causaal verband tussen de ondergang van het
(West-)Romeinse Rijk en het ontstaan van een zelfvoorzienende samenleving. In
de tijd van monniken en ridders kent Europa weinig steden van formaat. De
steden die er nog zijn, zijn grotendeels voortgekomen uit oude Romeinse steden
en bevinden zich vaak in het kerngebied van het Frankische, later het
Karolingische rijk. Het overgrote deel van Europa wordt bevolkt door
zelfvoorzienende (autarkische) en geïsoleerde gemeenschappen. De meerderheid

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur isa346. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter