Kinesitherapie bij urologische en gynaecologische aandoeningen
DEEL 1: CONTINENTIE EN INCONTINENTIE
0. Inleiding
- BB-therapie: groeiende aandacht
- Medisch: verschillende specialismen → 3 openingen
- Interdisciplinair: KBK (klein bekken kliniek)
o Maag-darmziekten, urologie, gynaecologie, abdominale heelkunde, radiologie, bekkenbodemTH,
psycholoog
o Proctoloog: anale gebied (bv aambeien)
o Overleg en aanpak interdisciplinair
▪ Juiste diagnose
▪ Beste behandeling → afgestemd op P en probleem
- Probleem in klein bekken komen zelden alleen voor
o Samen met verzakkingen, stoelgangproblemen, ongewild urineverlies
o 3 compartimenten hebben invloed op elkaar
- BB-therapeuten: eenmalig advies en behandeling opstarten
1. Voorkomen van bekkenbodemdisfunctie: incontinentie
- UI (urine incontinentie) = vaak voorkomend probleem op elke leeftijd
o 3 – 50%
o Ook 30’ers en 40’ers: vooral vrouwen
- Prevalentie ???
o Schaamte over probleem: iedereen reageert anders op incontinentie
o Onderzoeksmethode
▪ Hoeveelheid subjectief?
▪ Hoe verlies meten?
o Urine verlies tijdens zwangerschap
- Een groep
o Weinig psychosociaal problemen
o Geen consultatie (inlegkruisjes)
- Kleinere groep
o Sociale isolatie
- Taking the IN out of INcontinence
o Incontinentie (ICS)
▪ = urine verlies, fecaal verlies
▪ Men verliest, maar wil niet verliezen = onvrijwillig
- Volwassen vrouwen
o Rond 30j: stijging van incontinentie
▪ Vaak door zwangerschap
- Hoge prevalentie bekkenbodemdisfunctie bij vrouw (UI, FI, coeles)
- UI heeft hogere prevalentie dan andere chronische ziektes bij vrouwen
o Hypertensie, depressie, diabetes
- Prevalentie incontinentie bij mannen
o Stijging volgens leeftijd
o > 69j: 13,5% kans op incontinentieproblemen
, - Steeds verouderde bevolking
o Stijgende incontinentie
o ± 350 000 Belgen zouden behandeld moeten worden
o Prevalentie ligt hoger
2. Anatomie van nieren, urethers, blaas en urethra
1: blaas
2: baarmoeder / uterus
3: endeldarm: opslagruimte van stoelgang
voordat naar buiten komt
Baarmoeder omarmt de blaas, blaas steunt op bekkenbodemspieren (niet de uterus)
Uterus zakking kan kine niet behandelen, want ligt op blaas
MR defaecografie
Man: bekkenbodemspieren liggen onder prostaat →
Urinewegen
Hogere urinewegen: nieren en urethers
Lagere urinewegen: blaas en urethra (plasbuis)
= functioneel geheel
Hogere urinewegen
- Nieren = 2
o Boonvormig
o Ligging: achter peritoneum, in buikholte
o Nier re ligt 4 – 5 cm lager door lever
o Functie: filteren en zuiveren van bloed
o Afvalstoffen uit bloed verwijderen
▪ = filtersysteem
▪ Bloed constant houden = lichaam goed laten functioneren
▪ Ureum en creatinine: bij nierschade hogere concentraties
, o Vocht en zoutbalans regelen
▪ Lichaam 2/3e water = hoeveelheid constant = waterhuishouding
▪ Ook via ademhaling, zweten en stoelgang
• Veel drinken: extra urine produceren
• Veel zweten: minder urine produceren
▪ Uitdrogingsverschijnselen: huid vastnemen, blijft rechtstaan
• Normaal: terug mooi glad
o Hormonen aanmaken
▪ Renine: rol regelen bloeddruk
▪ Erytropoëtine: stimulatie rode erytrocyten (EPO)
• Aanmaak rode bloedcellen
• Te kort aan rode bloedcellen → moeheid
▪ Hormoon: vit D om zetten werkzame stof = lichaam nodig om kalk in botten kunnen
opnemen
• Bekende werking op botmechanisme
• Vit D: 2/3e vd zon, 1/3e van voeding
- Urethers
o Taak: transport
o Eigenschappen: locatie achter en onder blaas
o Dichtgedrukt als blaas samentrekt om terugvloei te voorkomen
Druk in nieren → littekenweefsel → minder functioneren
In blaas bacteriën en dan reflux → bacterie in nieren: nierontsteking
o 5 graden van reflux
2.1. Blaas
- Functie blaas
o Lediging (om 3 à 5u)
o Reservoir: 99,8% tijd is blaas aan vullen → nieren zijn aan werken, er komt continu urine in blaas
o Is de blaasspier onder wil beïnvloedbaar?
- Ligging
o In klein bekken
o Achter os pubis
o Onder peritoneum
- Vorm en positie
o Leeftijd
o Graad blaasvulling (vorm)
o Komvormig, afgeplat (als leeg is)
, - Eigenschappen
o In dorsale blaaswand: trigonum
▪ Nieren komen in trigonum uit in blaas → mondt uit in urethra
o Blaashals
▪ Vroeger inwendige sfincter
• Plaatselijke concentratie van gladde spiervezels, uitlopers detrusor
▪ Werking
• Onderste deel blaas verantwoordelijk voor ophouden urine
• Beschadiging blaashals vrouw: incontinentie
• Bij man: niet incontinent → heeft langere plasbuis
- Thv blaashals: 3 afzonderlijke lagen (niet kennen)
o Middelste longitudinale laag
o Middelste circulaire laag
o Buitenste longitudinale laag
- Kenmerken blaashals
o Onwillekeurige spier
o Spiervezels die blaasuitgang omringen
o Stress gevoelig: vluchtreactie
▪ Adrenaline: blaashals is gevoelig voor
▪ Blaashals sluit extra om geen urine spoor achter te laten
▪ Bij vluchten bv zodat geen spoor achterlaten (ook bij dieren)
▪ Bij stress en na lopen: niet direct plassen → eerst adrenaline afnemen
o Orgasme: spant automatisch aan → sperma juiste richting
- Lagen blaaswand
o Tunica mucosa
▪ Overgangsepitheel met losliggend bindweefsel
▪ Leeg is gerimpeld
▪ Slijmvlies
o Tunica muscularis
▪ Musculus detrusor en trigonum (glad spierweefsel)
▪ Blaasspier = vlechtwerk van spiervezels
• Contractie → urinelozing
o Tunica adventitia: collageen bindweefsel
- Cytoscopie
o Gezonde blaas kleur: babyroos
o Met zware vlekjes en donker roos → infectie vd blaas
▪ Vaker bij vrouw: buitenwereld naar binnen via kortere weg
2.2. Urethra
- Myo-epitheliale buis
- Spieren zijn gladde spieren
- Lengte is afh van geslacht
- Vrouw
o 2/3e abdominale ruimte
o Loopt naar voor, caudaalwaarts tss kleine schaamlippen
o Lengte: 2,5 cm, 6 mm diameter
- Man
o Door de prostaat (2,5 à 3 cm) tot meatus
o Lengte 16 – 20 cm
o Diameter: 8 à 9 mm
- Dia fabeltjes en penislengte → dia 80 p 37 (is lezen)