Gastles: Gender en digitaal welzijn
A M B IG U IT E IT VA N M E D IA
“Because media by definition come in between us and the world, they can make us feel tuned out as much as tuned in”
(Adams and Jansson, 2023, p. 659)
• Media worden gedefinieerd als iets ambigue dat ons zowel kunnen uitsluiten als deel laten uitmaken van de wereld
rondom ons.
• Media zijn vervlochten in digitale toestellen en hoe we ze gebruiken.
• Dus hoe heeft deze ambiguïteit een impact op hoe we ons verhouden tot onze digitaliteit?
• De relatie tussen individuen en hun digitaliteit wordt ook wel onder digitaal welzijn benoemd
D IG ITA A L W E LZ IJN
“de subjectieve individuele ervaring van een optimaal evenwicht tussen de voor en nadelen van mobiele connectiviteit”
Deze definitie maakt een kader om zowel de voor en nadelen van connectiviteit te zien, en niet alleen als deel van een “scherm-
tijd” probleem bijvoorbeeld.
Deze definitie gaat ervan uit dat gebruikers van digitale media voldoende zelfbewust zijn om te reflecteren over hun relatie
met media en daaruit een soort van agentschap vloeit om die relatie zo goed mogelijk te maken.
Maar in deze les wil ik een stap terugzetten, en dieper ingaan op wat de omstandigheden zijn van mensen, hun startpunt,
waaruit ze over hun digitaal welzijn kunnen reflecteren en actie nemen? Is die voor iedereen hetzelfde?
Dus: Waaruit krijgen deze subjectieve individuele ervaringen vorm? En speelt gender hier een rol in?
D IG ITA A L W E LZ IJN IN E E N G E D IG ITA LIS E E R D E SA M E N LE V IN G
• Situering:
o Westerse “altijd-aan” connectiviteitscultuur
§ In deze les hebben ik het over de westerse, zoals in België, “altijd-aan” connectiviteitscultuur: de
norm en ingebakken verwachting en assumpties dat je digitaal verbonden bent. Dat je dus
“tuned in’ bent.
• Post-digitaal …
o Dit is ook wat er bedoeld wordt met een post-digitale samenleving: niet dat het digitaal tijdperk voorbij
is, maar net de normalisatie van digitale technologie en media in alle lagen en hoekjes van de
samenleving.
• Westerse “altijd-aan” connectiviteitscultuur
• Uitdagingen: (Vanden Abeele & Nguyen, 2023)
o Individuele uitdagingen: afhankelijkheid en tijdsbeheer
o Maatschappelijke uitdagingen: commodificeren van aandacht (attention economy), algoritmische curatie
van online ruimtes – reproduceren van neoliberaal kapitalisme
• Oplossingen?
o Een van die manieren is door het omgekeerde te gaan doen: deconnecteren
54
, DECONNECTIE
• Actief niet gebruiken van digitale media en/of toestellen (Syvertsen, 2020)
• Limieten/beperkingen (toestel, ruimtelijk, tijdelijk, …) (Beattie en Cassidy, 2020; Jorge et. al., 2022; Syvertsen en
Enli, 2020; Vanden Abeele en Nguyen, 2023)
o Binnen in een connectiviteitscultuur wordt deconnecteren als actief benadrukt omdat zowel op
individueel niveau met verbondenheidsverwachtingen als op maatschappelijk niveau met het bestaan
van onder anderen de aandacht-economie, kan deconnecteren bijna niet anders als actief zijn. Wat hierin
dus belangrijk is, is dat deconnecteren dus niet zomaar gebeurt, of het nu voor een one-time thing is, of
een deconnectie routine in te bedden, werk je voor een groot deel tegen de stroom in.
• Uit eigen keuze of opgelegd
DECONNECTIE: POPULAIRE DISCOURSE
“Take a break van je sociale media of verwijder het volledig”, “detox”, “gooi je smartphone weg”
à “Authenticiteit”, “nostalgie”, “zelf-verbetering”, “controle”, “focus”, … (Syvertsen & Enli, 2020)
• “Goed voelen” > “wel zijn”à hedonisch concept van welzijn (Jorge et. al., 2022; Docherty, 2020)
• Individuele verantwoordelijkheid om digitaal “wel” te zijn (Syvertsen & Enli, 2020; Jorge et. al., 2022; Docherty,
2020)
“Dodge and Kitchin (2005) gebruiken ook het concept van technicity, “the productive power of technology to make things
happen” (162).” (Adams and Jansson, 2023, p. 660) waarmee ze zeggen dat het digitale in het dagelijks leven laat toe om heel
veel te laten gebeuren
• Wat moet er precies gebeuren? Wat wordt er verwacht en van wie?
In dit kader: Het absolute essentiele moet blijven gebeuren: zorg, wat ook onder het theoretisch kader sociaal reproductief
werk valt: al het nodige werk dat nodig is om mensen sociaal en fysiek te reproduceren; en om in normatieve termen uit te
drukken: zodat ze productief kunnen zijn (e.g. gaan werken of naar school gaan), of in andere termen uitgedrukt: zodat
mensen binnen de verwachte maatschappelijke normen en sociale codes kunnen opereren.
Wat dit misschien al naartoe hint is dat deconnecteren en connecteren geen binair stelsel zijn, ze bestaan alleen maar te
samen. De ene bestaat niet zonder de andere. Daarom worden ze ook vaak op een spectrum bekeken om
• De zone waarin ze in elkaar overlopen ook te kunnen vastgrijpen en aan te kaarten.
• maar ook hoe ze zogezegd samen werken om een gevoel van digitaal welzijn te verkrijgen.
D IG ITA A L W E LZ IJN
Dus, om op deze definitie terug te komen: aangezien digitale connectiviteit samen bestaat met digitale deconnectie, dan gaat
digitaal welzijn niet alleen over de balans zoeken tussen de voor en nadelen van connectiviteit, maar ook hoe die balans
gezocht wordt via digitale deconnectiviteit.
Het wordt ook vaak beloofd door de tech industriëen maar ook meer algemene discourse dat deconnecteren je een beter
gevoel van digitaal welzijn zal geven, en dat de verantwoordelijkheid ook bij het individu ligt om zelf-controle rond
connectiviteit te ontwikkelen. (Jorge et. al., 2022)
55