Gastcollege 1: omgaan met diversiteit op school, hoe geven we alle leerlingen
gelijke kansen?
Yes onderzoek:
De meeste informatie voor de lezing komt uit het YES onderzoek. Dit was een grootschalige
studie over culturele diversiteit en kansen in het onderwijs.
In dit onderzoek is er samengewerkt met een resonansgroep. Hierin zaten verschillende
belangrijke partners zoals bijvoorbeeld: Vlaamse overheid, stad Antwerpen, de Vlaamse
onderwijsinspectie,….
“Diversiteit is een gegeven”
Aan de KU Leuven is diversiteit sterk onvertegenwoordigd:
- 6 procent anderstaligen
- 12 procent studenten met een migratie-achtergrond
- 13 procent pioniers (dit zijn studenten waarvan de ouders geen hoger onderwijs
hebben gedaan)
- 16 procent studenten die een beurs hebben omdat het inkomen onder de armoede
grens ligt
KU Leuven is de universiteit met het minste diversiteit. Aan de universiteit van Antwerpen en
Brussel is er al veel meer diversiteit.
Doorheen de opleidingen gaat er ook diversiteit verloren. De diverse studenten hebben meer
kans om uit te vallen of om niet door te stromen. Veel halen wel hun diplomma maar met
vertraging. Dit brengt heel wat factoren met zich mee zoals weinig zelfvertrouwen, minder
communicatie met andere studenten, minder of kwetsbare betrokkenheid,…
Er moet dus meer gedaan worden aan diversiteit managment, training, coaching. Aan de KU
Leuven is er ook een diversiteitbeleid.
Opvolging van kansengroepen doorheen het secundair onderwijs
Het onderzoek was een longitudinaal design. Verschillende cohorten werden gevolgd
doorheen de tijd. De beslissingen die gemaakt worden in het secundair onderwijs zijn erg
bepalend.
In het YES onderzoek werden 5000 leerlingen gevolgd doorheen het secundair onderwijs.
Het zogenaamde dakpan design werd gebruikt. Er werden hierin 3 cohorten opgenomen.
Onderzoeksdoelen
1. Leren: studiemotivatie en studieresultaten, deze werden bekeken doorheen de loopbaan
van een persoon
2. Leven: welbevinden, probleemgedragingen, sociale relaties met peers en leerkrachten
Het bovenstaande is het microniveau van de leerlingen. Er werd ook aandacht besteed aan
de context. Er werd gekeken naar de schoolomgeving. Er werd gekeken naar het
,schoolklimaat (sfeer op school en de praktijken op school) en in welke mate er diversiteit en
kansarmoede was in een school.
Opzet: leerlingenperspectieven
We gaan kijken vanuit het perspectief van de leerlingen. We gaan alle leerlingen in de
klassen die toestemming hebben gegeven opnemen in het onderzoek.
De sociale netwerken waren ook gekend. We weten de mircosociale omgeving van de peers
in de klas. We weten wie bevriend is met wie.
Leerkrachten werde bevraagd. De schoolcontext werd onderzocht. Er was informatie vanuit
oudervragenlijsten. De ouders gaven in deze vragenlijsten nog meer context weer. Er werd
onderzoek gedaan naar de schooldirecties en het schoolbeleid.
Conclusie: de leerling staat centraal en we proberen de context van de leerling mee op te
nemen
Superdiversiteit:
Diversiteit gaat verder dan de meeste denken. Heel veel leerlingen in het onderzoek hadden
een diversiteitskenmerk. Er werd in het onderzoek meer dan 100 herkomstlanden gevonden.
In de Vlaamse scholen hebben we dus een hele diverse groep.
Wanneer spreken we van diversiteit?
- De thuistaal van de leerling is anders dan de schooltaal
- Zelf-indicatie: we vragen aan de leerlingen in welke mate zij zich Belg voelen,
Vlaming. We gaan vragen tot welke groep zij zichzelf zien.
- Er wordt gekeken naar de religieuze tradities naar leerlingen die niet religieus zijn
- Er wordt gevraagd naar het herkomstland van de leerling, de ouders van de leerling
en de grootouders van de leerling. Dit zegt iets over de achtergronden die de
leerlingen hebben.
We spreken van superdiversiteit omdat diversiteit meerdere dimensies bevat. De
verschillende dimensies gaan slechts een deel met elkaar overlappen.
Onderzoeksresultaten YES:
- 50 procent van de leerlingen was anderstalig. Dit bleek een overschatting te zijn.
- 61 procent had ouders of grootouders afkomstig uit een ander land.
- 40 procent had een andere zelfidentificatie
- 36 procent van de leerlingen had een andere religieuze achtergrond
Informele segregatie
Segregatie:
Diversiteit is zeer ongelijk verdeeld over scholen en klassen. In sommige scholen en klasse
is er veel diversiteit en in andere scholen bijna niets. Sommige scholen vormen witte
eilandjes waarin diversiteit niet aanwezig is. In andere scholen zien we dan weer geen
enkele autochtoon.
Informele segregatie:
Binnen de klassen vindt er ook segregatie plaats en deze is veel minder zichtbaar. We
kunnen binnen één school ook verschillende campussen hebben en de ene campus is dan
veel meer gekleurd dan de andere. Vaak gaan leerlingen met diversiteit samen in een klas
,terechtkomen. Er zijn veel klasse waarin alleen maar allochtonen zitten zonder een
autochtone Belg.
Informele segregatie: wie is bevriend met wie?
We zien dat je meer kans hebt om bevriend te zijn met iemand die een gelijkaardige
culturele achtergrond heeft.
- Ingroup friends: iemand met een minderheidsstatus is bevriend met iemand die ook
een minderheidstatus heeft (je bent dus bevriend met iemand van dezelfde sociale
klasse) OF iemand met een meerderheidsstaus is bevriend met iemand anders die
ook een meerderheidsstaus heeft
- Inter-group friends: iemand met een minderheidsstatus is bevriend met iemand met
een meerderheidsstatus
Er zijn heel veel vriendschappen gebasseerd op ingroup friends. Er was veel verschil tussen
scholen en klassen qua interculturele vriendschappen.
Waarom is het een probleem dat er weinig interculturele vriendschappen zijn?
Dit probleem wordt geillustreerd aan de hand van een klasfoto.
We zien 5 Turkse jongens met hun Belgische juf. Deze jongens werden in een apart klasje
gezet omdat hun Nederlands nog niet goed genoeg was. Hun Nederlands kan verder
bijgeschoold worden.
Neveneffecten:
- In de schoolcontext wordt de origine van de kinderen vrij hard in de verf gezet
- In de schoolcontext wordt het dan nog eens duidelijk gemaakt dat ze apart worden
gezet omdat ze te weinig Nederlands beheersen
We spreken van stereotype dreiging, doordat het in de verf wordt gezet dat ze
anders zijn gaan ze minder goed presteren op school
- Er is weinig mogelijkheid tot interculturele vriendschappen. Interculturele
vriendschappen zo net maken dat de taalverwering van de jongens vlotter verloopt.
Diversiteit zorgt voor ongelijkheid
Prestratiekloof: sociale klasse
Er werd een studie gehouden met 2855 leerlingen in 68 scholen in Vlaanderen. De leerlingen
die werden opgenomen in het onderzoek waren tussen de 10-12 jaar en zaten dus op het
einde van de lagere school.
, De sociale klasse werden onderzocht. Dit werd zichtbaar gemaakt door te kijken naar de
jobs van de ouders.
We maken onderscheid tussen 2 soorten klasse:
- Klasse van kinderen waarvan de ouders werkloos zijn of handenarbeid verrichten
- Klasse van kinderen waarvan de ouders kaderleden zijn of vrije beroepen hebben
Er werd gekeken naar de gemiddelde prestratie op een wiskunde test.
Resultaat:
Er was een significant verschil tussen de kinderen van beide klasse in hoe goed ze
scoorden. De kinderen uit de lagere klasse scoorden opvallend minder goed op de wiskunde
test.
We zien dezelfde resultaten voor de wetenschappen test.
We zouden misschien kunnen denken dat dit enkel van toepassing is voor de eerste
generatie migranten. Zij komen hier immers pas toe en moeten nog alles leren. Een
vermoeden is dat de kloof kleiner wordt als we gaan kijken in de hogere generaties. Dit is
echter niet het geval. De kloof blijft redelijk stabiel over de tijd.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yananoppe. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.