Neurowetenschappen – Neurofysiologie
Les 1: Reflexen
1. Inleiding
Reflex = motorisch antwoord op prikkel die CZS passeert
Kunnen heel veel verschillende vormen aannemen en verschillende func es vertegenwoordigen
Bv. een pijnreflex (met vinger tegen een scherp mes, hand tegen warme pan) reflexma g bij
pijn ga je je lichaam beschermen door bv. je voet of hand weg te trekken
Kniepeesreflex: dit type van reflexen zijn constant aanwezig in ons lichaam. Deze reflexen gaan
ervoor zorgen dat je een stabiele lichaamshouding kan aannemen.
Niezen = beschermingsreflex wanneer onze slijmvliezen geprikkeld worden door bv.
stofdeeltjes, pollen, virale deeltjes… ons lichaam wil deze deeltjes zo snel mogelijk weg
Corneareflex wanneer de cornea aangeraakt wordt, zullen de ogen sluiten
Primi eve reflexen
- Zuigreflex baby gaat zo gevoed kunnen worden (= groeien en overleven)
- Grijpreflex
Reflexboog van pijn (Descartes, 1664): Het vuur (A) is een prikkel die de huid aantast (B) en de fijne
draad (C) beweegt die naar de kleppen (d, e) gaat. De kleppen openen de holte (f), waaruit een
dierlijke geest vrijkomt, die op zijn beurt het hoofd doet draaien en de hand en de voet laat bewegen
Descartes hee voor het eerst een reflexboog beschreven
Bij een reflex is er al jd een prikkel dat de huid aantast De prikkel moet ergens gecapteerd
worden
Zenuwen gaan die het signaal vanuit de periferie naar het CZS sturen (fijne draad = zenuwbaan)
Reflex gebeurt automa sch (ongecontroleerd) dat is een ins nct, we zijn daarmee
aangeboren
Reflex
= motorisch antwoord op prikkel die CZS passeert
- Reflex hee een motorische en sensorische component
= vaste automa sche response na een eenvoudige s mulus
- Zelfde type prikkel zal al jd hetzelfde motorisch antwoord veroorzaken
= reac e vereist geen mentale processing
- Er is geen mentale processing nodig je moet er dus niet bewust over nadenken
(automa sche reac e) (het gebeurt buiten jouw bewustzijn om)
Wanneer je met een hand aan een hete pan komt, moet je niet nadenken om
je hand weg te trekken. Dat gebeurt automa sch.
5 Componenten:
- Receptoren zijn in staat om bepaalde (snesorische) prikkels te capteren
- Afferente vezels: gaan het signaal voorsturen rich ng het CZS
- Motorneuronen
- Efferente vezels
- Effectoren (spieren)
Motorneuronen die de efferente zenuwvezels gaan uitsturen rich ng de efferenten
waardoor je uw hand gaat wegtrekken (bepaalde spieren worden dus ges muleerd)
= reflexboog (A ankelijk van het type reflex kunnen er bijkomende bouwstenen bijkomen,
maar deze 5 onderdelen zijn al jd aanwezig)
,Reflexboog op elektrofysiologisch niveau
Communica e tussen neuronen gebeurt door het opwekken van ac epoten alen en
neurotransmi ers
Op orgaanniveau hebben we detectoren die de sensorische prikkel gaan waarnemen sturen
hun informa e door via een afferente/sensorische zenuwen gebeurt door ac epoten alen
die zich over de lengte van de sensorische zenuwen bewegen
Monosynap sche connec e
- Je hebt uw sensorisch neuron en uw motorisch neuron. Uw sensorisch neuron gaat
plots contact maken met uw motorisch neuron doordat je in uw sensorisch neuron
het opwekken van de ac epoten alen hebt, gaat neurotransmi er vrijgesteld worden
zorgt postsynap sch voor het opwekken van een exciterende postsynap sche
poten aal motorneuron geac veerd en gedepolariseerd ac epoten alen
worden opgewekt die over de lengte van de motorische zenuw rich ng uw
skeletspieren gaan voortbewegen en thv de neuromusculaire junc e krijg je het
opwekken van ac epoten alen en finaal uw spiercontrac e.
Reflex: onbewust vs. bewust
= motorisch antwoord op prikkel die CZS passeert
Ruggenmerg/hersenstam
- Reflexen = onbewust
- De prikkel passeert dus op het niveau van het ruggenmerg of op het niveau van de
hersenstam Dit betekent dat dit automa sch gebeurt
! Motorische reac es tgv reflex
- ac vering perifere receptoren
- info CZS
- thalamus
- somatosensorische cortex
- bewust van beweging, pijn, …
Geen mentale processing nodig
Bewust: de informa e hee de cortex bereikt
Onbewust: lagere niveaus dan de cortex op het niveau van de ruggenmerg en de hersenstam
daar ga je de connec e hebben tussen het sensorisch en motorisch systeem
Nadat de ac e gebeurt is, ben je u bewust van wat zich hee afgespeeld
- Die reflexboog gebeurt automa sch, maar op hetzelfde moment gaan de sensorische
zenuwen die de prikkel detecteren de informa e doorsturen naar de sensorische
cortex. Pas wanneer die daar toekomen, worden wij ons bewust van de pijn en de
beweging die we hebben gemaakt. De thalamus stuurt de informa e naar de
somatosensorische cortex.
Je bent je bewust van je pijnprikkels + dat je die bepaalde beweging hebt
gemaakt !! MAAR Je bent je NIET bewust over het feit dat je je hand hebt
teruggetrokken dit was volledig automa sch
, onbewust: ruggenmerg/hersenstam
- Op het rugniveau een synaps met motorneuron
- Sensorische informa e wordt ook doorgestuurd naar hoger gelegen gebieden en
wordt via de thalamus naar de somatosensorische cortex gestuurd
Thalamus – relay centrum
vergelijkbaar met een schakelcentrum
Thalamus is vergelijkbaar met een schakelcentrum
Thalamus ontvangt sensorische/motorische informa e + ook informa e uit ons limbisch
systeem en ook vanuit het re culair systeem
Vanuit de thalamus gaat die informa e rich ng de correcte cor cale gebieden
- Onze thalamus krijgt heel veel types van informa e binnen, informa e vanuit limbisch
systeem, sensorische informa e en motorische informa e, informa e vanuit het
re culair systeem (belangrijke rol bij cor cale ac va e en slaap/waak ac va e)
zorgt dat de informa e terechtkomt op de juiste cor cale gebieden
Thalamus – somatosensorische cortex
Informa e moet terechtkomen op de primaire somatosensorische cortex in geval van
sensorische informa e
Heel veel verschillende subnuclei die zijn elks verantwoordelijk voor het doorsturen van een
type informa e (elke kern hee zijn eigen func e)
- Links onderaan (druppels) geven audi eve en visuele informa e door
- …
- (func es komen in een aparte ppt online moeten zeker niet allemaal gekend zijn)
Sensorische informa e zal rich ng somatosensorische cortex doorsturen via deze kernen =
ventral posterior lateral nucleus (VPL) en ventral posterior medial nucleus (VPM)
- Twee kernen (blauwe kaders) van de thalamus zorgen ervoor dat sensorische
informa e vanuit de periferie naar de somatosensorische cortex wordt doorgestuurd
2. Soorten reflexen
Soorten reflexen: ~ loca e receptor/effector
Ipsilateraal
- receptor en effector aan dezelfde kant lichaam
- Prikkel en motorisch antwoord aan dezelfde zijde van de lichaam, bv. pijnprikkel
Contralateraal
- receptor en effector aan tegenovergestelde kant lichaam
- Je stapt met je linkervoet in glas je gaat uw linkervoet opheffen. Maar aan de
contralaterale zijde ga je voor extra stabiliteit zorgen (je wilt immers niet omvallen)
, Bilateraal
- Unilaterale receptor reac e aan 2 kanten lichaam (dus een reflex aan beide zijden,
maar de prikkel komt maar aan 1 zijde binnen)
- Pupilreflex: gebaseerd op uw op sch chiasma waar je een overkruising hebt van
zenuwen
Soorten reflexen: func oneel
1. Propriocep eve reflex = spierrekkingsreflexen
- < proprioreceptoren
- < spieren (spierspoeltjes), gewrichten, pezen (Golgi-orgaan), binnenoor
Gebaseerd op proprioreceptoren, zoals spierspoeltjes, het ves bulair systeem,
spieren thv de gewrichten en pezen
2. Exterocep eve reflexen = huidreflexen
- receptoren gescheiden van effectororgaan
- Input via huid (zie somatosensibel systeem)
3. Pathologische reflexen = afwijkende reflexen
- Aanwezigheid = indica e van pathologie (bij een gezonde persoon is deze reflex niet
waarneembaar)
- Van propriocep eve of exterocep eve aard
- Ergens in de pathway die verantwoordelijk is voor de opwekking van de reflex is een
afwijking opgetreden (door trauma, ontstekingsreac e, een tumor…)
Propriorecp eve reflexen
Propriocep e = posi ezin = kinesthesie
= vermogen van een organisme om de posi e van het eigen lichaam en lichaamsdelen waar
te nemen
Dieptesensibiliteit (dus niet via de huid, maar in dieper gelegen structuren)
= gewrichtsstand, spierlengte, …
- Dieptesensibiliteit: informa e die gecapteerd wordt in diepliggende structuren, zoals
spieren, pezen, gewrichten…
Proprioreceptoren
= gewrichtreceptoren posi e gewricht
= Golgi peeslichaampjes regula e spierspanning
= spierspoelen regula e spierlengte
- Om propriocep e mogelijk te maken, hebben we detectoren/receptoren nodig op de
verschillende delen die belangrijk zijn voor propriocep e