Taalbeschouwing
De zes niveaus van taal
Niveau Regels voor Onderdeel taalkunde
Fonologisch niveau Uitspraak Fonologie
Morfologisch niveau Opbouw van woorden Morfologie
Syntactisch niveau Volgorde van woorden Syntaxis
Semantisch niveau Betekenis Semantiek
Pragmatisch niveau Gebruik Pragmatiek
Orthografisch niveau Spelling Orthografie
Fonologie
Fonologie: de uitspraak van woorden, de regels voor de volgorde van spraakklanken, de intonatie of het
woordaccent.
Als een baby begint met brabbelen, dan kan hij alle klanken uit elke willekeurige taal nabootsen. Al vrij snel zie
je dat een kind zich aanpast aan de taal van zijn omgeving.
Fonemen zijn van belang, normaal gesproken hebben spraakklanken geen betekenis, alleen woorden en zinnen
betekenen iets. Maar in bepaalde situaties kan de manier waarop woorden en zinnen worden uitgesproken
juist heel bepalend zijn voor de betekenis. Geval met klemtoon of woordaccent. In /lopen/ valt het accent op
het eerste deelte van een woord, dan geeft dat een bepaalde betekenisnuancering. (Een zin lezen en steeds op
een ander woord de nadruk leggen)
Zinsmelodie: de intonatie waarmee een zin wordt uitgesproken (ook bepalend voor betekenis). Denk aan
ironie/sarcasme.
Rijm: beginrijm en eindrijm. Het zijn betekenisnuances die natuurlijk niet zo’n sterke communicatieve waarde
hebben, maar meer liggen op het vlak van de expressieve functie van taal.
Morfologie
Morfologie: hoe woorden zijn opgebouwd uit betekeniselementen en op welke manier een taalgebruiker
nieuwe woorden vormt.
Een woord heeft altijd een betekenis. Het woord /nijdig/ bestaat uit twee betekeniselementen: /nij/ en /ig/.
Het achtervoegsel /ig/ heeft de betekenis van ‘heeft een karakter van’. Dus ook voor- en achtervoegsels
hebben betekenis, je moet ze altijd combineren met een bestaand woord.
Ongelijk → on geeft niet aan Stoeltje → tje geeft een verkleining aan
Morfeem is het kleinste betekenis dragende element van een taal.
Vrij morfeem: morfemen die als los woord kunnen voorkomen, huis, paaard, meel, klein.
Gebonden morfeem: altijd gekoppeld aan een ander woord, zoals -ig. Voor- en achtervoegsels. Niet alle
gebonden morfemen hebben een duidelijke betekenis (heid)
Je kunt nieuwe woorden maken door een aantal morfemen achter elkaar te zetten.
, Vier verschillende morfologische principes
Binnen een woord kunnen dit er meerdere zijn!
Samenstelling Als twee losse woorden worden samengevoegd tot een woord, fietsbel. Twee vrije
morfemen. Soms wordt er een overgangsklank toegevoegd, dorpshuis, heeft geen
betekenis maar is er voor de uitspraak. Laatste woord is altijd bepalend voor de betekenis.
Niet alleen zelfstandige naamwoorden worden gecombineerd, voordoen en donkerrood
bijvoorbeeld.
Afleiding Een gebonden morfeem toegevoegd aan een woord, zodat er een nieuw woord ontstaat.
Bijvoorbeeld -ig aan nat, dan krijg je nattig, weiger en -ing wordt weigering.
Verbuiging Vrij morfeem met een gebonden morfeem, maar er ontstaat niet een geheel nieuw woord.
● Meervoud: beesten, anjers
● Verkleinwoorden: huisje, beestje, weggetje
● Vergelijking: kleiner, kleinst
● Buiging-s: (iets) leuks, moois
● Buigings-e: mooie
Vervoeging Verbuiging van werkwoorden. Dan kan door -t, -en, -te, -ten, -de of -den aan de grondvorm
toe te voegen.
Syntaxis
Syntaxis: de leer van de zinsbouw, we beschrijven de regels voor het combineren van woorden.
Je kunt op verschillende manieren het syntactische niveau van de taal beschrijven.
● Woorden: hierbij ga je van de afzonderlijke woorden in een zin na tot welke woordsoort ze behoren
(zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord, telwoord, werkwoord, lidwoord, voornaamwoord,
bijwoord, voorzetsel, voegwoord, tussenwerpsel)
De indeling in woordsoorten is gebaseerd op drie verschillende criteria:
○ De vorm van een woord
○ De betekenis van een woord
○ De combinatiemogelijkheden met andere woorden
● Woordgroepen: relaties tussen woorden, Combinaties van z.n. met bijvoeglijk naamwoord.
● Zinsdelen: elk zinsdeel heeft een bepaalde functie. Mijn neefje/vierde/gisteren/zijn vierde verjaardag/
● Zinstypen: een mededelende zin, een vragende zin en een gebiedende zin. Vorm van de zin.
○ Actieve of bedrijvende zinnen: de handelende persoon valt altijd samen met het onderwerp.
Twintigduizend uitzinnige supporters bezochten de wedstrijd.
○ Passieve of lijdende zinnen: handelende persoon wordt niet genoemd in het onderwerp,
maar in een bepaling die met ‘door’ begint. De wedstrijd werd bezocht door twinitgduizend
uitzinnige supporters.
○ Directe reden: woorden letterlijk citeren. Hij zei: ‘het sneeuwt buiten´.
○ Indirecte reden: iemand omschrijft het meer. Hij zei dat het buiten sneeuwde.
Semantiek
Semantiek: de betekenis. Een betekenis van een woord staat nooit op zichzelf, maar is altijd gekoppeld aan de
betekenis van andere woorden.
Antoniemen Woorden die een tegengestelde betekenis hebben. Groot-klein
Synoniemen Wanneer twee woorden dezelfde betekenis hebben. Niet exact. Fiets-rijwiel
Hyponiemen Betekenisrelatie categorie-exemplaar. Het overkoepelende begrip. Fruit-aardbei
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur mnoij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.