DEEL 1 Draagstructuren
Vlakvormige structuurelementen Lijnvormige structuurelementen
Een plaat Een balk
Een vlakvormig structuurelement waarbij krachten Een horizontale staaf met rechte lengteas die
loodrecht inwerken op het vlak. belast wordt door krachten loodrecht op de
Bv. vloerplaat staafas
Een schijf Een kolom
Waarbij de krachten werken in het vlak Een verticale staaf met een rechte lengteas, die
Bv. Een dragende muur belast wordt door krachten in de staafrichting
CLT-platen Nu bestaan er prefab gebouwen die
Cross Laminated Timber (combineert beide), is een opgebouwd zijn uit grote platen die zowel
nieuwe techniek. Opgebouwd uit planken die horizontaal als verticaal worden geplaatst
kruiselings op elkaar worden gelijmd. Deze wanden zodat er ruimtes ontstaan.
kunnen trekkrachten opnemen waardoor ze als
balk kunnen fungeren. Zo kan je vloerplaat
ophangen aan bv. muren, om een grote ruimte te
maken zonder zichtbare balken. CLT -> ecologische
voordelen
Boogvormige structuurelementen Gewelf
Een boog Een in doorsnee gebogen constructie die een
Een gewelfconstructie die een opening overspant ruimte met rechthoekig plattegrond overdekt.
en de druk van de last erboven opvangt en afleidt. Zijdelinkse druk van het gewelf wordt
opgevangen door (niet verzwaarde) muren,
Bestaat uit: halve gewelven, hoge zijruimten of
- 1 geheel schoorwerk.
- Meerdere wigvormige stenen
- rechthoekige stenen met wigvormige
voegen
Om de spatkrachten in de constructie op te vangen Een tongewelf
zijn er volgende oplossingen: Een gewelf dat over de gehele lengte dezelfde
- Oplegpunten met elkaar verbonden door vorm heeft en de dwarsdoorsnede een halve
een trekstaaf (staal), vangen horizontale cirkel wormt
krachten op Een kruisgewelf
- Dikke steunpunten of een brede fundering Kruising van twee tongewelven, assen
- Spitsbogen loodrecht op elkaar
Een koepel
Een boog gewenteld op een verticale as.
Spatkrachten opgevangen met trekkers of een
ringbalk.
De soorten krachten die op een constructie inwerken
,Een puntlast
Een belasting, die aangrijpt op een constructiedeel, waarbij de oppervlakte van het aangrijpingsvlak klein is
in verhouding tot het constructiedeel. (vb. kolom op een plaat, persoon op een vloer)
Een puntlast heeft:
- een aangrijpingspunt
- een richting (=zin)
- een grootte
De belasting wordt samengebundeld in 1 punt.
Puntlasten:
- een kolom op een plaat
- een persoon op een vloer
- de poten van een magazijnstelling op de vloer van het magazijn
Een eenparig verdeelde belasting
Belasting wordt gelijkmatig als een balk verdeeld over een opparvlak. (vb. een muur op een funderingszool,
vloerplaat op een muur)
Fundering= deel waarop de constructie rust en waarop het hele gewicht en de krachten, die erop worden
uitgeoefend door neerslag, worden doorgegeven aan de ondergrond.
Spanningen in een constructie
Trekspanning Omdat de balk doorbuigt, zal die onderaan langer worden en dus wordt er aan het
materiaal getrokken.
- Staal en hout kunnen trekkracht opvangen.
- Natuursteen of beton niet.
Drukspanning Bovenaan de balk gebeurt het omgekeerde, wordt samengedrukt.
Natuursteen en beton kunnen drukkrachten weerstaan.
Schuifspanning Treedt op dwars op de balk. Gevolg van vervorming, bovenaan dikker, onderaan
dunner.
Dwarswapening geplaatst om spanning op te vangen.
Buigspanning Gevolg van trek-en drukkrachten. Buigspanning verhoogt naargelang de afstand van
de kracht tot de steunpunten en is afhankelijk van de vorm van de balk. Hoe hoger
de balk, hoe lager de buigspanning.
,Het buigmoment is een torsiekracht in het materiaal. Krachtarm = de afstand van de hand waar kracht op
staat en het beginpunt.
Neem bv een moersleutel : door een kracht te zetten op de
moersleutel ontstaat er in de moer een buigmoment dat gelijk is aan
de kracht die we uitoefenen op de moersleutel x de afstand van
moer naar het aangrijppunt ( =krachtarm). In het voorbeeld
hiernaast is het moment in de moer gelijk voor hand a als hand b :
de kracht in b is wel de helft maar de afstand is het dubbel.
Hetzelfde gebeurt bij een ‘zwevende’ zitbank : hoe dieper de zitbank
is, hoe groter het moment in de ophangbeugel bij éénzelfde
belasting. Dus hoe dieper bv. een zwevende zitbank aan de pin
hangt, hoe minder belasting op 1 punt.
Belastingen in een constructie
Permanente belasting
Is het eigen gewicht van de constructieve delen met de afwerking. Deze belasting wijzigt niet in de
levensduur van het gebouw.
Niet-permanente belasting
De grootte van deze belasting verandert in de loop van de tijd. Het gaat hier over het gewicht van
personen, meubilair, sneeuwbelasting,…
, Wat bepaalt de structuur van een gebouw?
De bouwplaats De vorm
- De samenstelling van de ondergrond In de eerste plaats afhankelijk van de hiervoor
- Locatie van de werf (vrijstaand of aangehaalde punten, maar hier spelen de ideeën van
aansluitend) de ontwerper en de invloed van de opdrachtgever
- Wettelijke voorschriften natuurlijk een grote rol.
De bouwhoogte De functie
De hoogte zal mede de bouwwijze beïnvloeden. Privégebouwen
In de meeste gevallen geldt ‘hoe hoger, hoe - Woongebouw particulier
complexer de bouwwijze’. - Woongebouw gemeenschappelijk
Daarnaast moeten gebouwen ook voldoen aan Publieke gebouwen
een aantal brandnormen. Hoe hoger het - Handel en horeca
gebouw is, hoe zwaarder het programma van - Schoolgebouwen
eisen zal zijn. In België gebeurt de indeling van - Overheidsgebouwen
de gebouwen volgens de brandnormen als volgt - Cultuur, ontspanning en sport
: - Religieuze gebouwen
- Laagbouw (hoogte < 10m) - gezondheidszorg
- Middelhoog (10m < hoogte < 25m) Industriële gebouwen
- Hoogbouw (hoogte > 25m) - Transport
- utiliteitsgebouwen
De bouwwijze De voorschriften
De wijze van bouwen kan de vorm beïnvloeden, - Veiligheid
maar ook omgekeerd. Een aantal mogelijke - Gezondheid
bouwvormen zijn: - Energiezuinigheid
- Stapelbouw - Milieuvriendelijkheid
- Gietbouw - Stedenbouw
- Houtskellet - Bouwfysica
- Prefabbouw - isolatie/ geluid/ brand
Vaste en variabele onderdelen
Vaste Er zijn een aantal vaste delen in een bestaande woning die moeilijk te verwijderen zijn.
onderdelen Deze zijn:
- dragende muren (wel openingen in te maken)
- vloeren (ook openingen in te maken: trekstaven, ravelen)
- dak
- meterkasten
- funderingen
- riolering
Variabele - aanpasbare bouwstoffen
onderdelen - afwerking/uitrusting/leidingen
- niet-dragende binnenwanden
- buitenafwerking
Ook de bestemming kan variabel zijn : wat vandaag een werkplaats is, kan morgen kantoor
en overmorgen een restaurant zijn. De keuze van constructie en materialen worden
hierdoor ook beïnvloed, zeker als we ecologisch willen werken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur KitanaH. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.