ONDERNEMINGSRECHT
DEEL I: INLEIDING
Hoofdstuk I: van handelsrecht naar ondernemingsrecht
Vroeger: onderscheid tussen:
o Handelaars = kooplieden: handelsrecht
= hij die daden van koophandel uitoefent en daarvan hoofdzakelijk of aanvullend zijn beroep maakt,
met een winstoogmerk
o Niet-handelaars: burgerlijk recht
2018: Afschaffing begrip ‘handelaar’:
➔ Nu: “ondernemingen” die regels hebben overgenomen:
o Bewijsrecht
o Vermoeden van hoofdelijkheid
o Vermoeden van bezoldigd mandaat
o Bevoegdheid ondernemingsrechtbank (vroeger: recht bank van koophandel)
o Faillissement
o Reorganisatie = eigen ondernemingsbegrip
o Vennootschapsrecht: vennootschappen (WVV)
Hoofdstuk II: de onderneming
2 definities van onderneming:
- Formeel = “wat men is” (“undertaker”)
o bepalingen: (art I.1, 1°, eerste lid WER)
▪ iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
▪ iedere rechtspersoon
▪ iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
o uitzonderingen: (art I.1, 1°, tweede lid WER)
▪ feitelijke verenigingen = organisaties zonder rechtspersoonlijkheid die geen
uitkeringsoogmerk hebben die ook in feite geen uitkeringen verrichten
▪ iedere publiekrechtelijke rechtspersoon die geen goederen of diensten aanbiedt op een markt
▪ Federale Staat, gewesten, gemeenschappen, provincies, hulpverleningszones, …
o Relevant voor:
▪ Bevoegdheid ondernemingsrechtbank
▪ Inschrijvingsplicht KBO
▪ Insolventierecht
▪ Boekhoudplicht
▪ Ondernemingsbewijsrecht
- Functioneel = “wat men doet” (“business”)
o Bepalingen:
▪ (Art. I.4/1, I.6, 17°, I.7, 2°, I.8, 39°, I.19, 6°, I.20, 7° en I.21, 8° WER)
▪ Economisch doel:
• Aanbieden van goederen/diensten op de markt
• Tegenprestatie
• Rendement
▪ Duurzaam
▪ Zelfstandig
o Relevant voor:
▪ Mededingingsrecht
▪ Marktpraktijkenrecht
▪ Prijsreglementering
1
,Kan een bestuurder failliet worden verklaard? :
- Faillissementsprocedure: (art XX.98 WER) vermogen van schuldenaar voor het vereffenen
- Schuldenaar = (art I.23,8°)
- Def. van boek XX: (art I.23,7°/1)
- Def formeel ondernemingsbegrip:
Elk van volgende organisaties:
o Iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent
o Iedere rechtspersoon
o Iedere ander organisatie zonder rechtspersoonlijkheid
o …
- Intentie wetgever
o Onderneming: ieder natuurlijk persoon oefent een beroep uit zonder band van ondergeschiktheid
o Bv bestuurders van vennootschappen
❖ Rechtspraak onderneming/niet?
o Bestuurder = altijd een onderneming
o Bestuurder streeft niet altijd inkomen/winst na
o Bestuurder heeft altijd een eigen economische activiteit
o Bestuurder heeft niet altijd een eigen organisatie
o Bestuurder is altijd inschrijvings- en boekhoudplichtig
Hoofdstuk IV: de onderneming, vennootschap en rechtspersoon
Vennootschap:
= onderdeel binnen ondernemingen, met volgende eigenschappen:
❖ Opgericht bij een rechtshandeling
❖ Door één of meer personen = vennoten
❖ Die een inbreng doen
❖ Eigenschappen:
o Vennootschap heeft haar eigen vermogen
o Uitoefening één of meerdere activiteiten
o Vennoten vermogensvoordeel bezorgen
Rechtspersoon:
❖ Juridische constructie
❖ Abstracte entiteit kan optreden
❖ Als volwaardig en handelsbekwaam ‘persoon’
❖ Met rechten en plichten, zoals natuurlijk persoon
Onderneming: natuurlijke person vs vennootschap met
rechtspersoonlijkheid
= handelaars + niet-handelaars (ambachtslieden en vrije
beroepen)
➔ Niet: OH en feitelijke verenigingen
1) Natuurlijke persoon
❖ Economisch:
Middelen van een handelszaak vormen een samenhangend geheel met een economische finaliteit
Ondernemingsactiva en ondernemingspassiva aanwezig
❖ Boekhoudkundig: Handelszaak
= Een autonome entiteit
=> Op de balans staan enkel de ondernemingsactiva en ondernemingspassiva
=> Aftrek passiva van de activa bekom je het “eigen vermogen”
ZAAKTHEORIE of ENTITEITSBEGINSEL
= De boekhouding van rechtspersonen omvat al hun verrichtingen, bezittingen, en rechten van welke aard
ook, en hun vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook. De boekhouding van de natuurlijke
personen die koopman zijn, omvat dezelfde gegevens betreffende hun ondernemingsactiviteit; de eigen
middelen aan deze ondernemingsactiviteit verstrekt, worden afzonderlijk vermeld.”
❖ Juridisch:
Handelszaak niet behandeld als autonome entiteit
2
, => Ondernemingsactiva en –passiva gelden als activa en passiva van de eigenaar van de handelszaak
=> Handelszaak= rechtsobject
Gevolgen:
o Onbeperkte aansprakelijkheid van de eigenaar van de handelszaak
o Afwezigheid van een afgescheiden vermogen
❖ Geen afgescheiden vermogen
Handelszaak is geen rechtssubject
=> Handelszaak geen eigenaar van de ondernemingsactiva
=> Ondernemingsactiva zijn goederen van de eigenaar
=> Ondernemingsactiva strekken tot verhaal van al zijn schuldeisers
=> Persoonlijke schuldeisers kunnen zich ook verhalen op de ondernemingsactiva
Als persoonlijke en ondernemingsschuldeisers tegelijk eenzelfde ondernemingsgoed uitwinnen gelden de
gewone regels van gelijkheid van schuldeisers
TENZIJ er een grond is voor voorrang
Vordering van schuldeiser op de eigenaar dat verband houdt met de ondernemingsactiva is geen grond voor
voorrang
“Eigen vermogen” enkel in boekhoudkundige zin
❖ Onbeperkte aansprakelijkheid
Schulden aangegaan in het kader van de ondernemingsactiviteit gelden als schulden van de eigenaar
Eigenaar is zelf aansprakelijk voor de ondernemingspassiva
Aansprakelijkheid is onbeperkt
Moet met al zijn goederen instaan voor schulden
❖ Roerende of onroerende aard van bestanddelen van handelszaak Handelszaak is niet 1 goed maar een
verzameling van afzonderlijke goederen Eigenaar= Eigenaar van de afzonderlijke ondernemingsactiva
= Schuldenaar van de afzonderlijke ondernemingspassiva Aard eigendomsrecht bepaald door aard betrokken
goed
2) Vennootschap met rechtspersoonlijkheid
❖ Onderscheid handelszaak en rechtspersoon bekeken vanuit aandeelhouder
Rechten en verplichtingen vennootschap met rechtspersoonlijkheid gelden als rechten en verplichtingen van die
entiteit zelf
Bekeken vanuit aandeelhouders:
o Gezamenlijke aandeelhouders hebben de beslissingsmacht over de handelszaak van de rechtspersoon
=> Rechtsreeks door hun stemrecht in AV, onrechtstreeks door bevoegdheid om bestuurders aan te stellen
o Vermogensrechtelijkvoordeel
=> Winsten van de ondernemingsactiviteiten uitkeren via dividenden
Aandeelhouder lijken eigenaar handelszaak
Eigenaar = rechtspersoon zelf
Aandeelhouders hebben enkel zakelijke rechten op de aandelen in de rechtspersoon => Aandeel biedt
lidmaatschapsrechten en vermogensrechten
❖ Boekhoudkundig: beperkte aansprakelijkheid
Enkel ondernemingsactiva en ondernemingspassiva Miet BVBA en eigen vermogen Miet BVBA op balans
❖ Juridisch: onbeperkte aansprakelijkheid / geen afgescheiden vermogen
o MietBVBA
Ondernemingsactiva en ondernemingspassiva Miet BVBA op balans
o Miet
Persoonlijke activa (waaronder aandelen in Miet BVBA) en persoonlijke passiva Miet op balans
vermogen als (vlottend) onderpand (art. 3.36 BW)
1. SE kan zijn vordering op alle goederen van zijn schuldenaar verhalen, tenzij ….
→ ondernemingsactiva ook onderpand van persoonlijke passiva
2. In geval van samenloop tussen SE, opbrengst naar evenredigheid verdeeld, tenzij ….
→ ondernemingspassiva geen voorrang mbt ondernemingsactiva
❖ Niet verhaalbaarheid van de activa van de rechtspersoon door de persoonlijke schuldeiser van de
aandeelhouders:
Vennootschap zelf= eigenaar van de goederen van de rechtspersoon
Aandeelhouders zijn niet eigenaar van de ondernemingsactiva enkel van de aandelen in de vennootschap
=> Persoonlijke schuldeisers van de aandeelhouders kunnen zich niet verhalen op de vennootschapsgoederen.
Kunnen enkel de goederen van die aandeelhouder uitwinnen (inclusief de aandelen van die aandeelhouder)
3
, ❖ Niet aansprakelijkheid:
Schulden van de vennootschap zijn niet de schulden van de aandeelhouders
=> Aandeelhouders niet aansprakelijk voor de vennootschapsschulden Overeenkomsten namens een
rechtspersoon worden afgesloten door een natuurlijke persoon. Rechtspersoon contractueel aansprakelijk voor
vertegenwoordigingshandeling indien de vertegenwoordiger IN NAAM VAN die rechtspersoon handelde
❖ Beperkte aansprakelijkheid:
Bij vennootschappen met (volkomen) rechtspersoonlijkheid geldt: Wettelijke verplichting voor oprichters=
losprijs:
o Minimale investering = inbreng
o Inbreng is achtergesteld aan vennootschapsschuldeisers
= Subordinatie
Aandeel is een netto-recht: (art 190 WVV)
=> Eerst schuldeisers betaald, dan aandeelhouders
Aandeelhouders niet aansprakelijk Aandeelhouders beperkt aansprakelijk
Aandelen kunnen geen negatieve waarde hebben Handelzaak kan dat wel
Moral hazard
= Aandeelhouders meer roekeloos gedrag
Hoofdstuk III: Bijzondere regels voor ondernemingen
Afwijkende wettelijke bepalingen
o Bv. bevoegde rechtbank
o Bv. bewijsrecht
Kruispuntbank van Ondernemingen = KBO = centrale elektronische gegevensbank, belast met opnemen, bewaren,
beheren en ter beschikking stellen van gegevens met betrekking op de identificatie van de ondernemingen
➔ Rechtspersonenregister = deelverzameling van de KBO en omvat de gegevens van de in de KBO geregistreerde
rechtspersonen (art I.2, 15° WER)
➔ Geregistreerde entiteiten: (art III.16 WER)
= wat geregistreerd wordt in de KBO: (art III.16 §1; 1°-3° WER)
➔ Inschrijvingsplichtige ondernemingen:
o vóór aanvang van hun activiteiten (art III.49 WER)
o verplichte vermelding van ondernemingsnummer in alle akten, facturen … (art III.25, eerste lid WER)
➔ ondernemingslokketen:
o def: (art I.2, 13° WER)
o moeten inschrijvingsplichtige ondernemingen inschrijven in de KBO
o andere taken: (art III.59 §1 WER)
Bewijs in ondernemingszaken:
- algemene regels en bewijsvoering
o rechtsregels: niet bewijzen, enkel aanvoeren
o rechtsfeiten:
▪ algemeen bekend: slechts aanvoeren
▪ niet algemeen bekend: vrij bewijs
o rechtshandelingen:
▪ burgerlijk recht: gereglementeerde bewijsvoering
▪ ondernemingsrecht: vrij bewijs + enkele bijzondere bewijsmiddelen
➔ wie moet bewijzen?
o Principe: wie iets aanvoert (art 8:4 BW) -> eiser en verweerder
o Uitzondering: wettelijke vermoedens
- bewijs in burgerlijke zaken
➔ bijzondere kenmerken:
▪ gereglementeerd systeem
▪ hiërarchie: bepaalde bewijsmiddelen met hun bewijswaarden (art 8.17 BW)
1. volledig bewijs
partij is ontslagen van verdere bewijslast
gerechtelijke betekenis: (art 8.30 BW)
authentieke akte (overeenkomst hierin opgenomen) (art 8.15 BW)
2. wettelijke bewijsmiddelen
onderhandse akte (ondertekend)
wettelijke vermoeden (art 8.7 BW)
buitengerechtelijke betekenis (art 8.31 BW)
3. bewijsmiddelen met vrije bewijswaarde
4