1. Welke groep psychische stoornissen komt het meest voor bij
kinderen en adolescenten?
A. Aandachtstekortstoornis
B. Angststoornis
C. Stemmingsstoornis
D. Gedragsstoornis
2. Onder welk kenmerk van angst valt piekeren?
A. Cognitief
B. Gedrag
C. Lichamelijk
D. Affectief
3. Waarom is een depressie die op jonge (kinder) leeftijd begint
ernstiger dan een leeftijd op adolescentie
A. Omdat depressies die op jonge leeftijd begonnen zijn vaak een voorbode
lijken te zijn van een bipolaire-i-stoornis
B. Omdat depressies die op jonge leeftijd begonnen zijn tot effect hebben dat
de ontwikkelingsopgaven van het kind niet goed volbracht worden en dat
benadeelt de ontwikkeling
C. Omdat depressies op jonge leeftijd samen blijken te hangen met meer
lichamelijke klachten
D. Omdat blijkt dat kinderen die al op jongere leeftijd een depressie hebben,
vaak ook mishandeld zijn
4. Van depressieve mensen, vooral meisjes, is bekend dat ze veel
rumineren. Wat is dat?
A. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met piekeren zonder daarbij tot
oplossingen te komen
B. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met middelen misbruik
C. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met zelfbeschadiging, zoals
snijden en krassen
D. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met eetproblemen en veel
overgeven
, Voorbeeldvragen – antwoorden
1. Welke groep psychische stoornissen komt het meest voor bij
kinderen en adolescenten?
A. Aandachtstekortstoornis
B. Angststoornis
C. Stemmingsstoornis
D. Gedragsstoornis
2. Onder welk kenmerk van angst valt piekeren?
A. Cognitief
B. Gedrag
C. Lichamelijk
D. Affectief
3. Waarom is een depressie die op jonge (kinder) leeftijd begint
ernstiger dan een leeftijd op adolescentie
A. Omdat depressies die op jonge leeftijd begonnen zijn vaak een voorbode
lijken te zijn van een bipolaire-i-stoornis
B. Omdat depressies die op jonge leeftijd begonnen zijn tot effect
hebben dat de ontwikkelingsopgaven van het kind niet goed
volbracht worden en dat benadeelt de ontwikkeling
C. Omdat depressies op jonge leeftijd samen blijken te hangen met meer
lichamelijke klachten
D. Omdat blijkt dat kinderen die al op jongere leeftijd een depressie hebben,
vaak ook mishandeld zijn
4. Van depressieve mensen, vooral meisjes, is bekend dat ze veel
rumineren. Wat is dat?
A. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met piekeren zonder
daarbij tot oplossingen te komen
B. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met middelen misbruik
C. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met zelfbeschadiging, zoals
snijden en krassen
D. Dat een depressieve stoornis gepaard gaat met eetproblemen en veel
overgeven
, Belangrijke begrippen
H13 Angsten
Overzicht van angst- en aan angst gerelateerde stoornissen uit de DSM-5
Angststoornissen
separatieangststo niet bij de ontwikkeling passende en extreme angst om gescheiden
ornis te worden van personen aan wie het kind gehecht is (meestal de
ouders) of van (t)huis
paniekstoornis ernstige en terugkerende paniekaanvallen die gepaard gaan met
lichamelijke ken- merken (zoals zweten en hyperventilatie) en angst
om dood te gaan
agorafobie (niet angst voor een plaats of situatie waaruit men niet kan ontsnappen of
besproken) waar geen hulp kan komen in het geval iemand een paniekaanval
krijgt
specifieke fobie duidelijke en aanhoudende angst bij de aanwezigheid van of het
denken aan een specifieke situatie of prikkel, bijvoorbeeld een
tandartsfobie
sociale- duidelijke en aanhoudende angst voor situaties waarin men iets moet
angststoornis presteren en waarbij men door anderen kritisch beoordeeld wordt
(sociale fobie)
selectief mutisme angst om te spreken, die zich uit in consistent niet praten in sociale
situaties, zoals op school, terwijl dat wel gewenst (het kind kan wel
praten en doet dat thuis wel)
gegeneraliseerde- buitensporige angst en bezorgdheid over (toekomstige)
angststoornis gebeurtenissen en activiteiten angststoornis veroorzaakt door
angststoornis medicatie-, drugs- en of alcoholgebruik
door een middel/
medicatie (niet
besproken)
obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen
obsessieve- de duidelijke aanwezigheid van dwanggedachten (obsessies) en
compulsieve dwanghandelingen (compulsies) die erop gericht zijn de angst
stoornis (obsessies) te verminderen
psychotrauma- en stressorgerelateerde stoornissen
acute na het meemaken van een traumatische gebeurtenis waarbij de
stressstoornis en persoon extreme angst en machteloosheid heeft ervaren, is er
post- sprake van een aantal symptomen, waaronder herbeleving van het
traumatische- trauma en vermijden van prikkels die doen denken aan het trauma
stressstoornis
.
, Belangrijke begrippen uit H13 die te maken hebben met angst
Negatieve Zowel een kindkenmerk als een ouderkenmerk als een omgevingskenmerk.
leerervaring Hieronder worden een paar leerervaringen benoemd, maar die zijn
onvoldoende om een angststoornis te veroorzaken – daarvoor moeten ze
gepaard gaan met andere risicofactoren
Klassiek conditioneren
= een reflexmatige angstreactie wordt geassocieerd met de situatie
waarin deze reactie werd uitgelokt
Model-leren
= kinderen letten op de reacties van opvoeders en leeftijdsgenoten en
op grond van wat zij zien kunnen ze zelf ook angst ontwikkelen voor
eenzelfde soort object of situatie (een belangrijke rol bij specifieke
fobieën)
Een kind kan negatieve (enge) informatie krijgen over een voor
hem onbekende situatie en daar eerder een angst voor ontwikkelen
Gedrags- = geremd temperament
inhibitie Kan worden waargenomen bij heel jonge kinderen, bij wie het zich uit
als hoge reactiviteit bij nieuwe of plotselinge gebeurtenissen
Een vrij stabiel kenmerk, hoewel het kan worden beïnvloed door de
opvoeding van ouders. Het is een risicofactor voor alle angststoornissen,
maar vooral voor de sociale fobie
Ook het te veel onderdrukken van reacties op prikkels
(=gedragsinhibiti/GI) is een risicofactor wat vaker bij meisjes voorkomt
dan jongens.
Dit is deels erfelijk
Maar ook socialisatieprocessen = jongens meer durfgedrag; geremd
gedrag wordt bij hen minder geaccepteerd.
Vermijdings- Zoals het niet willen nadenken over wat er gebeurd is en vermijden van
gedrag externe stimuli, zoals de plaats van het trauma of situaties die daarop lijken
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joycevries. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.