SAMENVATTING
PARASITOLOGIE
Schooljaar 2023-2024
UAntwerpen - Diergeneeskunde
,INLEIDING
DEFINITIES
- Symbiose: samenlevingsvormen tussen ≥ 2 verschillende species
o Mutualisme
▪ Dienstbetoon: 2-way
▪ Afhankelijkheid: partieel
▪ Schade: Nee
▪ Bv microben in de voormaag van een rund, termiet met bacteriën in de darm
waardoor ze cellulose kunnen verteren, bloedzuiger met bacteriën die zorgen dat die
bloed kan verteren
o Commensalisme
▪ Dienstbetoon: 1-way
▪ Afhankelijkheid: Nee
▪ Schade: (nee)
▪ Bv clownvis heeft dikke mucuslaag die beschermt tegen stinging van anemoon;
clownvis heeft bescherming, anemoon heeft er niks aan
▪ Bv demodex folliculitis (mee-eter) normaal geen schade maar tijdens puberteit met
verandering van hormonen kunnen ettervormdende bacteriën acné veroorzaken
o Parasitisme
▪ Dienstbetoon: 1-way
▪ Afhankelijkheid: Ja
▪ Schade: Ja
▪ Altijd ergens in de cyclus een gastheer nodig
▪ 50% van alle diersoorten zijn parasitair op bepaald stadium van hun levenscyclus
▪ 100% van dieren en planten kunnen worden geparasiteerd (enkel virus niet)
▪ Meerdere parasieten per gastheer species
▪ Soms meerdere gastheren voor 1 parasiet species → zoönosen
▪ Waarom heeft Westerse mens zo weinig last van parasieten?
• Door hoge hygiëne: drinkwater + doorspoeltoiletten
• <-> tropische regio’s
- Parasitologie: studie van parasitaire samenlevingsvorm
o Parasiet: morfologie, cyclus, biologie, (diagnose)
o Relatie tussen gastheer en parasiet: fysiologie, biochemie, celbiologie, kliniek, Pathogeniteit
o Immunologie: immuun mechanismen (humoraal, cellulair, moleculair)
▪ Parasieten zijn specialisten in het ontwijken van het immuunsysteem, afweer gaan
parasitaire infectie niet oplossen
▪ Amper vaccins tegen parasieten
o Epidemiologie: relatie gastheer – parasiet – (vector) – omgeving
o Ziekteleer: farmacologie, kliniek, Pathogeniteit
o Behandeling
- Parasitisme
o Obligaat vs facultatief
▪ Obligaat: parasitair stadium binnen cyclus noodzakelijk
▪ Facultatief: onafhankelijke, niet parasitaire cyclus mogelijk
• Kunnen los van gastheer hun plan trekken
1
, • Als je als gastheer op de verkeerde plaats, op het verkeerde moment bent
en toevallig geïnfecteerd word → meer ernstige symptomen; parasiet kent
je niet en gaat vanalles zot doen
• → hoe meer een parasiet aangepast is aan de gastheer, hoe minder
symptomen (bv demodex)
o Permanent vs tijdelijk
▪ Permanent: volledige cyclus op gastheer
• Bv luizen; je moet in direct contact komen met iemand met luizen
▪ Tijdelijk: deel van cyclus op gastheer
o Incidenteel vs erratisch
▪ Incidenteel: zeldzaam bij genoemde gastheer
• Bv eenmalig rauwe vis eten op vakantie in Japan met parasiet
▪ Erratisch: abnormale gastheer of plaats
• Als parasiet weg kwijt raakt in gastheer en daar sterft → vaak ernstige
symptomen
o Stenoxeen vs euryxeen
▪ Stenoxeen: hoge gastheer specificiteit
• Bv humane malaria infecteert enkel de mens
▪ Euryxeen: lage gastheer specificiteit
• Bv toxoplasma van kat draagt over op de mens
o Homoxeen vs heteroxeen
▪ Homoxeen: slechts 1 gastheer binnen cyclus
▪ Heteroxeen: meerdere gastheersoorten binnen cyclus
o Endo vs ecto vs meso parasiet
▪ Endo-parasiet: leeft in de gastheer
▪ Exto-parasiet: leeft op de gastheer
▪ Maso-parasiet: leeft in externe openingen (mondholte, oor, genitaliën, ea)
- Gastheer
o Definitieve: adulte stadia; seksuele vermeerdering
o Tussen: larvale stadia met ontwikkeling
o Paratenische/transport/wacht gastheer: lavale stadia zonder ontwikkeling
o Vector: actieve rol in transmissie
▪ Biologisch: parasiet vermeerdert in tussengastheer bv malariamug
▪ Mechanisch: geen rol in de cyclus van de parasiet bv bloedzuigerinsect gaat enkel
ziekte overbrengen of huisvlieg met e.coli op boterham
- Prepatente periode: periode tussen infectie en infectieus worden
o Bij epidemie beter kennis van prepatente fase als dierenarts; doel om nieuwe infectie tegen
te gaan door in de prepatente fase te behandelen
▪ Op praktisch niveau niet haalbaar; veel te duur, om de 3 weken behandelen
- Patente periode: infectieuze periode (eieren, larven, etc) = overleving van adulte
- Reservoir: biotoop van de parasiet (mens, dier), bron van infectie maar reservoir is zelf niet ziek
(subklinische infectie door aanpassing parasiet)
o Bv veldmuizen
- Zoönose: vertebraat dier als bron voor de infectie van de mens
o Directe zoönose: ziekteverwekker overgedragen door direct contact
o Cyclozoönose: de ziekteverwekker moet tussen verschillende gastheren wisselen. Zowel
de tussengastheer als ook de eindgastheer zijn vertebraten
▪ Bv runderlintworm: mens geïnfecteerd door eten van rundsvlees
2
, o Metazoönose: ziekteverwekker moet tussen verschillende gastheren wisselen, maar in
tegenstelling tot de cyclozoönose is de tussengastheer hier een invertebraat, zoals een mug
o Saprozoönose: de ziekteverwekker heeft een niet dierlijk reservoir. Voorbeelden voor een
dergelijk reservoir kunnen planten, grond of water zijn.
▪ Bv echinococcus (hondenlintworm)
- Symptomen: klinische veruitelijking van infectie
o Soms al in prepatente fase, soms in patente fase, soms pas nadat infectie is afgelopen
o Afhankelijk van soort dat er aanwezig is symptomen op ander moment
PARASITAIRE ADAPTATIES
Noodzakelijk om zich binnen de gastheer te bestendigen (infectie, overleving, vermeerdering)
MORFOLOGISCH
- Grootte
- Vorm
- Aanpassing van bewegingsorganen
o → Parasieten die aan migratie moeten doen om tot targetorgaan te geraken, bevatten een
uitgebreid zenuwstelsel → acetylcholine esterase inhibitoren gebruik als behandeling
- Vasthechtingsorganen (haken, zuignap, klauwen)
o → Darmparasieten moeten zorgen dat ze niet afgescheiden worden door darmperistaltiek →
vasthechtingsorgaan nodig
- Vermindering CZS (sensoriële functies) en verteringsstelsel (mondkapsel, tanden, snijplaten)
o → Platwormen heel rudimentair zenuwstelsel omdat die zich minder moeten bewegen
(overleven in GI-stelsel → enkel vastklampen in darm)
LEVENSCYCLUS
Toename van reproductief potentieel
- Ei-productie
o Hoe groter de parasiet, (hoe meer) eitjes ze maken; worm van 2mm gaat geen eitjes maken
- Hermafrodisme: tweeslachtigheid (meestal wel geen zelfbevruchting mogelijk)
- Parthenogenesis: vrouwtjes kunnen reproduceren zonder aandeel van mannelijk compartiment
- Verlies van seizoensgebondenheid
o Parasitaire cyclus valt stil in de winter in onze streken (bv geen muggen meer) → een van de
reden waarom er in de tropen meer parasitaire infecties zijn
- Snelle rijping tot volwassen stadium
o → Hoe langer de prepatente fase is (trager volwassen stadium bereikt), hoe minder het
reproductief potentieel is
- Verlengde levensduur
- Aseksuele vermeerdering gedurende meerdere fasen van de levenscyclus
- Inclusie van secundaire en tertiare gastheren
IMMUNOLOGISCH
- Absorptie van ‘host’ antigeen
o Parasieten gaan gastheer antigeen absorberen en tonen aan immuunsysteem → worden niet
ontdekt/bestreden
- Antigenische variatie
- Immunologische ‘sanctuary’ sites: plaats waar immuuncellen niet aan kunnen
3