Samenvatting theorie van de schouder, elleboog en pols notities (3de bach, 2de semester).
Alsook kleine samenvatting anatomie van de voorarm en pols (afbeeldingen)
1. STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN BEENDEREN EN GEWRICHTEN
1.1 SA-gewr • Schoudercomplex
o 3 art gewrichten/synoviale gewrichten:
▪ Acromio-clav, gleno-humeraal + sternoclav
o 2 functionele gewrichten: s
▪ Scapulothoracaal gewricht + subacromiaal gewricht geen kapsel +
synovium.
• SA-gewricht vormt het dak vd schouder: acromion – lig coracoacromiale – proc
coracoideus. Onder dit gewricht/lig. ligt de subacromiale ruimte.
o SA-ruimte wordt overspannen door het lig. coracoacromiale
▪ Dit lig. overloopt géén synoviaal gewr.
▪ Vormt het dak
▪ Beschermt de SA-ruimte met supraspinatuspees + bursa
subacromiodeltoidea.
▪ Het verhindert abnormale craniale translaties van de humeruskop.
▪ Kan bijdragen tot impingement.
→ Vb. RC-scheur leidt tot verdikking CA-lig. (wrm weten we niet) wat
op zijn beurt leidt tot impignement.
• Welke factoren bepalen SA-ruimte? :
o Structurele afwijkingen (beenderafwijkingen/zwelling van soft tissues)
o Functionele afwijkingen (scapulaire positie/bew of abnormale humerus
translaties)
➔ Kunnen beide leiden tot vernauwing van SA-ruimte met inklemming van weke
delen = impingement, chron schouderpijn.
• Structurele factoren die SA-ruimte bepalen:
o Lig. Coraco-acromiale (zie vroeger)
o Vorm acromion:
▪ Type 1= vlak acromion
▪ Type 2= gebogen acromion
▪ Type 3= gehoekt acromion, maakt een bocht naar de humerus toe.
SA-ruimte T1 > T2 > T3 (T3=kleinst) → enkel te zien op MBV.
Type is niet altijd oorzaak van de pijn!
• Functionele factoren:
stabiliteit GH + ST= abnormale translatie humerus kop naar boven of abnormale
neerwaartse bew van scapula wrdr acromion botst tegen humeruskop.
1
,1.2 Factoren Statische stabilisatoren: labrum, kapsel, negatieve intra-art druk, lig,…
die GH- • Labrum glenoidales:
stabiliteit o Vergroot fossa glenoidales → meer stabiliteit door vergroten art-opp maar
beïnvloeden zonder dat mobiliteit verloren gaat want is zeer vervormbaar.
o Vormt ook aanhechtingsplek voor spieren – GH lig – kapsel.
▪ Biceps caput longum hecht hier aan → patho van deze 2 zijn aan elkaar
verbonden.
o Labrumletsels:
▪ Scheur komt vaak voor
▪ Daling van GH-stabiliteit
➢ Antero-inf laesies= Bankart laesie —> na luxaties/trauma.
➢ Craniale laesie = SLAP-laesie = belangrijk voor bicepspeespatho.
• Kapsel:
o Arm naast lich. → Hoeveelheid kapsel groot genoeg + is ontspannen
o Bij elevatie → kapsel en vooral de axillaire-/gewrichtsplooi ontvouwen om de
grote mobiliteit mogelijk te maken.
o Frozen shoulder= kapselverkorting/adhesieve capsulitis thv axillaire plooi →
geen ontvouwing mogelijk ➔ beperkte ROM.
• Ligamenten:
o GH lig anterior op schouder, beperken abnormale translaties en zorgen voor
passieve stabiliteit.
Dynamische stabilisatoren: RC (rotator cuff)
• RC-interval: driehoekige ruimte waar zich geen RC-pezen bevinden. Wordt begrensd
door: bovenrand subscapularis, onderrand supraspinatus en proc coracoideus. RC-
interval speelt een rol in:
o GH-stabiliteit: sulcus sign test: inferieure translatie van humerus nagaan in
neutrale houding, indien sulcus sign aanwezig (normale hyperlaxiteit) dan
eens + exorotatie uitvoeren. Blijft de sulcus sign in exorotatie, dan
pathologische hyperlaxiteit. → Dysfunctie RC-interval met laxiteit van de lig
waardoor abnormale translaties mogelijk zijn.
o Stabiliteit CL biceps verhogen: Ruimte wordt gevuld door 2 lign: lig
coracohumerale + lig glenohumerale sup. Deze beschermen de CL biceps.
Stel: Lig gekwetst → instabiliteit bicepspees → luxaties uit goot → klikgevoel.
o Vermijden overmatige ROM: contracturen van de lign in RC-ruimte → ROM
daalt voor anteflexie + exo. Ook andere lig kunnen BBP/frozen shoulder
veroorzaken:
▪ CHL: Neutrale houding + exo → lig coracohum op rek.
▪ MGHL: 45° abd + exo → lig med glenohum op rek.
▪ AIGHL: 90° abd + exo → anterieure band inf glenohum lig op rek.
▪ ICS: ABd → inf del axillaire plooi op rek.
▪ PIC: Endo → post deel lig glenohum inf op rek.
▪ PSC: 90° abd + endo → post kapsel op rek.
1.3 Claviculaire bew
Gekoppelde
2
,claviculaire en Clav = zadelgewricht → speciaal hier: bevat een discus. Geeft bew rond 3 assen in 3 vlakken
scapulaire ipv 2. → nodig voor voll ROM.
bewn • Protractie – retractie
• Elevatie – depressie
• Post axiale rotatie – anterieure axiale rotatie
Scapulaire bew
• Opwaartse rotatie – neerwaartse rotatie
• Post tilt – ant tilt
• Externe rot – interne rot
Koppeling
Onvoldoende gekoppelde bew → kleinere SA-ruimte + risico op impingement!
• Elevatie clav + opw rot scap
• Retractie clav + externe rot scap (longit as)
• Post axiale rot clav + post tilt scap
o Axiale rot clav = noodzakelijk voor een juist SHR!
o Bij een opw rotatie vd scapula, ongeveer 60°, zal de clavicula een elevatie van
40° uitvoeren, daarna wordt de resterende 20° opw rotatie verkregen door
een postero-axiale rotatie van de clavicula.
o Vb. SHR = 2:1 → 2=humerus, 1= scapula. Vb 120°:60° → clavicula en scapula
bewn 40° omhoog waardoor het lig conoideum op rek komt → hierdoor zal
er een post axiale rot van de clav plaatsvinden en kan de scap nog een extra
20° opw roteren ➔ clav. = 40° elevatie, scap = 60° opw rotatie.
Stel: lig. Conoïdeum is kapot → je verliest 20° vd 60° bew in de scapula.
SAMENGEVAT: axiale clav rot = gevolg van spanning op lig conoideum, als
dit lig wegvalt dan is er onvoldoende scapulaire opw rot dit kan ontstaan
bij een val op het sleutelbeen en zal leiden tot chron schouderpijn sec op
verkleinde ROM.
3
, 2. MECHANICA EN PATHOMECHANICA SPIERACTIVITEIT
Indeling spieren volgens versch categorieën: zie tabel ppt / cursus p9 deeltje aanvullingen in
kinesiologie + biomech vd schouder.
• Dynamische stabiliteit GH: RC
• Scapulothoracale stabiliteit/functie: krachtenkoppels scapulaire spieren
• M. deltoideus = prime mover
2.1 Functie
M. levator • Elevatie + neerw rot scalp + retractie (add scapula)
scapulae + • Posturale functie: scapula tegen de rompwand houden tegen Fz, deze spieren
rhomboideï moeten kunnen ontspannen om bew toe te laten.
o Vaak drukpijn in lev scap → ontspannen niet genoeg → kan schouderpijn
geven omdat je ↓ bew hebt in scapula.
• Prime mover functie: bewuste neerw rotatie scapula met retractie bij iets in
achterzak steken. Hierbij contractie lev scalp + rhomboidei nodig maar om elevatie
scapula tegen te gaan wordt M pect minor actief voor depressie scapula en krijgen we
een krachtenkoppel PM-LS + rhomboidei
Hypertonie van levator scapulae + rhomboidei
• Neerw rotatiestand scapula → risico functioneel impingement ↑ door SA-vernauwing
bij elevatie arm!
• Pijn + drukgevoeligheid is waar te nemen thv margo med + angulus sup.
• Freq voorkomend
2.2 Functie:
M. pectoralis Heeft anterieure O + I:
minor • Bij geïsoleerde contractie: anterieure tilt scapula → leidt tot een automatische
elevatie scapula (door hefboomwerking)
GKK/okselkrukken:
Krukken zorgen voor elevatie scapulae
• lower trapezius + latissimus dorsi helpen PM mee met scapulaire depressie.
• PM kan hypertoon worden of verkorten bij te lang gebruik v deze krukken.
Krachtenkoppel Pect Min + lev scalp
• PM: neerw rot + abd scapula (protractie)
• LS: neerw rot + add scapula (retractie)
Hypertonie PM:
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ccmdc. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.