Algemene vormen van bestuurdersaansprakelijkheid
1. Interne bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 BW)
2. Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement (art. 2:138 en 2:248 BW)
3. Externe bestuurdersaansprakelijkheid (art. 6:162 BW)
Overige vormen van wettelijke bestuursaansprakelijkheid
4. Aansprakelijkheid bij vermogensuitkering (art. 2:216 BW)
5. Aansprakelijkheid bij misleidende jaarrekening (art. 2:139 en 2:249 BW)
6. Aansprakelijkheid in concernverhoudingen (art. 2:11 BW)
Schakelbepaling 2:149/2:259 BW
Artikel 2:9 en artikel 2:138/2:248 BW zijn van overeenkomstige toepassing op commissarissen. Als een
bestuurder zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld, wil dat niet perse zeggen dat de commissaris ook
onbehoorlijk toezicht heeft gehouden.
Schema
Interne Externe Aansprakelijkheid in
bestuurdersaansprakelijkheid bestuurdersaansprakelijkheid faillissement
Onbehoorlijke taakvervulling Onbehoorlijke taakvervulling is een Onrechtmatige daad
belangrijke oorzaak van faillissement
Wie Collectieve aansprakelijkheid Iedere bestuurder hoofdelijk Individuele aansprakelijkheid
aansprakelijk
Tegenover Vennootschap Boedel (curator) Derden
Norm Ernstig verwijt Geen redelijk denkend bestuurder Persoonlijk voldoende ernstig
Beoordeling aan de hand van verwijt
alle omstandigheden van het
geval
Bewijsvermoedens: Twee gevalstypen:
a. Weerlegbaar a. Beklamel-situaties
b. Onweerlegbaar b. Bewerkstelligen of toelaten
Disculpatie Lid 2 Lid 3
• Taakverdeling • Taakverdeling
• Maatregelen • Maatregelen
,1.1 | Interne bestuursaansprakelijkheid
Artikel 2:9 BW
Iedere bestuurder is gehouden tot behoorlijke vervulling van zijn taak.
Het uitgangspunt is een inspanningsverplichting: het bestuur is verplicht om zich in te spannen om zijn taak
behoorlijk te vervullen.
Norm
De norm is ernstig verwijt. Je beoordeelt dit aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
Het arrest HR Staleman/Van de Ven bevat een indicatieve lijst van omstandigheden die ‘in aanmerking te
nemen’ zijn.
HR Staleman/Van de Ven
Casus | Staleman en Richelle waren bestuurder van Van de Ven Automobielbedrijf BV. Gedurende hun directeurschap
hebben ze een aantal lease-activiteiten ontwikkeld die zwaar verliesgevend bleken. Zij worden door de vennootschap
aangesproken op grond van onbehoorlijk bestuur. In cassatie richten de bestuurders zich tegen het oordeel van het
hof dat hen ‘een ernstig verwijt van onbehoorlijke taakvervulling kan worden gemaakt in de zin van art. 2:9 BW’.
Rechtsvraag | Wat is de maatstraf die de rechter dient te hanteren bij de vraag of een bestuurder op grond van artikel
2:9 BW tegenover de vennootschap aansprakelijk is voor geleden schade?
Rechtsregel | De bestuurder moet voor aansprakelijkheid op grond van artikel 2:9 BW een ernstig verwijt te maken
zijn en dit dient te worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
Omstandighedencatalogus
a. Aard van de door de rechtspersoon uitgeoefende activiteiten
b. Daaruit voortvloeiende risico’s
c. Gegevens waarover de bestuurder beschikte of behoorde te beschikken ten tijde van de aan hem verweten
beslissingen of gedragingen
d. Sectorale wetgeving
e. Taakverdeling binnen het bestuur
f. De omstandigheid dat er is gehandeld in strijd met (statutaire) bepalingen die de vennootschap beoogt te
beschermen geldt als een zwaarwegende omstandigheid, waarbij aansprakelijkheid in beginsel is gewezen (HR
Berghuizer Papierfabriek)
g. Maatmanbestuurder
Geobjectiveerde maatman / maatmanbestuurder
Inzicht en de zorgvuldigheid die mag worden verwacht van een bestuur die voor zijn taak aangesteld is en deze
nauwgezet vervult.
De vordering en decharge
Wie besluit tot het instellen van een vordering op grond van artikel 2:9 BW?
a. Het bestuur
b. De Algemene Vergadering
Indien het bestuur de vordering instelt, zou het een bestuurstaak moeten zijn. Als de Algemene Vergadering
de vordering instelt, dan zou het wellicht op basis van de restbevoegdheid zijn. Er zou ook kunnen worden
aangeknoopt bij de bevoegdheid om decharge te verlenen. De Algemene Vergadering verleent decharge,
dus dan zou de Algemene Vergadering ook bevoegd zijn om de vordering in te stellen. Indien de
bevoegdheid tot decharge en ontslag niet bij hetzelfde orgaan ligt, dan geldt dat het orgaan dat tot
decharge bevoegd is, als bevoegd tot het instellen van de vordering geacht, tenzij bij de statuten anders
bepaald.
Indien het besluit tot het instellen van de vordering is genomen, dan dient er ook te worden
vertegenwoordigd (= geen direct extern werkend besluit). Het bestuur vertegenwoordigt in beginsel,
alsmede individuele bestuurders. Bij een interne aansprakelijkheidsvordering komt het er vaak op neer dat
het nieuwe bestuur het oude bestuur aansprakelijk stelt. Op grond van het collectiviteitsbeginsel zal er niet
snel binnen een bestuur een medebestuurder aansprakelijk worden gesteld.
,Decharge
1. Wat is decharge?
De vennootschap neemt afstand van het recht om de bestuurder aansprakelijk te stellen. Decharge
betreft een onthe ng van aansprakelijkheid voor bestuurders en commissarissen, speci ek met
betrekking tot hun handelen in de interne verhouding tot de vennootschap. Deze onthe ng heeft geen
betrekking op aansprakelijkheid tegenover derden, inclusief individuele aandeelhouders die buiten het
bestuur staan.
2. Wie verleent decharge en waar blijkt dat uit?
Artikel 2:138/248 lid 6 BW
De wet spreekt van kwijting. Deze artikelen worden genoemd als juridische basis voor de mogelijkheid
tot het verlenen van decharge: decharge heeft alleen invloed op de interne aansprakelijkheid binnen de
vennootschap. Naar algemene opvatting en blijkens de wetsgeschiedenis kan de Algemene Vergadering
decharge verlenen. Vroeger bepaalden de statuten dat vaststelling van de jaarrekening door de
Algemene Vergadering ook strekt tot decharge van het bestuur.
Artikel 2:101/210 lid 3 BW
De vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan een bestuurder of commissaris.
Uitzondering indien alle aandeelhouders tevens bestuurder zijn: artikel 2:238 lid 2 BW.
Welke grondslagen zijn er voor de Algemene Vergadering om het besluit tot decharge te nemen?
• Artikel 2:101/210 lid 3 BW: indien je a-contrario beredeneert zou je kunnen zeggen dat de
bevoegdheid tot het vaststellen van de jaarrekening ook de bevoegdheid van het verlenen van
decharge inhoudt.
• Artikel 2:107 BW: restbevoegdheid.
• Artikel 2:232 jo. 234 BW: het orgaan dat benoemt en ontslaat, zou logischerwijs ook het orgaan
moeten zijn dat kan besluiten over het verlenen van decharge.
Welke grondslag je ook kiest, de Algemene Vergadering is het orgaan waar je uit komt.
De route die je kiest is echter wel van invloed, want indien je bepaalt om op basis van de
restbevoegdheid de bevoegdheid tot decharge toe te kennen dan komt de vervolgvraag: kan je
restbevoegdheid van de Algemene Vergadering aan een ander orgaan toebedelen? Indien je de andere
twee routes kiest loopt je niet het risico dat deze zijn toebedeeld aan een ander orgaan, omdat deze
dwingendrechtelijk toekomen aan de Algemene Vergadering.
3. Wat voor besluit is het besluit tot decharge?
Het besluit tot decharge wordt genomen door de Algemene Vergaderingen is een besluit met direct
externe werking. De vennootschap is door het besluit rechtstreeks gebonden en doet daarmee afstand
van het recht van verhaal jegens de gedechargeerde bestuurder of commissaris.
4. Wat is de reikwijdte van een verleende decharge?
De reikwijdte van een decharge is beperkt tot datgene wat bekend is gemaakt aan de algemene
vergadering, met name via de jaarrekening of andere mededelingen. Handelingen die niet uit deze
documenten blijken, vallen niet onder de decharge, vooral als deze handelingen verzwegen zijn of op
onrechtmatigheid wijzen.
ffi ffifi
, 1.2 | Bestuurdersaansprakelijkheid in faillissement
Artikel 2:138 en 2:248 BW
In beginsel is iedere bestuurder hoofdelijk aansprakelijk is voor het boedeltekort als het bestuurder zijn taak
kennelijk onbehoorlijk heeft vervuld en het aannemelijk is dat dit een belangrijke oorzaak is van het
faillissement.
Vereisten:
1. Faillissement
2. Onbehoorlijk bestuur
HR Panmo | Het het moet gaan om handelingen die geen redelijk denkend bestuurder zou hebben
verricht. Bij interne aansprakelijkheid is het criterium ‘ernstig verwijt’ (komt op hetzelfde neer).
3. Causaal verband onbehoorlijk bestuur en faillissement
HR Panmo
Casus | Panmo Produktie B.V. drijft een groothandel in confectiekleding.
Panmo is gelieerd aan de Belgische vennootschap Snijbedrijf N.V. Panmo Produktie B.V. doet op regelmatige basis
zaken met Scarpa GmbH & Co KG (Duitse dochtervennootschap van Snijbedrijf N.V.) In de jaren 1989 en 1990 leidt
Panmo in een teruglopende markt verliezen. In een poging haar omzet en marktaandeel te beschermen neemt
Panmo managementtaken van Scarpa GmbH & Co KG over en handelt onder meer de voor Scarpa bestemde
leveringen zelf af. De betaling van de leveringen wordt doorbelast aan Scarpa.
Scarpa blijkt uiteindelijk niet in staat Panmo terug te betalen en uiteindelijk wordt Panmo op eigen aangifte failliet
verklaard door de rechtbank. De curator spant een procedure aan tegen de bestuurders en (mede) beleidsbepalers
van Panmo Produktie B.V. op grond van artikel 2:248 BW en vordert dat de bestuurders en (mede) beleidsbepalers
worden veroordeeld tot betaling van het boedeltekort.
Twee procedures:
1. Terzake 20%-aandeelhouder Hamelinck
2. Terzake Van Dijk (de in het handelsregister ingeschreven enig bestuurder in formele zin van Panmo), alsmede
Dekkers (een van de aandeelhouders van Sawi, in het verleden directeur van Panmo en in de periode voor het
faillissement mogelijk (mede)beleidsbepaler van Panmo).
Rechtsvraag | Wanneer is sprake van een kennelijk onbehoorlijke taakvervulling in de zin van artikel 2:248/138 BW?
Rechtsregel | r.o. 4.7
De regel uit artikel 2:248 lid 1 BW strekt tot bescherming van de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de
gefailleerde vennootschap. Van kennelijk onbehoorlijke taakvervulling in de zin van artikel 2:248 lid 1 BW kan slechts
worden gesproken als geen redelijk denkend bestuurder – onder dezelfde omstandigheden – aldus gehandeld zou
hebben. De rechter zal steeds in concreto een inhoudelijke afweging moeten maken of objectief gezien, rekening
houdend met wat in de betrokken bedrijfstak van bestuurders kan en mag worden verwacht, het bestuurshandelen
als onbehoorlijk moet worden aangemerkt. Daarbij kan er, zoals in deze uitspraken wordt bevestigd, ook sprake zijn
van onbehoorlijke taakvervulling zonder dat bij een of meer van de bestuurders sprake is geweest van opzet om
schuldeisers te benadelen of, de keerzijde daarvan, om de vennootschap (laat staan zichzelf) te bevoordelen.
Analyse
Uit het Panmo-arrest kan men opmaken dat ernstig verwijtbaar handelen geen voldoende grond is om kennelijk
onbehoorlijk bestuur aan te nemen. Voor het aannemen van hoofdelijke aansprakelijkheid van bestuurders bij
faillissement geldt aldus een zwaardere maatstaf dan voor de interne aansprakelijkheid van artikel 2:9 BW
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NuNu2001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €15,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.