Een complete samenvatting van het vak 'Inleiding onderzoeksmethoden voor mens- en maatschappijwetenschappen' aan de VUB zoals gegeven door prof. Gadeyne, op basis van het handboek door Roose & Meuleman.
Waarom sociaal onderzoek?
• Steeds ingegeven door vragen
o Sociale onderzoekers stellen voortdurend vragen
o Bronnen voor vragen?
§ Nieuwsgierigheid
§ Persoonlijke ervaring
§ Berichtgeving in de media, colleges, wetenschappelijke literatuur, boeken,
conferenties, …
1. Beschrijven van een fenomeen
ð (wat is x? Of welke vormen veronderstelt x?)
2. Verklaren van oorzaken en gevolgen van een fenomeen
ð (is y beïnvloed door x, of is y een gevolg van x?)
3. Voorspellen van een uitkomst
ð (gebeurt y onder omstandigheden a en b?)
4. Evalueren van een fenomeen
ð (leidt x tot bv. de voordelen die het claimt te hebben?)
5. Ingrijpen en ontwikkelen van goede praktijken
ð (hoe kan y verbeterd worden?)
6. Empowerment
ð (hoe kunnen we het leven van degenen die we onderzoeken verbeteren?)
• Voorbeelden:
o Klimaatopwarming
§ Twee tegengestelde visies
§ Leidt wetenschap niet tot ware kennis over de wereld?
• Onpartijdigheid?
• Nee, vaak beïnvloeding door derde partijen zoals oliemaatschappijen
o The rotting Big Apple
§ Causaal verband? (x is oorzaak van y) => 3 voorwaarden:
• Er is een statistisch verband tussen x en y
• Als x oorzaak is van y, dan moet x in de tijd voorafgaan aan y
• Relatie tussen x en y blijft bestaan wanneer je controleert voor alle
andere variabelen die mogelijks een impact kunnen hebben op x EN
op y
o Verkiezingspolls
§ Missings? -> Verkeerde steekproef genomen om de volledige populatie mee
te vertegenwoordigen
3
,Wat is wetenschap?
• Verschil tussen verwerven alledaagse en wetenschappelijke kennis?
o strikte regels om de kwaliteit te waarborgen en zo tot geldige en betrouwbare
kennis te komen
• Wat is wetenschap?
o Systeem/methode om tot gefundeerde kennis te komen
o Langzaam eeuwenlang proces: alle kennis is tijdelijk, er bestaat geen absolute kennis
=> kennis kan altijd bijgestuurd worden
o Geaccumuleerde kennis: georganiseerd in theorieën en gestoeld op empirische
gegevens
• Gefundeerde kennis?
1. Volgens systematische procedures (gebaseerd op regels)
2. Op objectieve wijze
3. Getoetste en falsifieerbare kennis
4. Volgt een bepaalde cyclus
Welke aanpak?
1. Systematische procedures
o Onderzoek = methodisch
o Steeds gebaseerd op gestructureerde, empirische observatie
o Systematiek laat toe dat onderzoek herhaalbaar is
o Voorkomt ‘lukrake’ pogingen om kennis te verzamelen
2. Objectiviteit
o Onbevooroordeeld en objectief observeren, analyseren en rapporteren
o Relatief: zekere mate van subjectiviteit = onvermijdelijk zeker in sociale
wetenschappen waar onderzoeker deel uitmaakt van de samenleving die hij
onderzoekt
o Intersubjectiviteit
3. Toetsbaar en falsifieerbaar
o Onderzoek moet geverifieerd kunnen worden
§ Bewijsvoering moet altijd uitgedaagd en bevraagd kunnen worden
§ Alle kennis is tijdelijk
-> wetenschappelijke kennis moet gedeeld worden en openbaar zijn om eventuele
onjuistheid te kunnen controleren
o Peer-review
4. Volgens de onderzoekscyclus
1. Onderwerp
2. Onderzoeksvraag
3. Onderzoeksplan
4. Data verzamelen: kwantitatieve of kwalitatieve data
5. Data-analyse
6. Interpretatie
7. Rapportering
4
,Alternatieve bronnen van kennis
Verschillende bronnen:
• Eigen waarnemingen en ervaringen:
o observatie gaat meestal vertekend zijn door je eigen ervaring (bv je bent omgereden
door een vrachtwagen, dan zijn alle vrachtwagen roekeloos en ga je de voorzichtige
niet opmerken door de slechte ervaring)
• (Sociale) media:
o media kan gebruik maken van gefundeerd wetenschappelijk onderzoek
MAAR kan ook niet doen
-> media is laatste tijd meer vluchtig en minder secuur
• Ideologieën (cultureel & religieus)
o voldoet niet aan criteria wetenschappelijk onderzoek: niet toetsbaar
Positie van mens- en maatschappijwetenschappen
• Alfa- en betawetenschappen
o Scheiding tussen natuur- en geesteswetenschappen
§ Natuur- of betawetenschappen: natuurwetten
§ Geestes- of alfawetenschappen: studie van product menselijk handelen
§ Product van de 19de eeuw
• Charles P. Snow (1959) “The Two Cultures”
=> klaagt aan dat er te veel middelen gaan naar de
geesteswetenschappen, men moet meer investeren in
natuurwetenschappen om de maatschappij vooruit te brengen
=> strijd om middelen tussen de 2 wetenschappen
o Methodestrijd:
§ Exacte wetenschappen gebruikt de natuurwetenschappelijke methode, vaak
gebaseerd op experimenteel onderzoek
=> bestuderen de natuur
§ Geesteswetenschappen proberen te interpreteren
=> onderzoeken producten van het menselijk handelen
o De scheiding tussen alfa- en betawetenschappen heeft historisch grote invloed
uitgeoefend op de methodestrijd binnen de mens- en maatschappijwetenschappen
• Gammawetenschappen: sociale wetenschappen
o Komen vooral in de loop van de 20ste eeuw tot stand
§ Jerome Kagan (2009) “The three cultures”
o Gammawetenschappen & gammacanon: studie van menselijk handelen
§ Methodologie is een belangrijk onderdeel van elke discipline
o Methodestrijd binnen de gammawetenschappen, 2 stromingen:
1. Natuurwetenschappelijke methode overnemen
-> objectief waarnemen, wetten detecteren in de sociale maatschappij
2. Niet waar WANT mens heeft rede:
-> interpreteert en geeft betekenis aan zijn realiteit
-> niet te onderzoeken via de natuurwetenschappelijke methode
-> onderzoeker moet inleven
5
, Methodestrijd
• W. Dilthey:
o Sociale wetenschappen: eigen methodologische grond
o Object sociale wetenschappen kan niet benaderd worden via experimentele methode
(natuurwetenschappen) of introspectie (geesteswetenschappen)
o Menselijke vrije wil laat zich niet in wetmatigheden vertalen
o Begrijpen in historische context
• E. Durkheim
o Sociale fenomenen voltrekken zich volgens onderliggende wetmatigheden
• M. Weber
o Sociale verschijnselen gedetermineerd door sociale wetmatigheden en product van
menselijke wil
Context van sociaal onderzoek
• Sociaal onderzoek vindt niet plaats in een vacuüm, maar in een context
o Bepalende elementen van die context?
§ Theorieën
§ Bestaande kennis
§ Visie op de relatie tussen theorie en onderzoek
§ Epistemologische beschouwingen
§ Ontologische beschouwingen
§ Ethische beschouwingen
§ Doel onderzoek
§ Politieke context
§ Persoonlijkheid van de onderzoeker
6
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur spookslotje. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.