Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting literatuur strafrechtelijk sanctierecht €10,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting literatuur strafrechtelijk sanctierecht

1 vérifier
 68 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Samenvatting van alle voorgeschreven literatuur van strafrechtelijk sanctierecht (670070-M-6) aan de Universiteit van Tilburg (2024)

Aperçu 5 sur 77  pages

  • Non
  • Zie syllabus
  • 9 mai 2024
  • 77
  • 2023/2024
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: lolavulders • 5 mois de cela

avatar-seller
Week 1

H1 en 2.4.1

Sanctiestelsel van WvSr van 1881:
- Totstandkoming van WvSr in 1881 → inwerking getreden in 1886
- Karakteristieken sanctiestelsel 1881:
- Relatief mild: geen lijfstraffen en onterende straffen, keuze voor beperkt aantal straffen
- Overzichtelijk: onderlinge vergelijkbaarheid van straffen bevorderen
→ 3 hoofdstraffen: gevangenisstraf (opzettelijk begane misdrijven), hechtenis en
geldboete (overtredingen en culpoze misdrijven)
→ hoofstraffen konden niet gecombineerd worden omdat aard van
vrijheidsbeneming en geldboete zodanig van elkaar verschilden
→ bijkomende straffen in combinatie met hoofdstraf: ontzetting van bepaalde
rechten, verbeurdverklaring, plaatsing in rijkswerkinrichting en openbaarmaking van
rechterlijke uitspraak
- Vrijheidsstraf als centrale straf: ook mogelijkheid van voorwaardelijke invrijheidstelling
- Eensporig de straf: strafstelsel, alleen maatregel van plaatsing in krankzinnigengesticht
- Prominente rol voor strafrechter: grote mate van straftoemetingsvrijheid

Theoretische achtergronden:
- Ontwikkeling waarin accent van bestraffing verandert van lichaam naar vrijheid van veroordeelde
- (Neo-)klassieke strafrechtvaardigingstheorieën:
- trachten om rationele grondslag te vinden voor straffen
- vrijheid van individuele burger wordt tot uitgangspunt genomen
- doel van bestraffing = dader beletten zijn medeburgers door strafbare feiten verder te
benadelen en medeburgers ervan af schrikken hetzelfde te doen als dader
- preventie
- relatieve strafrechtstheorie: grondslag van en rechtvaardiging voor straffen worden gezocht
in het te verwachten toekomstig effect ervan
- uitgangspunt dat straf middel kan zijn tot beïnvloeding van gedrag van burgers
- strafbedreiging dient niet hoger te zijn dan noodzakelijk uit oogpunt van preventieve
doel
- wettelijke strafdreiging fungeert als waarborg ter voorkoming van wrede, ongelijke
en onvoorspelbare bestraffing
- absolute strafrechtstheorie: vergelden van schuld (retributivistische theorie)
- strafmaat dient te worden afgestemd op ernst van misdaad en niet op eventuele
gevolgen van straf
- straf wordt gezien als morele of noodzakelijke reactie op hetgeen is misdaan
- neoklassieke strafrechtstheorie: strafmaat wordt bepaald aan de hand van proportionele
schuldvergelding, er is wel een bovengrens van de straf
- er mag niet meer leed worden toegevoegd dan verantwoord is in licht van ernst van
feit en schuld van dader
- Moderne richting:
- noodzaak van beveiliging van samenleving (verwerping van leer van sociale contract)
- wetenschappelijke benadering waarbij disciplines antwoord moesten bieden op vraag
waarom dader tot begaan van misdrijf was gekomen (verwerping van vooronderstelling van
vrije wil op basis waarvan rationele afweging wordt gemaakt)
- benadrukking van bescherming van collectief tegen gevaarlijk geachte personen

, - zo doelmatig mogelijke straf opleggen waarbij persoon en persoonlijke omstandigheden van
dader leidend zouden moeten zijn
- straf is primair een instrument van sociale controle, niet morele reactie op verwijtbaar
begaan onrecht
- combinatie: nadruk op doelmatigheid van straffen en wetenschappelijk georiënteerde
aandacht voor persoon en persoonlijke omstandigheden van dader leidde ertoe dat
onderscheid werd gemaakt tussen verschillende categorieën daders
→ gelegenheidsmisdadigers en gewoontemisdadigers

Ontwikkeling van sanctiestelsel vanaf 1900:
- Voorwaardelijke modaliteiten en maatregelen: introductie bijzonder sanctiestelsel voor jeugdigen
(1905); voorwaardelijke veroordeling in volwassenenstrafrecht (1915); uitbreiding v.i.; wettelijke taak
reclassering (1925); ontwikkeling van maatregel als 2e spoor; psychopathenwetten (1925/1928)
- Speciale preventie had centrale rol tussen strafdoelen ingenomen (1900-1910)
→ opgelegde straffen waren milder geworden
- Autoritaire beweging (jaren 30) = tegenbeweging → onvrede over milde strafklimaat
- Na WOII: opvoedingsgedachte, aandacht voor persoon van dader herleefde
- Abolitionisme = afschaffing van strafrecht
- Herstelrecht: conflictoplossing als strafdoel → herstellen van aangerichte schade (Hulsman)
- Jonkers: fundamenteel en intrinsiek verband tussen misdaad en straf
- straf is in wezen vergelding van schuld
- grond van bestraffing is gelegen in vergelding van onrecht en schuld
- vergelding als grond voor straf maar daarnaast ook legitiem en geschikt strafdoel nastreven:
norminprenting, beveiliging, resocialisatie, voorkomen van eigenrichting en conflictoplossing
- niveaus:
- wetgever: richten op strafdoeleinden van bekrachtigen van norm en generale
preventie
- strafoplegger: normhandhaving, waarmaken van wettelijke strafdreiging en dempen
van onrust, ook speciaal-preventieve doeleinden
- executief: waarmaken van door rechter opgelegde straf, bij vrijheidsstraf is
resocialisatie belangrijk strafdoel
e
- Begin 21 eeuw: discussie over grondslag en functie van straffen
- behoefte aan directe, stevige en effectieve reactie op strafbaar gedrag
- weren van maatschappelijke risico wordt belangrijk uitgangspunt voor beleid
→ introductie van vrijheidsbeperkende maatregel: contactverbod, gebiedsverbod
en/of meldplicht

Karakteristieken sanctiestelsel nu:
- Relatief mild: tenuitvoerlegging van vrijheidsstraf is in loop van tijd milder geworden (geen eenzame
opsluiting meer); mogelijkheden van rechter om lichtere straffen op te leggen is sterk toegenomen
- Afgenomen overzichtelijkheid: aantal sancties is uitgebreid; toegenomen differentiatie waardoor
straffen minder goed met elkaar te vergelijken zijn; meer cumulatiemogelijkheden
- Vrijheidsstraf verliest positie als centrale straf: toenemende mogelijkheid voor geldboetes,
introductie van v.i. en invoering taakstraf
- Van eensporig naar tweesporig: met introductie van tbr kreeg maatregel vaste plaats in
sanctiestelsel; er is 2e pijler ontwikkeld voor op herstel gerichte maatregel
- Strafmonopolie van strafrechter doorbroken: vertrouwen in rechterlijk oordeel over straftoemeting
toegenomen door uitbreiding van aantal sancties, mogelijkheden van v.i., toegenomen
mogelijkheden sancties met elkaar te combineren en verhoging van strafmaxima

, → positie van strafrechter is minder prominent geworden:
1. Strafmonopolie van strafrechter is doorbroken: steeds meer zaken worden door
OM afgedaan (sepot, transactie en strafbeschikking)
2. Rechter heeft nauwelijks invloed op de wijze waarop straf ten uitvoer wordt gelegd

Straffen en maatregelen:
- Tweesporenstelsel: onderscheid tussen straf en maatregel is uitgangspunt
- Straffen en vergelden zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden
- Grondslag straf is gelegen in vergelding van schuld van verdachte aan bepaald strafbaar gesteld feit
- Door iemand te straffen wordt hij persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor het begane feit
- Straf mag mate van schuld niet overtreffen
- HR: geen straf mag worden opgelegd die zwaarder is dan door schuld van dader wordt
gerechtvaardigd vindt geen steun in het recht
- Vergelding vindt plaats door verdachte opzettelijk leed toe te voegen
- Beveiligingsmaatregelen = samenleving beogen te beschermen tegen bepaald gevaar dat persoon
geacht wordt te veroorzaken
- Herstelmaatregelen = toekomstgericht en strekken ertoe oorzaken van strafbare gedrag weg te
nemen, reparatoir karakter
- Vrijheidsbeperkende maatregel = voorkomen van recidive of dienen ter bevordering van rust van
slachtoffer na begane feit
- Onderscheid tussen straffen en maatregelen is niet heel scherp



Normering van het risicostrafrecht. Over retributie en het ‘Quarantaine-model’ – Ligthart & Waal

Inleiding:
- Dominante strafrechtscultuur in NL wordt gevormd door combinatie van strafrechtstheorieën
- Verenigingstheorie = vergelding is grondslag voor straf en strafdoel is speciale/generale preventie
→ straffen is toebrengen van verdiend leed (= retributie)
- Vergelding legitimeert oplegging van straf maar biedt ook bescherming aan verdachte doordat zij
straf begrenst
- Retributief straffen verplicht dat straf in proportionele verhouding staat tot ernst van daad en
verwijt dat verdachte kan worden gemaakt
- Strafdoelen van speciale en generale preventie leiden uiteindelijk tot geïndividualiseerde
straftoemetin
- Nadruk ligt steeds meer op risicopreventie: strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen,
toenemend gebruik van gevaarscriteria en risicotaxatie voor nemen van strafrechtelijke beslissingen,
invoering van beveiligingsmaatregelen (tbs, isd, vrijheidsbeperkende maatregelen
gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel) → risicostrafrecht
- Kritieken op risicostrafrecht: immorele kanten van risicostrafrecht dat dreigt uit te dijen zonder
duidelijk begrenzend mechanisme zoals proportionaliteit met ernst van delict en mate van schuld
(zoals vereist binnen typisch retributief strafrecht)

Epistemische argument tegen retributivisme:
- Neurowetenschappers: retributivisme kan niet gerechtvaardigd worden want vrije wil bestaat niet
- Retributivisme: rechtvaardiging voor opleggen van straf is gelegen in feit dat daders hun straf
verdienen doordat ze verantwoordelijk zijn voor gepleegd delict → afhankelijk van vrije wil
- Libertaristische theorie = vrije wil is onverenigbaar met determinisme, werkelijkheid is niet (volledig)
gedetermineerd waardoor ruimte bestaat voor zoiets als vrije wil

,- Compatibilistische theorie: natuurwerkelijkheid is gedetermineerd maar er is wel ruimte voor zoiets
als vrije wil omdat individuen tot zeker mate beschikken over controle en rationaliteit
- Sceptische theorie: vrije wil en morele verantwoordelijkheid bestaat niet
- Hard-determinisme: er is geen vrije wil
- Postuleren (veronderstellen) van vrije wil:
1. Illusionisme: het moreel verantwoordelijk houden en bestraffen van individuen zijn
fundamentele praktijken voor functioneren van samenleving; vrije wil zou noodzakelijke
illusie zijn die mensen zich aanmeten
2. Strafwetenschap kan uitgaan van positie die in normatief opzicht aantrekkelijk en
consistent is met metafysische positie die te verdedigen valt o.g.v. plausibele, relatief niet-
controversiële wetenschappelijke en filosofische theorieën (zoals compatibilisme)
- Premissen uit epistemisch argument tegen retributivisme: (Caruso)
1. Strafrechtelijke bestraffing voegt intentioneel leed toe aan individuen
→ door ingrijpendheid moet rechtvaardiging voor strafrechtelijke straffen voldoen
aan hoge epistemische standaard
2. Retributivistische rechtvaardiging van strafrechtelijke straffen veronderstelt dat individuen
moreel verantwoordelijk zijn in zin van basic desert; retributivisme gaat ervan uit dat daders
leedtoevoeging verdienen
3. Als veronderstelling niet voldoet aan hoge epistemische standaard zoals bedoeld bij 1 is
het retributivisme prima facie moreel onjuist
4. Retributivistische veronderstelling dat individuen moreel gezien verantwoordelijk zijn in zin
van basic desert gaat gepaard met stevige, onopgeloste bezwaren en onduidelijkheden
waardoor hoge epistemische standaard niet wordt gehaald
5. Het retributivisme en daaraan verwante leedtoevoeging zijn moreel onjuist
- Hoe ernstige leedtoevoeging is, hoe hoger de epistemische standaard moet zijn voor het
rechtvaardigen van die leedtoevoeging → bewijslast ligt bij leedtoevoegende partij (OM)
→ voor ingrijpendere bevoegdheden is meer zekerheid vereist (‘ernstige bezwaren’ i.p.v.
‘redelijk vermoeden’)
- Bepalen bewijsmaatstaf Caruso: kijken naar ernst van leed dat wordt toegebracht in strafrecht
→ er moet buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat individuen moreel
verantwoordelijk zijn in zin van basic desert
→ bij mogelijke oplegging van vrijheidsbenemende straf zal zwaardere bewijslast moeten
worden aangelegd (beyond a reasonable doubt)
- Caruso: prudentiële bewijsmaatstaf van buiten redelijke twijfel moet worden toegepast bij
rechtvaardiging van retributivisme
→ als vrije wil en morele verantwoordelijkheid niet buiten redelijke twijfel kunnen worden
verdedigd is retributivisme moreel ongerechtvaardigd
- Epistemische argument: rechtvaardiging van vrije wil hangt af van praktijk die zich op dat geloof
baseert → als praktijk leed toevoegt moet worden voldaan aan hoge epistemische standaard
- Caruso en Pereboom: retributivisme moet verworpen worden en strafrecht ontwikkelen naar PHQ-
model

Alternatieve Public Health-Quarantine-model:
- Consequentialisme: straf moet in teken staan van voorkomen van verdere criminaliteit
→ straf staat niet in direct verband met toebrengen van verdiend leed
- Bezwaren tegen consequentialisme:
1. Zware straffen zijn te rechtvaardigen omdat zij geen inherent proportionaliteits-
mechanisme bevatten

, 2. Er is geen principieel onderscheid tussen individuen aan wie wel of geen straf mag worden
opgelegd; streven = generale preventie door afschrikking
→ bestraffing van willekeurige derde is gerechtvaardigd, zodat potentiële misdadigers
geloven dat er gehandhaafd wordt
3. Het is immoreel om individu uitsluitend te gebruiken als middel tot bepaald doel en niet als
doel op zich
→ voornaamste probleem van consequentialistische strafbenaderingen is dat zij leed
toevoegen aan individu ‘enkel’ ten behoeve van algemeen nut (afschrikking, heropvoeding en
onschadelijkmaking)
- Incapacitatiebenadering in analogie met quarantaine is meest overtuigende rechtvaardiging voor
strafrecht → strafrecht kan niet gerechtvaardigd worden op retributivistische gronden omdat er te
weinig zekerheid bestaat over bestaan van vrije wil om te kunnen stellen dat daders straf verdienen
- Matigende principes die voortvloeien uit quarantaine-analogie:
1. Eis van subsidiariteit: strafrechtelijk sanctioneren is enkel legitiem voor zover noodzakelijk
voor bescherming tegen specifiek gevaar (kiezen voor minst ingrijpende sanctie)
2. Sancties moeten voldoen aan eis van proportionaliteit
3. Sanctionerende overheid moet zich actief inzetten op resocialisatie van veroordeelden
→ als dit geen optie is moet langdurige vrijheidsontneming in beveiligingsomgeving
in redelijke verhouding staan tot gevaar dat uitgaat van betrokkene
- Caruso: quarantainebenadering moet worden aangevuld met normerende uitgangspunten die
gelden in volksgezondheidsethiek (autonomie, rechtvaardigheid en menselijke waardigheid)
‘a core moral function of criminal justice system is to identify and remedy social and
economic inequalities responsible for crime’
- Beperken van strafrechtelijk ingrijpen van overheidsoptreden → overheid moet serieus preventief
sociaal beleid voeren dat zich richt op sociale determinanten van crimineel gedrag
- Resocialisatieprincipe: taak van overheid om gedetineerden te helpen ‘ontvankelijk’ te worden voor
maatschappelijk geldende normen

Begrenzing van sancties: vergelding en/of gevaar als begrenzende principes?
- Als epistemische argument wordt gevolgd vervallen schuld en vergelding als grondslag en
begrenzing van straf → als bestaan van vrije wil en verantwoordelijkheid van basic desert niet buiten
redelijke twijfel kan worden vastgesteld is het bewust toebrengen van leed in vorm van straf o.g.v.
schuld en vergelding moreel gezien onjuist
- Bij PHQ-model speelt specifieke gevaar dat uitgaat van individuele veroordeelde een uitdrukkelijke
rol in begrenzing van sanctiesoort en -duur → sancties moeten proportioneel zijn aan gevaar en
voldoen aan eis van subsidiariteit
- Bijlsma, Franken en Van Kampen: straffen wordt begrensd door schuldbeginsel wat risico op
willekeurig en overmatig strafrechtelijk overheidsingrijpen beperkt
- Straffunderingsschuld: verwijtbaarheid als strafrechtelijk schuldconcept dat het sterkst in verband
staat met morele basic desert-verantwoordelijkheid
→ verwijtbaarheid fundeert straf omdat alleen verwijtbare daders straf verdienen
- verwijtbaarheid wordt in strafproces meestal niet positief-inhoudelijk vastgesteld
- schulduitsluitingsgronden zijn juridisch-normatief sterk afgebakend
- bepaalde factoren worden nauwelijks meegewogen bij vaststellen van strafrechtelijke
schuldverwijt (achtergestelde maatschappelijke positie, leven in armoede, etc.)
→ kan wel verzachtende omstandigheden opleveren die nopen tot strafvermindering
- Notie van gevaar zoals in PHQ-model kan zinvolle aanvulling zijn bij begrenzende werking van schuld
in vergelding, als retributivistische uitgangspunten onvoldoende in staat blijken strafrechtelijk

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur irisvanrooij. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,49  2x  vendu
  • (1)
  Ajouter