Handvest Kind en Ziekenhuis
Ex pas 1 of 2 items toe (PP)
- concrete voorbeelden geven van toepassingen van Het Handvest Kind en ziekenhuis
- Het Handvest Kind en Ziekenhuis herkennen en toepassen in een concrete casus.
Handvest Kind en Ziekenhuis: in 1988 opgesteld door 12 Europese patiëntenverenigingen die actief
zijn op het gebied van de intramurale gezondheidszorg voor kinderen samen met de Wereld
Gezondheidsorganisatie (WHO). 10 punten welke de rechten zijn van kinderen voor, tijdens of na een
verblijf in het ziekenhuis.
1. Kinderen worden niet in een ziekenhuis opgenomen als de zorg die zij nodig hebben thuis, in
dagbehandeling of poliklinisch kan verleend worden.
2. Kinderen hebben het recht hun ouders of verzorgers bij zich te hebben
3. Ouders wordt accommodatie en de mogelijkheid tot overnachting naast het kind
aangeboden zonder dat daar kosten voor in rekening worden gebracht. Ouders worden
geholpen en gestimuleerd bij het kind te blijven en deel te nemen aan de verzorging van het
kind.
4. Kinderen en ouders hebben recht op informatie. De informatie wordt aangepast aan de
leeftijd en bevattingsvermogen van het kind. Maatregelen worden genomen om pijn,
lichamelijk ongemak en emotionele spanning te verlichten.
5. Kinderen en ouders hebben recht op alle informatie die noodzakelijk is voor het geven van
toestemming voor onderzoeken, ingrepen en behandelingen. Kinderen worden beschermd
tegen overbodige behandelingen en onderzoeken en tegen oneigenlijk gebruik van
persoonlijke gegevens.
6. Kinderen worden in het ziekenhuis gehuisvest en verzorgd samen met kinderen in dezelfde
leeftijds- en /of ontwikkelingsfase. Kinderen worden niet samen met volwassenen
verpleegd. Er bestaat geen leeftijdsgrens voor bezoekers.
7. Kinderen hebben recht op mogelijkheden tot spelen, zich te vermaken en onderwijs te
genieten al naar gelang hun leeftijd en lichamelijke conditie. Kinderen hebben recht op een
verblijf in een stimulerende, veilige omgeving waar voldoende toezicht is die berekend is op
kinderen van alle leeftijdscategorieën.
8. Kinderen worden behandeld en verzorgd door medisch, verpleegkundig en ander personeel
dat speciaal is opgeleid om kinderen te behandelen en te verzorgen en daarnaast beschikt
over kennis en ervaring die hen in staat stellen tegemoet te komen aan de emotionele noden
van het kind en gezin.
9. Kinderen hebben recht op verzorging en behandeling door zoveel mogelijk dezelfde
personen, die onderling optimaal samenwerken.
1
, 10. Kinderen hebben het recht met tact en begrip te worden benaderd en behandeld. Hun
privacy wordt ten allen tijde gerespecteerd.
1 Zorgverlening aan kinderen
- de uitgangspunten van de visie op de verpleegkundige zorg aan kinderen toepassen in een
casus.
Visie op zorgverlening aan kinderen
De laatste jaren groeide het besef dat voor de zorg voor een kind specialistische kennis en
vaardigheden nodig zijn en dat kinderen in speciaal daarvoor ingerichte afdelingen verpleegd dienen
te worden. Hieronder worden de uitgangspunten van de Vereniging van Kinderverpleegkundigen
voor de visie op de verpleegkundige zorg toegelicht:
- “Kinderen zijn mensen in ontwikkeling tot volwassenheid”: Kinderen zijn kwetsbaar omdat de
ontwikkeling op vele wijzen kan worden verstoord. Een gevoel van veiligheid en geborgenheid is een
absolute voorwaarde voor een zo ongestoord mogelijke ontwikkeling. Ouders zijn in de meeste
situaties de geschikte personen om deze geborgenheid te bieden. Een kinder-verpleegkundige moet
steeds de belangen van het kind vooropstellen indien ouders afwezig zijn en/of dit niet kunnen.
- “Het is niet de leeftijd van het kind, die bepalend is voor de zorg, maar primair het
ontwikkelingsniveau van het kind”: Een juiste inschatting van het ontwikkelingsniveau is hiervoor
noodzakelijk. Inherent hieraan is het daarbij belangrijk, de observatiegegevens zorgvuldig te
interpreteren en vast te leggen om op deze wijze te kunnen bepalen welke zorg het kind nodig heeft.
- “Een kind moet in zijn volledigheid worden gezien”: Ook een kind moet gezien worden als een
socio-psychosomatische eenheid (holistische mensvisie). In dit grote geheel zijn een aantal
zorgaspecten te onderscheiden, die met elkaar de totale zorg die het kind nodig heeft in beeld
brengen. Hierbij moet steeds de uniciteit van elk kind voor ogen gehouden worden.
- “Kind en ouders moeten als een eenheid worden gezien”: De hechte afhankelijkheidsrelatie tussen
kind en ouders heeft consequenties voor de zorg. De zorg die de verpleegkundige geeft aan het kind,
heeft zijn weerslag op de ouders en andersom. Kinderverpleegkundigen hebben steeds te maken met
2 partijen: het kind en zijn ouders/verzorgenden. Voor beide partijen is een specifieke benadering
noodzakelijk.
- “Het kind komt uit een zorgsysteem, en keert daarin ook weer terug”: Er bestaat een continue
wisselwerking tussen het kind en zijn sociale omgeving, zowel immaterieel als materieel (spulletjes
van het kind t.o.v. personen). Het kind beïnvloedt de sociale omgeving en de omgeving beïnvloedt
het kind. Het is essentieel dat de verpleegkundige deze wisselwerking onderkent, deze zoveel
mogelijk in stand houdt en de zorgbehoefte- en planning hierop afstemt.
- “Het kind kan niet altijd de verantwoordelijkheid voor zichzelf dragen”: Dit heeft tot gevolg dat de
verpleegkundige bij afwezigheid van de ouders de
verantwoordelijkheid gedeeltelijk zal moeten overnemen. Kinderen hebben recht op bescherming en
vragen dus om deskundige hulp.
2
,Vertrekkende vanuit deze visie, wordt een profiel beschreven voor zorgverleners voor kinderen en
hun omgeving:
- Verantwoordelijkheid en coördinerende functie: De zorgverlener is verantwoordelijk voor de zorg
van het kind, communiceert in het multidisciplinaire team en kan op een goede manier
samenwerken met ouders. Hierbij wordt een holistische mensvisie voor ogen gehouden.
- Preventieve, voorlichtende en opvoedende taak: De zorgverlener kan advies en opleiding op maat
geven aan ouders en kind. Één van de voornaamste taken is ouder en kind begeleiden naar een
grotere zelfstandigheid toe.
- Diagnostische en therapeutische taak: Op een pediatrie worden verschillende specialiteiten
teruggevonden. Dit vergt een brede waaier aan kennis, inzicht, observatievermogen en handigheid,
wat vereist is bij delicate manipulaties. Permanente vorming is een attitude die vereist wordt.
- Verzorgende taak: Op gebied van voeding, mobiliteit, uitscheiding, lichamelijke verzorging heeft de
zorgverlener een verzorgende taak, waarbij aandacht moet gegeven worden aan de motorische en
cognitieve ontwikkeling van het kind.
- Begeleidende taak: De zorgverlener neemt tijdens een opname in het ziekenhuis de opvoedkundige
taak van de ouders deels over. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de waarden en
normen van de ouders en vereist een gezonde dosis aan creativiteit, inlevingsvermogen en sociale
vaardigheden.
2 Zorg voor het gezonde kind
- het verschil uitleggen tussen groei en ontwikkeling
Groei= kwantitatieve verandering: vermeerdering van cellen en celtussenstof. Toename
lichaamsafmetingen en verandering van lichaamshoudingen en lichaamssamenstellingen
Ontwikkeling= kwalitatieve verandering: wetmatige rijping en differentiatie van alle organen. Alle
organen gaan op een bepaald tijdstip functioneren, komt tot uiting in het waarneembare gedrag
- Proces van groei en ontwikkeling
- Rijpheid: resultaat van volgroeid zijn (20-25j)
- de normale groei en ontwikkeling en de bijhorende wetmatigheden uitleggen, samen met
de beïnvloedende factoren, dit vanaf de geboorte t.e.m. de pubertijd en kunnen toepassen
in een casus
Factoren die de groei beïnvloeden
Inwendige factoren Omgevingsfactoren (intra- en extra-
uterien)
- Genetische factoren: deze vormen de basis - Sociaal-economische factoren: waaronder
van het proces van groei en ontwikkeling en voeding.
komen onder andere tot uiting in de - Seizoen afhankelijke factoren: in de zomer
lichaamsbouw of de constitutie. verloopt de groei sneller dan in de winter.
Endocrinologische factoren: een samenspel van
een groot aantal hormonen waaronder - Emotionele factoren: moederlijke zorg en
groeihormoon (GH) of somatotropine (STH) andere psychosociale omstandigheden.
(hypofyse), thyroïdhormoon thyroxine
(schildklier) en androgenen/oestrogenen
3
, Volgens verschillende auteurs (o.a. Green en Richmond, 1980) zouden met name emotionele
factoren het meest nadelig zijn voor de groei, failure to thrive door overstimulatie dan wel
kindermishandeling.
Het kenmerk of de wetmatigheid van de groei is de afnemende groeisnelheid. Dat wil zeggen dat de
lengte - en gewichtstoename per tijdseenheid steeds minder worden. In de puberteit is er nog sprake
van een kortstondige toename van de lengtegroei (de groeispurt), terwijl daarna deze groei ophoudt:
de groeitoename voor lengte is dan nul.
De basale wetmatigheden zijn:
- De interindividueel gelijke volgorde : de volgorde waarin bepaalde vaardigheden worden
verworven, is voor alle kinderen, ongeacht hun afkomst, gelijk.
- Het interindividueel verschillende tijdstip van verwerving: het tijdstip waarop bepaalde
vaardigheden worden verworven, is voor alle kinderen verschillend.
Hiervan afgeleide wetmatigheden zijn de volgende:
- De cefalocaudale ontwikkeling: dit is de ontwikkeling van het hoofd naar de stuit.
- De proximodistale ontwikkeling: de ontwikkeling verloopt van centraal naar perifeer en
grofmotorische massabewegingen gaan de fijnmotorische bewegingen van de extremiteiten vooraf.
De flexie-extensie ontwikkeling: in rust vertonen pasgeborenen in hoofdzaak een adductie-
flexiehouding van de extremiteiten. Na verloop van tijd gaat dit over in een abductie-flexiehouding,
die uiteindelijk leidt tot een abductie-extensiehouding.
- De functionele asymmetrie: er bestaat een afwisselende links-rechtsontwikkeling, wat soms leidt
tot dominantie van één van de lichaamshelften.
- De intra-individuele variatie: de snelheid van ontwikkeling binnen een ontwikkelingsveld kan
aanzienlijk verschillen van die in een ander veld.
- De onomkeerbaarheid in de ontwikkeling: een eenmaal verworven functie gaat nooit meer
verloren, tenzij er sprake is van een verstoring van de normale ontwikkeling (bijvoorbeeld door
trauma of ziekte).
4