1 CGA : COMPREHENSIVE GERIATRIC ASSESMENT
1.1 DOEL
Een systematische evaluatie van de ouder door gezondheidsmedewerkers die behandelbare gezondheidsproblemen kan
detecteren en zo leidt toto betere gezondheidsresultaten.
1.2 STAPPEN BINNEN EEN CGA
1.2.1 SCREENING
CGA is enkel zinvol voor (pre) geriatrisch zorgvragers die er nog voordeel kunnen uithalen. Personen met bv vergevorderde
dementie halen er geen voordeel meer uit.
1.2.2 EIGENLIJK COMPLEET GERIATRISCH ONDERZOEK (VERSCHILLENDE BRONNEN:)
1. Klinisch oog van de VPK
1.1. Observatie is belangrijk daar de Pt veranderingen niet altijd zelf zal willen/kunnen aangeven
2. Anamnese gesprek
2.1. Vormelijke aandachtspunten:
Doorvragen
Afbakenen, belangrijkste klachten achterhalen
Aandacht voor gehoor en visstoornissen (voldoende licht, achtergrond geluid uit, … )
Geduld hebben, bied voldoende tijd om te kunnen antwoorden. Blijf aandachtig
Het kan nodig zijn om het gesprek in etappes te doen
2.2. Inhoudelijke aandachtspunten
Biografische anamnese: Heeft het levensverhaal een invloed op de psychische /lichamelijke gezondheid?
Familiale anamnese: opsporen van genetische, familiaal voorkomende problemen
Tractus anamnese:
- Circulatie
> Pijn kan ontbreken bij een hartinfarct
> Typische klachten van angina pectoris/myocardinfarct kunnen afwezig zijn
> Voorgeschiedenis ikv circulatoire aandoeningen?
- Ademhaling
> Typische klachten kunnen zich minder manifesteren bij pneumonie
> Bij straffe rokers elke klacht serieus nemen
> Voorgeschiedenis ikv van longaandoeningen?
- Spijsvertering
> Gezien de prevalentie op kanker aandacht hebben voor pt die slikklachten, pijn , misselijkheid ,
veranderd defecatie patroon vertonen
> Aandacht voor alledaagse klachten bv obtipatie daar de een invloed op de levenskwaliteit hebben
> Typische klachten van bv maagperforatie kunnen afwezig zijn
- urinair stelsel
> mictie problemen geven vaak een aanleiding tot andere geriatrische problemen bv isolatie, vallen
> bij de man aandacht bij mictie stoornis voor eventueel vergroot of kanker van de prostaat
> voldoende informatie verzamelen rond mictie voor een goeie diagnose
- centraal zenuwstelsel
> duizeligheid komt frequent voor , goed bevragen
> Observeren naar symptomen van dementie of delier
> de consequenties voor de zelfredzaamheid bevragen naar aanleiding van beperkte mobiliteit
3. Heteroanamnese gesprek
3.1. Gegevens worden aangevuld, geverifieerd of ingevuld door familie of dichte naasten zodat er een completer beeld
gevormd kan worden over de zorgvrager
3.2. Het is ook een zinvol moment om de mantelzorger te beluisteren en kan een aanknoping zijn voor verdere
ondersteuning van de mantelzorger
,4. Lichamelijk en aanvullend onderzoek
4.1. Algemeen lichamelijk onderzoek (aandachtspunten 5vb)
Plots reukverlies is verdacht voor een cerebrale aandoening
Aandacht voor hypothermie
Een onregelmatige pols is vaak asymptomatisch en hoeft geen specifieke behandeling
Denk bij toegenomen gewicht aan oedeem, ascites.
Aan een gestoord looppatroon en verhoogde valneiging kunnen veel aandoeningen van het centraal en perifeer
zenuwstelsel aan de grondslag liggen
4.2. Orthopedisch onderzoek (Gewrichtsfuncties, looppatroon, …)
4.3. Neurologisch onderzoek (hersenfuncties, zenuwen, motoriek, reflexen , coördinatie , sensibiliteit , …)
4.4. Aanvullend onderzoek
Bij incontinentie: naast het onderzoek van de urine wegen ook blaasresidu bepalen en rectaal onderzoek
Een bladderscan kan urineretentie opsporen
Ecg : is vaak afwijkend en vaak onbekend.
5. Labo
5.1. Onderliggende ziektes zijn vaak niet duidelijk. Het afnemen van een labo kan hier verduidelijking in bieden.
6. Meetschalen (aandachtspunten)
6.1. De beoordeling dient afgestemd te zijn op de het doel , de setting en beschikbare tijd
6.2. Vermijd dubbel werk – werk samen met verschillende disciplines
6.3. het is aangewezen bij dreigende of actuele achteruitgang in het functioneren en stressvolle situaties
6.4. follow up is een must.
6.5. Het gebruik van standaardinstrumenten is zinvol ( nulmeting , minder werkdruk., universele taal)
1.2.3 ANALYSE VAN DE RESULTATEN EN BESPREKEN BINNEN HET TEAM. OPSTELLEN BEHANDELPLAN
1.3 COMPONENTEN VAN HET CGA
1. Visuele beperkingen 7. Evenwicht en 12. Omgeving
2. Auditieve beperkingen mobiliteitsproblemen – vallen 13. Sociale ondersteuning
3. Medicatie 8. Pijn 14. Economische evaluatie
4. Malnutritie 9. Cognitief functioneren 15. Spiritualiteit
5. Obstipatie 10. Affectief functioneren 16. Advance directives
6. Urinaire incontinentie 11. Functionele status
, 1.4 VISUELE BERPERKINGEN
1.4.1 ENKELE VB VAN LEEFTIJDSGEBONDEN VERANERDINGEN AAN HET OOG
1. Traankanaal produceert minder vocht
2. Het hoornvlies wordt vlakker
3. Bloedvoorziening wordt belemmerd
4. Oog licht dieper door minder vetweefsel
5. …
1.4.1.1 GEVOLGEN VAN DIE VERANDERINGEN + PREVENTIE
Presbyopie: verlies van het accommodatievermogen van het Corrigerende bril
oog. Het vermogen om helder en vlug objecten op
verschillende afstanden af te stellen neemt af.
Verminderde gezichtsscherpte Stimuleren om bril te dragen
Bril poetsen
Risico bij autorijden
Het vermogen om zich aan te passen aan lichtsterkte neemt af Voldoende licht voorzien , omgevingslicht
aanpassen om valangst te voorkomen
Verhoogde gevoeligheid voor fel licht en mindere snelle Zonnebril , parasol , getinte brilglazen
aanpassing
Afname van het gezichtsveld Risico bij autorijden
Leesmoeilijkheden
Verandering in het kleurzicht
Tragere verwerking van visuele input ( neuro)
1.4.1.2 OOGAANDOENINGEN
1. Cataract:
2. Leeftijdgebonden maculadegeneratie
3. Diabetisch retinopathie
4. Glaucoom
1.4.1.3 TAAK VAN DE VPK
1. Preventie gezichtsverlies: Rookstop, risico’s diabetes en hypertensie beperken, oogbescherming uv licht
2. Geef educatie en verwijs door indien nodig
3. Herkennen en bevragen van gezichtsverlies
4. Droge ogen aanpakken (kunsttranen, vochtigheid ruimte, irritatie vermijden,..)
5. Omgeving aan passen (lichtsterkte , contrast, aanpassen aan het individu
1.4.1.4 SCREENINGTOOLS
1. Snellen – test
2. Screenen naar valpreventie
3. Activities of daily vision scale
4. Gerichte observatie