Frans
werkwoorden op -ir
Regelmatige werkwoorden:
• Veel werkwoorden in het Frans volgen een regelmatig patroon in de vervoeging wanneer
ze eindigen op -ir. Voorbeelden hiervan zijn:
• "Finir" (eindigen): je finis, tu finis, il/elle/on finit, nous finissons, vous finissez,
ils/elles finissent.
• "Choisir" (kiezen): je choisis, tu choisis, il/elle/on choisit, nous choisissons, vous
choisissez, ils/elles choisissent.
Onregelmatige werkwoorden:
• Sommige werkwoorden die eindigen op -ir zijn onregelmatig in de vervoeging, wat
betekent dat ze afwijken van het standaardpatroon. Enkele voorbeelden zijn:
• "Partir" (vertrekken): je pars, tu pars, il/elle/on part, nous partons, vous partez,
ils/elles partent.
• "Dormir" (slapen): je dors, tu dors, il/elle/on dort, nous dormons, vous dormez,
ils/elles dorment.
Stamveranderingen:
• Sommige werkwoorden ondergaan een stamverandering in bepaalde
vervoegingsvormen. Bijvoorbeeld:
• "Servir" (dienen): je sers, tu sers, il/elle/on sert, nous servons, vous servez,
ils/elles servent.
Indicatif Présent (i.pr.):
• Dit is de tegenwoordige tijd en wordt gebruikt om acties in het heden uit te drukken.
• Voorbeeld: "Je finis" (ik eindig), "Tu finis" (jij eindigt), "Il/elle/on finit" (hij/zij/het
eindigt), etc.
Indicatif Futur Proche (f.p.):
• Dit wordt gebruikt om acties in de nabije toekomst uit te drukken en wordt gevormd
door het werkwoord "aller" (gaan) te combineren met de infinitief.
• Voorbeeld: "Je vais finir" (ik ga eindigen), "Tu vas finir" (jij gaat eindigen), "Il/elle/on
va finir" (hij/zij/het gaat eindigen), etc.
Indicatif Imparfait (i.i.):