MANAGEMENT IN DE STRAFRECHTSBEDELING
INLEIDING
Wat is strafrechtsbedeling?
o Een complexe sociale instelling die potentiële, vermeende en daadwerkelijke criminele activiteiten
reguleert binnen grenzen die zijn ontworpen om mensen te beschermen tegen onrechtmatige
behandeling en onterechte veroordeling (Sanders, Young & Burton, 2010: 1-2).
o Traditioneel: politie, vervolging, rechtbanken, gevangenissen.
o Vanwege alomvattende en holistische benaderingen tegen criminaliteit, maatschappelijke
veranderingen en de toegenomen nadruk op de preventie van criminaliteit (pre-criminaliteit): inclusie
van partners zoals: inlichtingendiensten, particuliere beveiligingsbedrijven, douaneautoriteiten,
inspectiediensten...
Verschuiving van visible impact crimes naar hidden impact
2 belangrijke delen in dit opleidingsonderdeel:
crimes
o Strategisch management (niet tactisch of
- Visible impact crimes: impact op het individu (invallen,
operationeel) = naar de horizon kijken en
inbraken, vandalisme, moord, slagen en verwondingen…)
organisatie voorbereiden op verandering die er
→ beïnvloeden ons subjectief veiligheidsgevoel (begint te
is
dalen!! -> ons meer gaan richten op voorkomen van
o Public management (niet privaat management)
misdrijven)
= doelstellingen zijn publieke doelstellingen
- Hidden impact crimes: voorbije 5 jaar (politie is blind) =
(sociale meerwaarde-creatie)
impact op het systeem, de maatschappij (vertrouwen in de
Management:
rechtstaat, in het systeem, wordt geconfronteerd met
o Het concept is in de loop van 2.000 jaar
complexe misdrijven)
veranderd
→ 3 grote evoluties:
• "Managers" werken in organisaties en
1. Polarisering
nemen beslissingen binnen een
2. Cybercrime
bepaalde set van culturele waarden en
3. Organised crime
instituties.
→ Ze beïnvloeden en worden beïnvloed door de omgeving
→ Omgeving: PEST
▪ Politiek
▪ Economisch
▪ Sociaal
▪ Technologisch
• De studie van management begint tijdens de industriële revolutie:
• Toename van de schaal van productie
• Veranderende samenleving
1
,PUBLIC ADMINISTRATION (PA) VS. PUBLIC MANAGEMENT (PM)
o PA/PM is een interdisciplinair studiegebied dat zich richt op de overheid of bestuur
• Recht, politicologie, economie, algemeen • Bestuur: de bewering dat de overheid
management en bedrijfskunde, niet een op zichzelf staande,
organisatietheorie en sociale psychologie monolithische actor was, maar ingebed
o Recht vrijwel verdwenen was in netwerken van concurrerende
o Organisatietheorie en sociale belangen (gerealiseerd in de jaren 1950)
psychologie: na de Tweede • Overheid of bestuur → sociale
Wereldoorlog meerwaarde
o PA/PM kan niet losgekoppeld worden van de samenleving
• Beleid helpt de samenleving vorm te geven - de effectiviteit van dit beleid is geworteld in het
gedrag van burgers en consumenten
• Levering van openbare diensten en beleidsvorming.
o PA/PM is geen generiek management, non-profit management, merkmanagement,
leiderschapsstudies...
o PA/PM is direct gerelateerd aan de overheid, de staat (inclusief organisaties die namens de
staat/regering werken)
• Criminal justice management
Publieke administratie (PA) Publiek management (PM) (openbaar bestuur)
Ouderwets, traditioneel, introvert Modern, naar buiten gericht
Statische hiërarchieën en procedures Dynamiek – leiderschap, innovatie
Focus op het volgen van regels – naleving en Richten op het beheren van middelen – efficiëntie
verantwoordingsplicht en prestaties
Focus op de machinerie van de overheid Focus op multi-stakeholder governance
→ Echter: verschillen hebben de neiging om overdreven te worden - verschuiving naar PM vanwege
waargenomen beperkingen van PA (normatief) en de verbinding met sociale wetenschappen
2
,ORGANISATIES EN ORGANISATIESTRUCTUREN
ORGANISATIES
3 betekenissen:
o Institutioneel: een organisatie is een concreet, afzonderlijk systeem, een entiteit
o Instrumenteel: focus op de structuur, procedures en afbakening van verantwoordelijkheden
o Procesmatig: focus op het proces van organiseren, op de activiteiten
Definitie:
Een bewust gecoördineerde sociale entiteit, met relatief duidelijk identificeerbare grenzen en die streeft
naar de realisatie van een gemeenschappelijke doelstelling of doelstellingen
1. Sociale entiteiten samengesteld uit mensen -> interactie
2. Doelgericht -> geen doel, geen bestaansreden
3. Bewust gecoördineerd -> doel realiseren -> verdeling in departementen
4. Identificeerbare grenzen: wat behoort tot organisatie en wat niet
-------> Speelt allemaal een rol in alle lessen die komen
Een open/gesloten systeem?
o Gesloten: niet afhankelijk van zijn omgeving
• Autonoom, begrensd, hermetisch afgesloten van buitenwereld
• Toch uitgangspunt van de eerste managementbenaderingen: focus op interne
systemen
• Continu interageren met buitenwereld, continu organisatie herevalueren
→ We willen weten wat onze klanten denken
→ Constant interactie zoeken met mensen voor wie en met wie je werkt
o Open: moet continue wisselwerking onderhouden met zijn omgeving om zijn doelstellingen te kunnen
realiseren
• Worden beschouwd als systemen -> interagerende componenten
• Omzetten van input naar output steeds in relatie met omgeving (feedback
afnemers). Adaptatie aan externe omgeving is cruciaal
• Interageert niet met omgeving, wordt niet beïnvloed -> afzonderen van
organisatie en blijven bestaan (volledig hermetisch afgesloten bestaat niet meer!)
Doelstellingen van organisaties
Stockholders vs. stakeholders
1. Waarde creëren; en
o Stockholders = aandeelhouders
2. de gecreëerde waarde te verdelen/beschikbaar te stellen aan
(dan verwacht je op het einde
klanten en stakeholders
van de rit meer waarde)
4 te onderscheiden types van organisaties o.b.v. finaliteit: o Stakeholders = worden
1. Zuivere publieke/sociale: focus op oplossen maatschappelijk geïmpacteerd door activiteiten
probleem -> maatschappelijke waarde creëren en verdelen van de organisatie of impacteren
→ Er mag in het rood gegaan worden (zoals zelf de organisatie (politici etc.)
OCMW’s), het mag wat geld kosten
2. Sociaal economische: sociale en economische doelstellingen, maar maatschappelijke waardecreatie
en –verdeling > economische
• Vb. Beschutte werkplaats, OCMW-ziekenhuis
→ Al winstgericht
3. Economisch sociale: economische waardecreatie en –verdeling > sociale doelen
• Vb. Privé-rusthuis, privé-kinderopvang
→ Bv. zorgen voor ouderen maar er wel winst mee maken
4. Ondernemingen: economische waardecreatie en – verdeling staat centraal
→ Winst en niet anders dan de winst
3
, Maatschappelijke waarde: 4 benaderingen:
1. Realiseren van politieke mandaten
• Publieke manager realiseert opgelegde doelstellingen zo efficiënt en effectief mogelijk
• Opgelegde doelstellingen vaak echter abstract en vaag - > geen indicatie maatschappelijke
waarde
2. Realiseren van professionele maatstaven
• Experten expliciteren maatschappelijke waarde
• Zinvol? Zie generaal en middelen adequaat leger/ziekenhuisdirecteur over besteding sociale
zekerheid
3. Uitkomst van analysetechnieken
• Rationeel vaststellen via kostenbatenanalyses, kosten-effectiviteitsanalyses…
• Zinvol? Hoe becijfer je maatschappelijke waarde?
4. Klanttevredenheid
• Geaggregeerde individuele nut van de klanten
• Zinvol? Finaliteit is maatschappelijke opdracht waarbij klantentevredenheid een middel is en
niet finale doel
Wat is maatschappelijke waarde?
o Maatschappelijke waarde is de waarde die door publieke organisaties wordt gecreëerd door middel
van het leveren van producten, diensten, regelgeving, enzovoort
o Deze waarde wordt voortdurend gedefinieerd en herdefinieerd door sociale en politieke interactie
Managementprocessen helpen bij het creëren en verspreiden van waarde
o Plannen: formuleren van doelstellingen, ontwikkelen van strategieën om doelstellingen te bereiken en
plannen om activiteiten te coördineren en uit te voeren
o Organiseren: wie doet wat, wat moet er gedaan worden, hoe moet het gedaan worden en wie is
verantwoordelijk tegenover wie?
o Leiden: medewerkers motiveren en ondersteunen, communicatiekanalen kiezen en problemen
oplossen
o Toezicht houden: prestaties controleren, vergelijken met benchmarks en corrigeren indien nodig
Waarom is management nodig? Om drie organisatorische kwesties op te lossen:
1. Externe afstemming
2. Interne afstemming
3. Structurering van de organisatie
MAPE
o Middelen worden gebruikt om activiteiten te ontwikkelen, die op hun beurt leiden tot prestaties die
effecten genereren
4