Toepassing van biomechanica binnen dagelijkse leven
MODULE 1 : Het normale gaan
INLEIDING
Het gaan is iets repetitief de cyclus gaat zich herhalen
Juiste coördinatie van OL zorgt voor zoveel mogelijk voorwaartse progressie en zo weinig mogelijk opwaarste
progressie
Gangcyclus
o = begint bij initieel contact van één voet en eindigt wanneer dezelfde voet terug contact maakt met
de grond
o Bij normale gang is dit meestal het hielcontact maar bij abnormale gang kan dit ook met de tenen
zijn.
o Fases van Gangcyclus
Steunfase 60% = periode wanneer voet in contact is met de grond
10% dubbel steun bij contralaterale toe off
o Initieel contact (0-10% ) = moment dat er contact is met de grond
o Loading response ( 0-10% )
van eerste contactname tot afrollen van de voet
afremming waarbij schokabsorptie optreedt.
Lichaamsgewicht wordt van ene been naar andere been gebracht
40% enkele steun ( zwaaifase CL )
o Middensteun (10-30%) = lichaamsgewicht dragen op 1 been
Hier is stabiliteit vereist van OL
o Terminale steun (30-50%) = hiel van steunbeen is geheven
10% dubbele steun bij initieel contact CL
o Pre-swing (50-60%) = begin van dubbele steunfase
Ipsilaterale been beweegt vanuit een gestrekte positie naar een
gebogen positie ter voorbereiding van de zwaaifase
Zwaaifase 40% = periode wanneer voet niet in contact is met de grond
Initiele zwaai ( 60-73% )
o Vrijmaken van de voet en voorwaarts zwaaien van lidmaat
Middenzwaai ( 73-87% )
o periode waardat zwaaibeen van achter naar voor gaat maar nog niet volledig
gestrekt is
Terminale zwaai ( 87-100% )
o Afremming en voorbereiding voor het volgende contact met de grond
, Begrippen
o Schredelengte
Afstand van 1 gangcyclus
Afstand van initieel contact van voet tot het initieel
contact van dezelfde voet na een gangcyclus
o Staplengte
= de longitudinale afstand tussen twee voetcontacten
Het is de afstand van het grondcontact van één voet
tot het daaropvolgend grondcontact van de
contralaterale voet.
Gemiddelde : 0.77m en 0.67m sterk afhankelijk van de beenlengte.
linker staplengte = de afstand van initieel contact van de rechter voet tot initieel contact van
de linker voet.
Rechter staplengte = de afstand van initieel contact van de linker voet tot initieel contact van
de rechter voet.
o Stapduur
de tijd van een stap en wordt gemeten als het tijdsinterval van initieel contact van één voet
tot initieel contact van de andere voet, uitgedrukt in seconden (s).
De stapduur zal bij het normale gaan gelijk zijn aan de helft van de schrededuur.
o Stapbreedte
de mediolaterale afstand tussen beide voeten ( de afstand tussen beide malleoli )
normaal = 15cm
bij P. met evenwichtsproblemen kan deze duidelijke toegenomen zijn ter verhoging van het
stabiliteit tijdens het gaan
o kadans
aantal stappen/ tijd ( stappen/minuut )
kinderen hebben een snelle kadans
volwassenen hebben een trage kadans
o gangsnelheid
Gangsnelheid drukt een afstand uit over tijd (m/sec of m/min). Het geeft de verandering in
de lineaire verplaatsing weer in de richting van de vooruitgang (progressierichting) over
meerdere schreden.
Een kind en een volwassene kunnen eenzelfde gangsnelheid ( maar verschillende schrede
lengte waardoor kadans verschillend is )
,KINEMATICA ( ROM )
Grafiek uitleg
o Je gaat merktekens opbrengen op de P. om zo de positie van Knee Flexion - Extension
15
Kne
80
verschillende segmenten te bepalen
Flexion
Valgus
60 10
o Je kan een volledige houding reconstrueren 40 5
(°)
(°)
o Verticale lijn op grafiek = toe off onderscheid tussen stand fase en 20
0
0
zwaaifase
Extension
-5
-20
o Er is steeds een variatie op de normatieve data 0 20 40
% GC
60 80 100 -10
0 2
o Nullijn = 0° flexie
o Steeds in percentage van gangcyclus weergegeven Ankle Dorsi/Plantar F
30 40
Beweging 20 30
o Beweging wordt beschreven op basis van gewrichtshoeken = de relatieve hoek10tussen aanliggende 20
10
segmenten 0
(°)
(°)
0
-10
o !! uitzondering : voor het bekken wordt de absolute hoek gerapporteerd hoek -20
tussen -10
-20
bekkensegment en as definitie in de ruimte -30 -30
0 20 40 60 80 100 0 2
KINEMATICA IN HET SAGITTALE VLAK % GC
ENKEL
o Dorsieflexie-plantairflexie relatieve beweging tussen Lengte
as van tibia en longitudinale as van voet
o ROM = 30°
Positief : dorsieflexie 10°
Negatief : plantairflexie 20°
o Functioneel belangrijke beweging voor :
Schokabsorptie bij initieel contact en tijdens steunfase
Propulsie vlak voor toe off
Essentieel voor clearance = zwaaibeen vlot door te
zwaaien
o FASE 1 Rocker 1
Bij initieel contact is de enkel in een neutrale positie.
Vervolgens een beperkte plantairflexie (5°) zodat de voet vlak op de grond geplaatst wordt.
Roteren van de voet rond het contactpunt ter hoogte van de hiel.
Functioneel belangrijk omdat ze bijdraagt tot de schokabsorptie en een vlotte overgang van
de zwaai naar de standfase mogelijk maakt ( met weinig afremming van de beweging ) .
excentrisch werk van de dorsieflexoren noodzakelijk om de beweging van de voet te
controleren
( geen eerste rocker indien het eerste contact niet met de hiel is )
o FASE 2 : Rocker 2
Vanuit een voet vlak positie wordt een dorsiflexie beweging ingezet.
De voet blijft stationair, (voet staat vast) maar de tibia rolt nu voorwaarts tot een dorsiflexie
van 10° bereikt wordt.
De tibia roteert nu ter hoogte van het enkelgewricht terwijl de voet stil op de grond staat.
De voorwaartse beweging van de tibia wordt gecontroleerd door excentrisch werk van de
plantairflexoren.
o FASE 3 : Rocker 3
Bij het begin van de tweede dubbele steunfase wordt het heffen van de hiel ingezet.
Er volgt een snelle plantairflexie tot ongeveer 20° bij teen los.
Het rotatiepunt bevindt zich nu ter hoogte van de metatarsaalkoppen.
Deze plantairflexie beweging is cruciaal ter voorbereiding van de zwaaifase omdat hier de
grootste versnelling het lidmaat opgebouwd wordt.
Er treedt een concentrische contractie van de plantairflexoren op.
o FASE 4 : Zwaaifase
Tijdens de zwaaifase beweegt de enkel terug in dorsiflexie vrijmaken van zwaaibeen
Rond het midden van de zwaaifase wordt een neutrale positie bereikt die behouden blijft
tot het daaropvolgend initieel contact.
Tijdens deze fase werken de dorsieflexoren concentrisch
, KNIE
o Flexie-extensiebeweging -> beweging tussen lengte as van de tibia en
lengte as van de femur
o ROM = 70° afhankelijk van gangsnelheid
Knieflexie : 60°
Knie extensie : 5°
o Fase 1: INTIEEL CONTACT + LOADINGRESPNS
Bij initieel contact is de kniepositie variabel.
Meestal lichte flexie van 5°
variëren van een lichte hyperextensie tot een flexie van 10°.
Na initieel contact zal knieflexie toenemen tot ongeveer 20°.
Deze knieflexie draagt samen met de enkelplantairflexie bij tot shockabsorptie tijdens het
belasten van het steunbeen.
Tijdens deze fase is er excentrische spierwerking van de knie-extensoren.
Het strekken van de knie is belangrijk voor volledige staplengte
o Fase 2: MIDDENSTEUN
In een volgende fase strekt de knie uit tot een maximale extensie rond 40% van de
gangcyclus.
o Fase 3: TERMINALE STEUN + PRESWING
In terminale steun wordt de knieflexie ingezet ter voorbereiding van de propulsie van het
been tijdens de zwaaifase.
Deze is gecombineerd met de plantairflexie van de enkel
o Fase 4: INTIËLE ZWAAI
Bij teen los (toe off) bedraagt de knieflexie ongeveer 40°. De knieflexie neemt verder toe in
de initiële en midden zwaaifase tot 70°.
Samen met de enkeldorsiflexie, is deze cruciaal voor het vrijmaken van de voet (foot
clearance) tijdens de zwaaifase.
o Fase 5: TERMINALE ZWAAI
Tijdens terminale zwaai terug knie extensie om voor te bereiden voor initieel contact
HEUP
o Heupflexie – Heupextensie beweging van lengte-as van de
femur tov het bekken ( relatieve hoek )
o ROM : 45°
Heup flexie = 35°
Heupextensie = 10°
o FASE 1: Heupextensie tot preswing
Bij initieel contact ongeveer 30° heupflexie
Vervolgens strekt de heup uit met een maximale
heupextensie van 10-15° vlak voor contralateraal
hielcontact (Preswing). ( als je die heupextensie niet hebt
ga je het lichaamszwaartepunt niet zo veel naar voor
kunnen brengen )
Deze gaat bepalen waar dat de voet neer gaat komen en dus de staplengte bepalen
o FASE 2: preswing – midzwaai
Tijdens preswing wordt het gewicht overgebracht naar het contralaterale been en wordt een
snelle heupflexie ingezet.
o FASE 3 : Terminale zwaai
Na het bereiken van de maximale heupflexie wordt soms een beperkte heupextensie gezien
om het been voor te bereiden voor initieel contact.
ROM : KNIE > HEUP > ENKEL
PELVIS
o Anteversie- retroversie van bekken
o Deze beweging verwijst naar de voor-achterwaartse kanteling van het
bekken ten opzichte van de verticale. Hier wordt dus een absolute hoek
weergegeven.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JuliaDeckers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.