30/11/’18 Inleiding tot de economie Baert
Markten
We hebben al kennis gemaakt met de markt, de ontmoeting van vraag en aanbod. De
vraag is de bereidheid tot kopen en het aanbod is de bereidheid tot verkopen. Als vraag
en aanbod elkaar ontmoeten op de markt en er wordt een bepaalde deal, er wordt dus
iets gekocht en verkocht, dan doen beide partijen daar voordeel mee. Bv. de tweede
handsauto, die wordt verkocht aan een bepaald bedrag (€5000), dan zal de persoon die
de auto koopt er eigenlijk een hogere waarde aan geven. Hij zal de wagen misschien
€6000 of €7000 waard vinden, terwijl de persoon die de tweede handsauto verkoopt de
wagen misschien maar €4000 of €3000 waard vinden. Beide partijen kopen en verkopen
en gaan hun voordeel doen op de markt en op die manier komen goederen en diensten
terecht waar ze het meest efficiënt of het meest gewenst zijn.
Overzicht
Welke partijen gaan elkaar ontmoeten op de markt? Wel, dat zijn die drie partijen, die
we vorige week ontmoet hebben: gezinnen, bedrijven en de overheid. We hebben
kennisgemaakt met hun doelstelling, met hun strategieën. Het zijn ook die partijen, die
elkaar zullen ontmoeten op verschillende markten.
Vandaag zullen we meer bepaald twee markten ontmoeten. Enerzijds de markt van
goederen, daar worden dus bepaalde goederen en diensten op verhandeld. Bepaalde
producten die geproduceerd worden of bepaalde immateriële goederen die geleverd
worden, dus zaken die geproduceerd zijn worden uiteindelijk verhandeld op de markt van
goederen en diensten. De tweede markt of de tweede soort van markt zijn de markten
van de productiefactoren, dat zijn markten waarin productiefactoren verhandeld worden,
die worden aangetrokken om dan later te kunnen produceren. De eerste soort markten
kan maar plaatsvinden, als er eerst iets geproduceerd is, maar de markten van
productiefactoren is met het oog op het nieuws. 3:10
De gezinnen, de overheid en de bedrijven ontmoeten elkaar op die verschillende
markten. Meer bepaald zullen de gezinnen in de eerste plaats, op de markt van
productiefactoren, aanbieder zijn. Zij zullen hun diensten verkopen of uitlenen. In de
eerste plaats zullen we zien, dat die gezinnen hun arbeid, de tijd die ze hebben, dat ze
die zullen aanbieden in de markten van productiefactoren. Aan de andere kant op de
markt van goederen en diensten zullen zij als vrager optreden. Op de ene markt als
aanbieder en op de andere als vrager. Zij zullen immers goederen en diensten willen
kopen om die te consumeren en vandaar zeggen we dat ze vrager zijn op de markt van
goederen en diensten.
Bedrijven zijn dan precies het omgekeerde. Zij zullen op de markt van productiefactoren,
bv. op de arbeidsmarkt, zullen zij optreden als vrager. Zij hebben immers
productiefactoren nodig om te kunnen produceren en ook omgekeerd. Op de markt van
goederen en diensten zullen zij de zaken die ze geproduceerd hebben aanbieden en dus
verkopen.
De overheid die doet het allemaal, die gaat enerzijds productiefactoren en ook goederen
gaan aanbieden. Herinner je de allocatie- en herverdelingsfunctie van de overheid,
waarbij we zoals aan het begin van het semester hebben gezien, dat de overheid voor
een stuk gaat beslissen wie eigenaar kan zijn van bepaalde productiefactoren, dat zij ook
herverdelende invloed hebben, dat ze van rijk naar arm bepaalde goederen door schuift.
Om dat te kunnen doen. Om bepaalde zaken te kunnen aanbieden, moet ze die natuurlijk
ook bezitten, dan moet de overheid bepaalde producten, bepaalde vormen van kapitaal,
bv. een park, moet ze die natuurlijk kunnen produceren, moet ze die kunnen realiseren
1