lOMoARcPSD|17830946
De algemene en speciale
zintuigen
Sensorische cellen
1. Kennis van onze omgeving: vorming door prikkels uit onze omgeving die
zintuigcellen stimuleren > verwerking in het centraal zenuwstelsel
2. Sensorische cellen: gespecialiseerd in het oppikken van specifieke sensorische informatie
van binnen en buiten het lichaam
• vb. Warmte, druk, smaaksensatie (4 types), pijn, licht -kleur, enz…
3. 1 sensorische cel > 1 welbepaald gebied van informatie
= RECEPTORVELD
(Hoe kleiner het veld, hoe verfijnder de verworven informatie)
Verzameling prikkels in intern en extern milieu
We meten honderden dingen dankzij dat sommige lichaamscelllen gespecialiseerd zijn in dingen
meten
Van alle prikkels die we meten beleven we slechts een paar procent bewust, je denkt niet na over
meten van je temperatuur, of je licht of donker ziet moet je niet over nadenken info wordt
onbewust verwerkt
1 sensorische cel meet een welbepaald gebied
Rechtse paarse bol een is een huidregio waar 1 sensorische zenuwcel zijn informatie haalt
Enkel door stimuleren van die regio zal die sensorische cel informatie doorgeven aan onze hersenen
Ernaast andere regio. Regio’s kunnen heel breed zijn maar ook heel smal bv het receptorveld om te
voelen op de top van onze wijsvinger klein oppervlak, we kunnen veel informatie opnemen vanuit
een heel klein oppervlak informatie naar verschillende zintuigcellen
Tegenover het voelen op de rug, receptorveld is veel breder, moeilijker te lokaliseren waar de
prikkel zich precies voordoet bv je prikt 2 naalden in de rug, een halve centimeter van elkaar,
lichaam kan dit interpreteren als 1 dezelfde prikkel omdat dit in hetzelfde receptorveld kan liggen.
Op vingertip kan je tot 1mm beseffen dat de naalden wel uit elkaar staan want opp is veel
kleiner Hoe kleiner het veld, hoe fijner de verworven informatie!!!
1
, lOMoARcPSD|17830946
1. Sensorische informatie >Centraal Zenuwstelsel via actiepotentialen
2. Aankomende informatie = GEWAARWORDING
3. Het bewust worden van een gewaarwording = waarneming
Informatie komt van de sensoren, wordt afgevoerd naar centraal zenuwstelsel via
actiepotentialen
Informatie komt aan in hersenen, kunnen we al dan niet bewust gewaarworden.
Of informatie kan verwerkt worden zonder dat de gewaarwording bewust is (komt het meeste
voor)
Het blijft wel een gewaarwording, ook al maak je ze niet bewust mee (wel bewust = waarneming)
Adaptatie
Definitie: afname van de gevoeligheid in aanwezigheid van een constante prikkel
Slechts 1 % van de sensorische informatie wordt bewust verwerkt door onze hersenschors
Al de rest wordt verwerkt naar centra in het ruggenmerg of de hersenstam (onwillekeurige
info)
Als een sensorische cel, gelijk welke (voor druk, pijn, licht, …) continu geprikkeld wordt, gaat de
gevoeligheid van die zenuwcel afnemen naarmate de prikkel constant aanwezig blijft
Bv als ik ‘s morgens opsta ervaar ik enorm veel licht dat van buiten naar binnen komt. Deze
informatie is een gewaarwording én een waarneming.
Als je langere tijd in het licht zit, lichtprikkels zijn constant aanwezig, je neemt dit niet meer actief
op, nu is dit enkel een gewaarwording
En als kind even weent hoor je dit, als die 3u aan een stuk weent, ‘hoor’ je dit niet meer. Van
waarneming naar gewaarwording wordt minder bewust
Indeling
Algemene Zintuigen
Temperatuur, pijn, aanraking, druk, trilling, proprioceptie
Deze zijn overal in het lichaam verspreid
Speciale Zintuigen
Reuk, smaak, gezichtsvermogen, evenwicht en
gehoor De bevinden zich in gespecialiseerde organen
Algemene zintuigen
• Zintuigcellen liggen verspreid over het ganse lichaam
• Indeling aan de hand van de aard van de prikkel, waarvoor de zintuigcel gevoelig is
• Types:
• Pijn = Nociceptoren
• Temperatuur = Thermoreceptoren
• Fysische vervorming (aanraking, druk, lichaamshouding)
= Mechanoreceptoren
• Chemische prikkels = Chemoreceptoren
2
, lOMoARcPSD|17830946
Zenuwcellen/zenuwuiteinden verspreidt overal over lichaam, warmte kan je waarnemen van teen tot
kruin.
Indeling is a)ankelijk van de aard van de prikkel
Chemische prikkel: bloeddruk, ph, pols, …
Pijn
• Vrije zenuwuiteinden
• Komen voor in de huid, gewrichtskapsels, beenvliezen, rond bloedvaten
• Dieperliggende pijnreceptoren hebben vaker een groot receptorveld
• Gevoelig voor extreme temperatuur, mechanische beschadiging, opgeloste chemische stoffen
• Bij prikkeling
• Snelle pijnsensatie via gemyeliniseerde axonen - met doorschakeling van de info
naar de schors / somatische reflex
• Trage pijnsensatie via ongemyeliniseerde axonen -
Bij prik in bloedvat voor bloedafname: eerst prik je in de huid, dit voel je, doorboren van de
bloedvatwand is een aparte pijnprikkel, los van de pijn bij de huid.
Ook bij biopsie van de lever: leverweefsel heeft geen pijnzenuwweefsels, kapsel rond de lever heeft dit
wel. We prikken door huid, voet patient, we prikken door leverkapsel, tweede pijnprikkel. Eens in de
lever voelt de patiënt geen pijnprikkel meer.
hoe dieperliggend de pijnreceptoren, hoe groter het receptorveld hoe groter het veld, hoe minder
specifiek we de plaats van de pijn kunnen voelen.
Naald in vinger met ogen dicht: je kan dit goed lokaliseren receptorveld is klein
Buikpijn door appendicitis, diep gelegen, kan moeilijk lokaliseren waar het exact pijn doet
receptorveld van die pijnzenuwvezels is veel groter
Extreme koude of warmte veroorzaakt ook pijn gemengde prikkels
Gerefereerde pijn
Fenomeen waarbij pijnprikkels waargenomen worden in delen van het lichaam, waar ze niet
rechtstreeks uit ahomstig zijn
Mevrouw heeft pijn aan haar middenrif, maar ze voelt de pijn op een andere plaats dan waar het
middenrif op anatomisch vlak gelegen is. ervaart schouderpijn
Ook bij hartinfarct uitstralende pijn naar de arm met arm scheelt niets
3
, lOMoARcPSD|17830946
Temperatuur
Warmte/koude- of thermoreceptoren
Vrije zenuwuiteinden in oa. de huid, skeletspier, leverkapsel
Thermoreceptor is de algemene naam (om geen onderscheid te maken tussen warmte en
koude) We voelen constant temperatuur (om homeostase te handhaven)
Aanraking, druk en houding
• Mechanoreceptoren
• Gevoel voor prikkels als uitrekking, samendrukking of draaiing
• Prikkel > vervorming van de celmembraan van de zintuigcel > openen/sluiten
van ionenkanalen
• 3 groepen
• Tastreceptoren (aanraking)
• Baroreceptoren (druk)
• Proprioceptoren (houding)
Mechanoreceptoren (meten iets mechanisch)
Bij draaiing, samendrukking, uitrekking ga je dingen bewust gewaarworden via huidinformatie, los
van de gewaarwording uit de zenuwweefsel ter hoogte van de gewrichten, ga je meten hoe de
stand van een bepaald gewricht is bv hand volledig naar achter geplooid, je voelt rek op de huid.
Houdingsinformatie naast informatie van het gewricht zelf (gewricht meet zelf ook
houdingsgebonden informatie)
Propioceptoren: houding van een bepaald lichaamsdeel t.o.v. de rest van het lichaam
Tastreceptoren
Gewaarwording van aanraking, druk, trilling
• Receptoren voor fijne aanraking en druk > gedetailleerde info over de bron van de
prikkel (plaats, vorm, omvang, textuur, beweging)
• Receptoren voor grove aanraking en druk > weinig additionele info/ ook geen
goede lokalisatie
Wij kunnen iets aanraken, iets anders kan ons aanraken
Gewaarwording kan bewust of onbewust zijn
Bv iemand staat plots achter je en legt hand op je hoofd, je gaat druk op je hoofd gewaarworden
en je gaat bewust waarnemen dat iemand iets/zijn hand op je hoofd legt
Druk van de stoel (zitvlak) worden we niet meer gewaar na bepaalde tijd, info verdwijnt uit
bewustzijn gewaarwording
Als je op een scherp voorwerp gaat zitten, voel je het scherpe voorwerp constant = waarneming, de
delen rondom dit scherp voorwerp, waar ook druk uitgeoefend wordt, is nu slechts een
gewaarwording. Je focust enkel op het scherpe deel
Fijne aanraking: iets tussen 2 vingers vastnemen, je weet of het scherp, hard, zacht, … is je krijgt
meer informatie
Grove aanraking: zitten op zitvlak, het is niet van belang of druk hoger is op linker of rechter zitvlak
je kan gewoon een algemene druk opmerken
4