Samenvatting Sociaal Recht 2. Deze samenvatting bevat de volgende hoofdstukken: 1 t/m 5, 6 (alleen 6.1 t/m 6.3, 6.5 en 6.6), 7, 8 (behalve 8.5), 9, 11 (alleen 11.14), 12 en 15 (alleen 15.1 t/m 15.3) van het boek De bijstand in praktijk 2018. Tevens bevat de samenvatting de voorgeschreven literatuur...
Inhoudsopgave
Bijstand 4
Hoofdstuk 1: Inleiding Participatiewet 4
1.1 Algemeen 4
1.2 Historie 4
1.3 Plaats binnen sociale zekerheid 4
1.4 Structuur uitvoering werk en inkomen 4
1.5 Kerntaken 4
1.6 Grondbepalingen Pw 5
1.7 Financiering bijstand 5
1.8 Verantwoording en toezicht 5
Hoofdstuk 2: Begripsbepaling 6
2.1 Algemeen 6
2.2 Inrichting 6
2.3 Woning 6
2.4 Alleenstaande, alleenstaande ouder en gezin 6
2.5 Gehuwd, ongehuwd en gezamenlijke huishouding 7
Hoofdstuk 3: Aanvraag 8
3.1 Algemeen 8
3.2 Indienen aanvraag 8
3.3. Beoordeling aanvraag 9
3.4 Beslissing op aanvraag 10
Hoofdstuk 4: Kring van rechthebbenden 10
4.1 Inleiding 10
4.2 Personenkring van de Pw 10
4.3 Bijstand voor jongeren van 18 tot 21 jaar 11
4.4 Uitsluitingsgronden 11
4.5 Niet-noodzakelijke kosten 11
4.6 Voorliggende voorziening 11
4.7 Zeer dringende redenen 11
Hoofdstuk 5: Algemene bijstand 12
5.1 Inleiding 12
5.2 Recht op algemene bijstand 12
5.3 Vaststelling periode algemene bijstand 12
5.4 Personen jonger dan achttien jaar 12
5.5 Normen voor personen van achttien jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd 12
5.6 Niet-rechthebbende partner 13
5.7 Alleenstaande ouders 14
5.8 Norm pensioengerechtigden 14
5.9 Verlaging bij lagere bestaanskosten door woonsituatie 14
5.10 Verlaging bij beëindiging van studie 14
5.11 Personen in inrichting 14
5.12 Daklozen 14
5.13 Co-ouderschap 14
Hoofdstuk 6: Bijzondere bijstand 15
6.1 Inleiding 15
6.2 Wettelijk kader 15
6.3 Behandeling aanvraag voor bijzondere bijstand 15
6.5 Afwijzingsgronden 17
6.6 Categoriale bijzondere bijstand 17
, Hoofdstuk 7: individuele inkomenstoeslag 17
7.1 Inleiding 17
7.2 Juridisch kader 17
7.3 Toelichting 17
7.4 Overige onderwerpen 18
Hoofdstuk 8: Inkomen en vermogen 18
8.1 Algemeen 18
8.2 Wettelijk kader 18
8.3 Middelen 19
8.4 Inkomen 19
8.6 Vermogen 21
Hoofdstuk 9: Vormen van bijstand 22
9.1 Algemeen 22
9.2 Om niet 22
9.3 Geldlening 22
9.4 Borginstelling 24
9.5 In natura 24
Hoofdstuk 11: verplichtingen 25
11.14 Aantonen woonsituatie 25
Hoofdstuk 12: Handhaving 25
12.1 Algemeen 25
12.2 Handhaving 25
12.3 Het (fraude)onderzoek 25
Hoofdstuk 15: Terugvordering en invordering 26
15.1 Inleiding 26
15.2 Herziening en intrekking 26
15.3 Terugvordering 27
Fiscaalrecht 28
Hoofdstuk 2: Wet Inkomstenbelasting 2001 28
2.1 Box 1 28
2.2 Box 2 29
2.3 Box 3 29
2.4 Heffingssystematiek 29
2.5 Schematische weergave van de Wet IB 2001 30
Hoofdstuk 3: Fiscaal partnerschap 30
Hoofdstuk 4: Heffingskortingen 31
4.1. Algemene heffingskorting 31
4.2. Arbeidskorting 31
4.3. Inkomensafhankelijke combinatiekorting 31
4.4. Jonggehandicaptenkorting 32
4.5. Ouderenkorting 32
4.6. Alleenstaande ouderenkorting 32
4.7. Korting voor groene beleggingen 32
4.8. Heffingskorting minstverdienende partner 32
Hoofdstuk 5: Loonheffing als voorheffing op de Wet IB 2001 33
Hoofdstuk 6: Voorlopige aanslag 33
6.1 Strekking 33
6.2 Werkwijze 33
Hoofdstuk 7: loonheffing bij bijstand 34
7.1 Berekening van de loonheffing bij bijstand 34
7.2 Toepassing van de genoemde heffingskortingen door de gemeente 34
, 7.3 Beperkte benutting van heffingskortingen bij bijstand 34
Hoofdstuk 8: kortingen van heffingskortingen op de bijstand 35
8.1 Werkwijze 35
8.2 Combinatie bijstand en andere belaste inkomsten 35
Hoofdstuk 9: Correcties 35
9.1 De toegepaste heffingskorting blijkt te laag 35
9.2 De toegepaste heffingskorting blijkt te hoog 36
9.3 Aan wie wordt de te betalen aanslag opgelegd? 36
9.4 Gevolgen voor het rechtop toeslagen 36
Hoofdstuk 10: invordering door de fiscus 36
10.1 Dwangbevel 36
10.2 Beslaglegging 37
10.3 Overheidsvordering 37
10.4 Verrekening 37
Hoofdstuk 11: Relatie met toeslagen 37
11.1 Invloed van het fiscale inkomen 37
11.2 Verrekening 38
De uitvoering van de Pw is opgedragen aan het college van B&W. Het uitvoerend orgaan wordt de
sociale dienst genoemd.
1.2 Historie
1.3 Plaats binnen sociale zekerheid
De minister van SZW is eindverantwoordelijk voor het gehele socialezekerheidsstelsel. Het toezicht is
belegd bij het Toezicht Sociaal Domein. De vier inspecties die binnen de TSD samenwerken zijn:
- Inspectie voor de Gezondheidszorg;
- Inspectie van het Onderwijs;
- Inspectie Veiligheid en Justitie;
- Inspectie SZW.
De Sociale Verzekeringsbank (SVB) is belast met de uitvoering van:
- De Algemene ouderdomswet;
- Algemene nabestaandenwet;
- De Algemene kinderbijslagwet;
- De Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen.
Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) voert de Werkloosheidwet (WW), de
Toeslagenwet (TW) en diverse arbeidsongeschiktheidsregelingen, zoals de Wajong, de WAO en de
WIA.
De gemeente is primair verantwoordelijk voor de uitvoering van de Pw.
1.4 Structuur uitvoering werk en inkomen
De Wet SUWI is een overkoepelende wet voor diverse instanties die zich in de ontwikkeling,
uitvoering en controle bezighouden met werk en inkomen. Uitgangspunt van de Wet SUWI is dat
werk nadrukkelijk boven uitkering wordt gesteld.
De medewerkers van de gemeente dienen het gehele proces rond werk, inkomen, participatie en
zorg te regisseren. Zij dienen het gehele proces te bewaken en zorg te dragen voor een effectieve en
efficiënte ondersteuning.
1.5 Kerntaken
De hoofddoelstellingen van de Pw zijn:
- Beperken van de instroom;
- Vergroten van de uitstroom;
- Het correct verstrekken van uitkeringen aan rechthebbenden.
, Om deze doelstellingen te kunnen realiseren heeft de gemeente verantwoordelijkheid en ruimte
gekregen om eigen beleid te formuleren, dat afgestemd kan worden op de lokale en regionale
omstandigheden.
Een belangrijke taak voor de gemeente blijft het rechtmatig verstrekken van uitkeringen. Het woord
‘rechtmatig’ houdt in dat misbruik en oneigenlijk gebruik moet worden voorkomen en bestreden. De
Pw-uitkering is onder te verdelen in twee soorten (art. 5 Pw):
- De uitkering voor levensonderhoud;
Dit is een maandelijkse verstrekking waarmee de cliënt in de noodzakelijke levensbehoeften
kan voorzien.
- De bijzondere bijstand.
Dit is een geldelijke vergoeding voor bijzondere kosten die op grond van individuele
omstandigheden niet uit het reguliere inkomen kunnen worden betaald.
1.6 Grondbepalingen Pw
De Pw is een sociale voorziening en moet gezien worden als het sluitstuk (art. 11 lid 1 en art. 15 Pw).
Bij de uitvoering van de Pw moet altijd gekeken worden naar de bijzondere omstandigheden van
persoon of gezin. Van de algemene regel kan worden afgeweken als de bijzondere omstandigheden
daartoe aanleiding geven. Dit wordt ‘individualiseren’ genoemd (art. 16 en 18 Pw).
1.7 Financiering bijstand
1.8 Verantwoording en toezicht
De gemeente is in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor het toezicht op een juiste en
doelmatige uitvoering van de Pw.
Gemeenten moeten op grond van art. 6 lid 1, art. 8 en art. 8a lid 1 Pw bij verordening regels
vaststellen met betrekking tot:
a) De doelgroep loonkostensubsidie en loonwaarde als bedoeld in art. 6 lid 1 Pw;
b) Het verlagen van de bijstand en de periode van verlaging als bedoeld in art. 18 lid 2 Pw;
c) Het verlenen van een individuele inkomenstoeslag als bedoeld in art. 36 PW en een
individuele studietoeslag als bedoeld in art. 36b Pw;
d) Het ondersteunen van cliënten bij arbeidsinschakeling en het daarvoor aanbieden van
voorzieningen (art. 7 lid 1 Pw).
e) Het opdragen van een tegenprestatie als bedoeld in art. 9 lid 1 Pw;
f) De scholing, opleiding als bedoeld in art. 10 lid 5 Pw;
g) De premie als bedoeld in art. 10a lid 6 Pw;
h) Het verrichten van werkzaamheden in een beschutte omgeving als bedoeld in art. 10b Pw;
i) Het verlagen van de bijstand als bedoeld in art. 9a lid 12 Pw;
j) Cliëntenparticipatie (geregeld in art. 47 Pw).
De gemeente heeft de mogelijkheid om via diverse verordeningen een eigen invulling te geven aan
de uitvoering van de Pw. Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de minister over de wijze
van uitvoering van de Pw (art. 77 Pw).
De gemeente is ingevolge art. 78 Pw verplicht om kosteloos gevraagde inlichtingen te verstrekken,
rechtstreeks aan de minister of via statistieken bij het Centraal Bureau voor Statistiek.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hendrikaelzinga. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.