Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Alle werkcollege uitwerkingen Strafprocesrecht wc 1 t/m 9 €10,66   Ajouter au panier

Autre

Alle werkcollege uitwerkingen Strafprocesrecht wc 1 t/m 9

 38 vues  4 achats
  • Cours
  • Établissement

Dit document bevat 9 werkcolleges (opgaven en uitwerkingen) voor het vak Strafprocesrecht.

Aperçu 4 sur 75  pages

  • 25 avril 2024
  • 75
  • 2023/2024
  • Autre
  • Inconnu
avatar-seller
Alle werkcolleges strafprocesrecht (wc 1 t/m 9)
Opdrachten werkcollege 1 strafprocesrecht

Opdracht 1
Zorg dat u antwoord kunt geven op de volgende vragen. Deze vragen komen aan de orde bij
een spontane opdracht in de werkgroep.
a. Wat wordt in het Wetboek van Strafvordering onder opsporing verstaan?
Art. 132a Sv: onder opsporing wordt verstaan het onderzoek in verband met strafbare
feiten onder gezag van de OvJ met als doel het nemen van strafvorderlijke
beslissingen
b. Wat is het onderscheid tussen opsporing, toezicht en controle?
- Opsporing: markeert het beginpunt van strafvordering ex art. 1 Sv. Vanaf dat
moment geldt het vereiste bij wet voorzien (dus alle handelingen moeten terug te
voeren zijn op een formele wet) en moeten de waarborgen en procedures uit
WvSv in acht worden genomen (waaronder Nemo-teneturbeginsel). Onder leiding
van OvJ (van belang is dat OvJ gezag kan uitoefenen art. 148 Sv). Bij opsporing
doe je onderzoek naar strafbare feiten. Let op: neutraal begrip, kan ook als
persoon niet als verdachte is aangemerkt.
 Proactief: er is nog geen concrete verdenking (ihkv vroegsporing of
terrorisme)
 Reactief: je hebt een redelijk vermoeden van strafbaar feit (bv. aangifte)

- Toezicht: er is sprake van toezicht indien er sprake is van activiteiten die worden
verricht op basis van de bestuursrechtelijke bevoegdheden door personen die
uitsluitend met toezicht zijn belast art. 5:11 Awb. Medewerkingsplicht geldt alleen
bij toezicht, opgenomen in bv. Awb en de WED.

- Controle: is een bredere term die zowel toezicht als opsporing omvat. Het verwijst
naar het controleren van naleving, of dat nu bestuursrechtelijk of strafrechtelijk is.
Controle kan zowel preventief (toezicht) als repressief (opsporing) zijn, afhankelijk
van de situatie. Zie ook HR Controle vs. opsporing.


In HR Dynamische verkeerscontrole en in HR Controle vs. opsporing staat dat je waarborgen
in acht moet nemen als je toezichtsbevoegdheden inzet tijdens opsporing.
Casus 1 uit WC
A. Sfeerovergang: begint zonder verdenking (er wordt controle uitgeoefend). Er wordt
informatie gevraagd en Paula heeft op basis van AWR medewerkingsplicht. Uit
controle komt naar voren dat Paula haar belastingzaken niet goed bijhoudt en er
ontstaat verdenking belastingfraude. Op dat moment gaat het over naar opsporing 
sfeerovergang
B. Sfeercumulatie: want is relevant voor belastingheffing én voor belastingdelict (in
opsporingsproces gebruik je tegelijkertijd opsporingsbevoegdheden)
C. Voortgezette toepassing én sfeerovergang: hierbij wordt van wetgeving geruild 
vormt geen belemmering (voortgezette toepassing) + sfeerovergang omdat van
controle naar opsporing wordt overgegaan

c. Leg gemotiveerd uit wat voortgezette toepassing, sfeerovergang en
sfeercumulatie inhouden.

, - Voortgezette toepassing: hierbij gaat het om de situatie wanneer
bestuursrechtelijk toezicht aantoont dat vermoedelijk een strafbaar feit heeft
plaatsgevonden dat buiten het bereik ligt van de betreffende bijzondere wet op
grond waarvan het toezicht heeft plaatsgevonden. HR Geweer  vormt geen
belemmering  verandering van wet
- Sfeerovergang: in geval er sprake is van voortgezette toepassing en het
uitoefenen van toezicht geeft aanleiding tot het toepassen van
opsporingsmiddelen, dan wordt dat sfeerovergang genoemd. Toezicht/controle
wordt opsporing.
- Sfeercumulatie: bij sfeercumulatie gaat het om de situatie waarin
bestuursrechtelijke handhaving en strafvorderlijk optreden samenlopen. In
hoeverre is de uitoefening van toezichtsbevoegdheden uit bijzondere wetten nog
mogelijk als aanwijzingen bestaan of een redelijk vermoeden bestaat dat een
strafbare gedraging heeft plaatsgevonden.

Casus De Foodstrip
Politieambtenaren John van Eck en Jacqueline Heesbeen rijden op 9 december 2021 naar
de Foodstrip in Amsterdam. De Foodstrip, een verzameling fastfoodrestaurants, is een
zogenaamde ‘sleutelplaats’: een plaats waar criminelen elkaar veelvuldig ontmoeten voor de
overdracht van wapens, drugs en grote geldbedragen. Zo’n overdracht gebeurt ter plaatse of
op een locatie waar men gezamenlijk heengaat nadat op de Foodstrip contact is gelegd.

Als John en Jacqueline op ongeveer vijftig meter van de Foodstrip geparkeerd staan, zien zij
een Volkswagen. De Volkswagen wordt geparkeerd en er stappen drie onbekende mannen
uit. Twee van deze onbekende mannen stappen vervolgens in een Peugeot met twee
inzittenden die ook op de Foodstrip geparkeerd staat.

ANPR-techniek = automatische kentekenplaatherkenning voor het systeem van politie:
openstaande boetes, gezocht door justitie.

John’s speciale camera met ANPR-techniek leest het kenteken van de Peugeot. Het blijkt om
een huurauto te gaan. Het is John en Jacqueline ambtshalve bekend dat criminelen
veelvuldig gebruik maken van huurauto’s om opsporing te bemoeilijken. John en Jacqueline
besluiten de Peugeot en de Volkswagen, die inmiddels achter elkaar van de Foodstrip
wegrijden, te volgen en zien even later dat de auto’s worden geparkeerd voor een flat in
Amsterdam-Zuidoost.

Vier mannen gaan de flat binnen en één man blijft in de Volkswagen. Ongeveer een half uur
later verlaten de twee onbekende mannen de flat en stappen in bij de bestuurder van de
Volkswagen. John en Jacqueline zien dat de Volkswagen een manoeuvre maakt die zij
herkennen als een manoeuvre die wordt gebruikt om te constateren of een auto wordt
gevolgd

“Hier zit een luchtje aan”, zegt John. De agenten besluiten de officier van justitie te bellen. De
officier constateert dat er niet genoeg is om over te gaan tot aanhouding of staande houding
en draagt John en Jacqueline op een controle op grond van artikel 160 lid 1 jo. lid 4 WVW
1994 uit te voeren. Kort na dit telefoongesprek geven John en Jacqueline de Volkswagen
een stopteken. Jacqueline vordert inzage in het rijbewijs en de kentekenpapieren van de
bestuurder. John schijnt met een zaklamp door de zijruit onder de bijrijdersstoel. John ziet
onder de bijrijdersstoel een groot ingetapet blok liggen, lijkend op een blok cocaïne. De drie

,mannen worden vervolgens aangehouden voor het overtreden van de Opiumwet. Na
onderzoek aan het inbeslaggenomen blok blijkt het inderdaad om cocaïne te gaan.

Opdracht 2
(i) Geef gemotiveerd en in de vorm van een betoog uw oordeel over de
rechtmatigheid van de verkeerscontrole.
Het beginsel van détournement de pouvoir is hier van belang  Het arrest
Dynamische verkeerscontrole en HR Controle vs. Opsporing is vergelijkbaar met
de casus. Het ging hier tevens om de bevoegdheid van de politie in het kader van
verkeerscontrole ex art. 160 lid 1 en 4 WVW. Rechtsregels:
- De HR stelde dat een verkeerscontrole voldoet aan de wettelijke eisen indien
hierbij daadwerkelijk het rijbewijs en de voertuigpapieren zijn gecontroleerd.
- Ook stelde de HR dat een verkeerscontrole die ingezet wordt om
opsporingshandelingen mogelijk te maken, die controle nog niet onrechtmatig
maakt. Dit is alleen zo indien het voertuig is aangehouden op grond van etnische
of religieuze kenmerken van de bestuurder of inzittende.
- De controlebevoegdheid mag niet uitsluitend gebruikt worden voor een ander
doel!

In casus hebben de agenten op basis van controle ex art. 160 lid 1 en 4 WVW de
Volkswagen een stopteken gegeven en het rijbewijs en kentekenpapieren
gevorderd. Bij het schijnen in de auto vonden zij een blok cocaïne, waarna de
verdachten zijn aangehouden wegens overtreden van de Opiumwet.

Conclusie: de verkeerscontrole was rechtmatig

(ii) Stel dat de bestuurder voordat de verkeerscontrole werd uitgevoerd, wél als
verdachte kon worden aangemerkt. Staat dit in de weg aan het uitoefenen
van deze controlebevoegdheid? Let op: u hoeft dus niet in te gaan op de
rechtmatigheid van de aanhouding (artikel 53 Sv)
Er kan dan sprake zijn van misbruik van recht (détournement de pouvoir). Maar:
sfeercumulatie, het bestaan van een redelijk vermoeden dat iemand zich schuldig
heeft gemaakt aan een strafbaar feit, staat niet in de weg aan het uitoefenen van
controlebevoegdheden, mits bij de aanwending van die bevoegdheden tegenover
een verdachte de aan deze als zodanig toekomende waarborgen in acht worden
genomen (HR Controle vs. opsporing en HR Dynamische verkeerscontrole). Denk
aan zwijgrecht en cautieplicht, verhoorbijstand en overige waarborgen art. 6
EVRM en EU-richtlijnen.

Opdracht 3
Wat zijn de instapvoorwaarden om een beroep te kunnen doen op het nemo tenetur-
beginsel?
Het nemo teneturbeginsel ligt besloten in art. 6 EVRM (recht op een eerlijk proces). Dit komt
voornamelijk aan de orde bij de medewerkingsplichten bij bestuursrechtelijke
toezichtsbevoegdheden en controle- en opsporingsbevoegdheden. In het strafrecht hoeft
een verdachte namelijk niet mee te werken, maar bij het uitoefenen van
toezichtsbevoegdheden wel

Opdracht 4

, (i) Geef gemotiveerd en in de vorm van een betoog aan wat het verschil is
tussen wilsafhankelijk en wilsonafhankelijk materiaal en waarom dit
onderscheid van belang is in het licht van het nemo tenetur-beginsel.
Het beginsel geldt niet voor materiaal dat onafhankelijk van de wil van verdachte
bestaat, zoals documenten verkregen via een bevel, adem-, bloed- en
urinemonsters en lichaamsweefsel voor DNA-testen.




Opdracht 5
Bestudeer het voorgeschreven arrest HR 14 november 2023, ECLI:NL:HR:2023:1562
(Fishing Expedition).
(i) Markeer de relevante feiten:
Het OM én verdachte hebben cassatie ingesteld.
- OM: niet geschonden (r.o. 3.1)
- Verdachte: niet-ontvankelijk wegens te laat indienen vordering

Verbalisanten hadden informatie gekregen dat er op diverse adressen postpakketten met
illegaal vuurwerk waren geleverd. Verbalisanten hebben verdachte medegedeeld
waarvoor zij kwamen, namelijk op basis van een machtiging tot binnentreden in zijn
woning. Verbalisanten hebben cautie medegedeeld en hebben verdachte gevraagd of er
vuurwerk in de woning was en zo ja, dat uitlevering werd gevorderd. Verdachte gaf
toestemming tot betreden van de woning, waarna verbalisanten een tas met
consumentenvuurwerk vonden. Verbalisanten hadden echter wel aanwijzingen dat er
illegaal vuurwerk was besteld, door middel van een tracking van het pakket met
informatie over de bestelling. Verbalisanten hebben verdachte uitgenodigd voor verhoor
en verzocht alle papieren aangaande het bestellen en ontvangen van vuurwerk mee te
nemen naar dat verhoor. Verdachte heeft met advocaat besproken niet op dit verzoek in
te gaan. De vraag die het hof zich stelt is of de aan verdachte gerichte vordering
strekkende tot het meenemen van gegevens naar verhoor in strijd is met het nemo
tenetur-beginsel.

(ii) Markeer het cassatiemiddel: het cassatiemiddel klaagt over het oordeel van het
hof dat ex art. 19 lid 1 Wed aan de verdachte gerichte vordering tot het
overleggen van gegevens een schending oplevert van het uit art. 6 EVRM
voortvloeiende nemo tenetur-beginsel. In zaak werd verdachte ten laste gelegd
dat hij opzettelijk niet heeft voldaan aan art. 19 Wed.

(iii) Markeer het oordeel van de Hoge Raad: schending nemo tenetur-beginsel. Hof
heeft het niet goed opgeschreven, eens met OM, toch schending!

r.o. 3.4. (nr. 63 EHRM): het nemo-teneturbeginsel is echt de kern van het
strafrecht en liggen als kern aan art. 6 EVRM.

r.o. 3.4. (nr. 64 EHRM): één van de instapvoorwaarden nemo-tenetur: er moet
sprake zijn van dwang en druk. Voorbeelden: gedwongen meewerken,
gedwongen verklaring afleggen, psychologische druk, rechten worden omzeild

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tanishavanaalst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,66  4x  vendu
  • (0)
  Ajouter