Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Alle tentamenstof inleiding bestuursrecht (R_Beg.best.r) €14,86   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Alle tentamenstof inleiding bestuursrecht (R_Beg.best.r)

 7 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Dit document bevat alle tentamenstof om op je tentamen gegarandeerd een hoog cijfer te halen. Inclusief de relevante leerstof van de hoorcolleges, werkgroepen, alle benodigde stappenplannen, en informatie uit het boek ''hoofdzaken van het bestuursrecht''.

Aperçu 4 sur 36  pages

  • Oui
  • 25 avril 2024
  • 36
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Hoorcolleges beginselen bestuursrecht
Week 1: wat is bestuursrecht?

Rechtsgebieden:
Staatsrecht is verdeeld in het privaatrecht, bestuursrecht en strafrecht.
- Bestuursrecht is het recht dat betrekking heeft op het functioneren van een openbaar
bestuur. Het is dus het recht dat door het openbaar bestuur in acht moet worden genomen.
Het gaat bij bestuursrecht dus primair over het overheidshandelen.
- Het bestuursrecht heeft betrekking op alle beleidsterreinen waarop het openbaar bestuur
werkzaam is. Wat het bestuur doet, doet het altijd op een bepaald terrein: het handelt dus
altijd in het kader van een of meer bijzondere delen van het bestuursrecht.
- Bestuursrecht is enerzijds het recht voor de overheid, want zij moeten zich hieraan houden,
maar anderzijds ook het recht van de overheid aangezien het de overheid allerlei
instrumenten geeft om de burger te benaderen. Daarnaast is het ook het recht tegen de
overheid aangezien de burger het recht kan gebruiken als hij het niet eens is met een
beslissing van de overheid.
- Bestuursrecht en strafrecht vallen onder publiekrecht aangezien het hier gaat om de relatie
burger-overheid. Privaatrecht betreft de relatie burger-burger.

Nederlands bestuursrecht is verweven met Europees, en internationaal, bestuursrecht, maar ook
met mensenrechtelijke organisaties als het EVRM. Andersom beïnvloedt het Nederlandse
bestuursrecht het HVJ EU want het Hof laat zich in zijn rechtspraak leiden oor de gemeenschappelijke
elementen in het recht van de lidstaten.

De trias politica is een kenmerk van het staatsrecht bestaande uit de wetgevende, rechterlijke en
uitvoerende macht. Hedendaags wordt de uitvoerende macht gevormd door het openbaar bestuur
en dit is het vakgebied waarop het bestuursrecht betrekking heeft.
- Het bestuursrecht gaat dus over de rol van het openbaar bestuur in de rechtstaat. Het
openbaar bestuur moet de wetgevende macht, wetgeving, in acht nemen en uitvoeren. De
rechterlijke macht moet het optreden van het bestuur toetsen.

Functies van het bestuursrecht:
- Legitimerende functie: deze verschaft de normen voor het bestuur handelen. Het
bestuursrecht schrijft normen (wetten, geschreven en ongeschreven regels) die het bestuur
in acht moet nemen als het optreedt.
- Instrumentele functie: deze verschaft instrumenten voor het handelen van het openbaar
bestuur. Het bestuursrecht reikt het bestuur ook instrumenten aan waardoor het kan
optreden als vergunningen, subsidies. Maar ook verboden als het verbod op kappers door
corona.
- Waarborgfunctie: rechtsbescherming van de burger tegen het optreden van het openbaar
bestuur. Het bestuursrecht maakt het ook mogelijk voor burgers om op te komen tegen het
optreden van het bestuur.

Taak bestuur in de rechtstaat:
 Wetgeving uitvoering en toepassen.
 Wettelijke ruimte die de wet laat invullen en uitwerken:
- Aanvullende regels vaststellen: Dit doet het bestuur door zelf lagere wetgeving te maken en
beleidsregels vast te stellen.

1

, - Concrete beslissingen nemen: bijvoorbeeld het verlenen van vergunningen, subsidies of
opleggen van een belastingaanslag. Dit zijn allemaal voorbeelden van concrete beslissingen
die het bestuur moet nemen op grond van de wettelijke regels
- Toezicht en handhaving: het bestuur moet toezicht houden of de door haar opgelegde regels
wel door de burgers worden nageleefd, toezicht. Als het bestuur vindt dat de regels worden
overtreden kunnen zij hiertegen optreden, handhaving.
 Bestuursrechtelijke normen in acht nemen bij de uitvoering van zijn taak
- Het gaat hier om geschreven en ongeschreven normen.

Legaliteitsvereiste: bestuursbevoegdheden moeten op de wet berusten en op een zorgvuldige wijze
worden uitgeoefend, de onafhankelijke rechter ziet hierop toe. De overheid mag burgers iets
verbieden als de wet dat uitdrukkelijk toestaat. Dit noem je het legaliteitsvereiste. Iedereen moet
zich in een rechtstaat immers aan het recht houden, de overheid zelf ook.
- Het legaliteitsvereiste komt onder meer tot uitdrukking in veel grondrechtenbepalingen in de
GW omdat aantastingen van grondrechten altijd een wettelijke basis behoeven.

Specialiteitsbeginsel:
- De overheid behartigt het algemeen belang. Nu omvat het algemene belang veel belangen,
die ook wel eens met elkaar in strijd kunnen zijn, waarna de overheid deze belangen tegen
elkaar moet kunnen afwegen.
- Wetten dienen om deze reden een specifiek belang en geven aan een of meer organen
nauwkeurig omschreven bevoegdheden om dat specifieke belang te behartigen.
- Hiermee wordt het bestuur in teugels gehouden en heeft de rechter een maatstaf waarmee
hij het bestuurlijke optreden kan toetsen. Het bestuur ma bij het gebruik van een
bevoegdheid, toegekend in een bepaalde wettelijke regeling, dus slechts het belang
behartigen waarvoor die regeling speciaal is vastgesteld.

De structuur van de bestuursrechtelijke normstelling:
- Normadressen: het bestuursrecht kent vele wetten, regelingen, voorschriften, etc. die
normen bevatten. Er zijn normen die bedoeld zijn voor overheidsinstanties, zoals richtlijnen
waar de overheid zich aan dient te houden. De meeste normen zijn echter gericht tot
burgers, waaronder bedrijven en instellingen, zoals absolute verboden, verboden behoudens
vergunning, etc.
- De staats- en bestuursrechtelijke regels kennen een hiërarchische opbouw. Regelgeving komt
op verschillende bestuurlijke niveaus tot stand waarbij een lagere regeling niet in strijd mag
komen met een hogere:
1. Verdragen als het EVRM
2. Statuut: deze geeft de verhoudingen weer tussen Nederland en de andere landen binnen
het Koninkrijk (Aruba, Curaçao en Sint-Maarten).
3. Grondwet
4. Wetten in formele zin: (mogen niet in strijd zijn met GW, echter mag de rechter ook niet
toetsen of WiFz in strijd zijn met de GW).
5. Koninklijke besluiten als amvb’s
6. Ministeriele regelingen: bestaan uit verordeningen en wetten in materiele zin die niet
tevens WiFz zijn en vormen samen de lagere wetgeving. Ook bevatten ze algemeen
bindende voorschriften gericht tot de burgers.
7. Provinciale verordeningen
8. Gemeentelijke verordeningen en waterschap verordeningen

2

, - Het schema is hiërarchisch van opbouw. Dit is erg relevant omdat een burger in veel situaties
met normstelling op meerdere niveaus tegelijk te maken heeft, bijvoorbeeld een wet, AMvB
en beschikking. Hierdoor zegt men ook wel dat het normenstelsel verticaal geleed is. Op een
situatie/vraagstuk zijn meerdere regels in verticale rangorde van toepassing.

- Vanwege het specialiteitsbeginsel is horizontale gelede normstelling tot op een zekere
hoogte noodzakelijk: een wet kan doorgaans bezwaarlijk alle belangen alle belangen dienen
die bij een activiteit spelen. Op een situatie/vraagstuk zijn meerdere wetten naast elkaar,
horizontaal, van toepassing.

- Bestuursrecht heeft op vijf onderwerpen betrekking:
1. De organisatie van het openbaar bestuur.
2. De bevoegdheden van de overheid om aanvullende regels en beslissingen te maken.
3. De normering, in acht nemen van geschreven en ongeschreven regels.
4. Handhaving: het optreden tegen burgers en bedrijven als ze de regels of beslissingen
overtreden.
5. Rechtsbescherming: bescherming die de burger kan krijgen als hij het niet eens is met
beslissingen die de overheid heeft genomen waarna hij naar de rechter kan gaan.

Uitgangspunt bestuursrecht: de overheid treedt steeds op in het algemeen/publiek belang. Dit is
de premisse (aanname van iets dat niet bewezen hoeft te worden, onbewezen stelling, je gaat
ervanuit dat het waar is. Men gaat er dus vanuit dat het bestuur alleen in het publieke belang
optreedt) van het bestuursrecht.
- Algemeen/publiek belang: bijvoorbeeld veiligheid, onderwijs, economie, gezondheidszorg.
- Er is niet duidelijk welke belangen er voorrang moeten krijgen als zij met elkaar in strijd
zijn. Dan moeten zij afgewogen moeten worden tegenover elkaar. Het resultaat van de
afwegingen van de verschillende deelbelangen die met elkaar op gespannen voet kunnen
staan
- Het bestuur weegt de verschillende belangen tegen elkaar af. De rechter weegt echter
geen belangen af, maar toetst alleen of het bestuur op een goede manier tot zijn keus is
gekomen.

Bestuursrechtelijke wetgeving
 Burger en openbaar bestuur moeten zich aan de wet houden
 Openbaar bestuur moet om op te treden voor alles wat hij doet een wettelijke
bevoegdheidsgrondslag hebben. Er moet een wettelijke bevoegdheidsgrondslag zijn voor:
- Organisatie van het openbaar bestuur
- Regels en besluiten van openbaar bestuur
- Toezicht en handhaving door het openbaar bestuur
 Wetgeving voor bestuur komt door legaliteitsvereiste. Bestuur moet in de wet een
specifieke bevoegdheidsgrondslag hebben.

Algemeen en bijzonder bestuursrecht
 Heel veel bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving:
- Heeft betrekking op verschillende maatschappelijke terreinen.
- Kent (specifieke) bestuursbevoegdheden toe aan bestuur als vergunningen, subsidies, etc.
Deze worden ook toegekend aan specifieke bestuursorganen.
 Algemene wet bestuursrecht, AWB:

3

, - Heeft betrekking op het bestuur in het algemeen. Deze structureert de wetgeving en geeft
vorm aan het bijzondere bestuursrecht. Echter geeft de AWB niet voldoende basis en moet
er ook nog specifiek worden gekeken naar de bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving.
- Gemeenschappelijke onderwerpen voor alle terreinen.

 AWB is een wet in formele zin
 Bijzondere wet (in formele zin!) heeft altijd voorrang (boven de algemene wet
bestuursrecht). bv. winkeltijdenwet (een wifz) gaat boven AWB (wifz).
 Stappenplan mag een regel afwijken van de regel in de AWB?
1. Is er iets geregeld in een bijzondere wet? Want bijzondere wet gaat voor algemene wet.
2. Ja: bijzondere wet is van toepassing
3. Nee: geeft de AWB-regel mogelijkheid tot afwijken? Bij een dwingende AWB is dit niet
mogelijk, alleen als het op hetzelfde niveau is als AWB (dus een wifz). Bij aanvullend,
facultatief of regelend recht is afwijking van de AWB mogelijk.

De doelstellingen van de AWB:
1. Eenheid binnen de bestuursrechtelijke wetgeving.
2. Systematiseren en vereenvoudigen van bestuursrechtelijke wetgeving: dit is gebeurd door
vele min of meer gelijkluidende bepalingen in afzonderlijke wetten te vervangen door een
algemene bepaling in de AWB.
3. Codificeren van bestuursrechtelijke jurisprudentie: het gaat hier om het in de wet
vastleggen van normen die in de rechtspraak zijn ontwikkeld als het zorgvuldigheidsbeginsel.
4. Algemene nieuwe voorzieningen treffen, die niet in bijzondere wetgeving thuishoren: hier
gaat het om het treffen van voorzieningen die naar hun aard een algemene regeling
behoeven omdat ze anders in elke regeling afzonderlijk zouden moeten worden getroffen.

 In de AWB is tot uitdrukking gegeven aan het feit dat de overheid in een meer ‘horizontale
relatie’ tot de burgers staat. Hierbij past een juridische relatie die wordt gekenmerkt door
een zekere mate van wederkerigheid: burger en bestuur hebben allebei rechten en
plichten.
 Het bestuursrecht is overzichtelijker en eenvoudiger geworden dan voorheen. Veel formele
wetten en lagere regelingen zijn aangepast aan de AWB.

Verhouding tussen AWB en bijzondere bestuursrechtelijke wetgeving:
Soorten AWB-voorschriften:
Dwingend recht: er mag niet worden afgeweken in de bijzondere regeling. De bijzondere regeling
mag dus niet afwijken van de AWB, art.6:7 AWB.
- Afwijking van het dwingend recht in lagere wetgeving is niet toegestaan en zal in een
beroepsprocedure door de rechter onverbindend worden geacht.
- Soms wijkt de bijzondere wetgever toch af van het dwingende wet van de AWB. Dit kan
doordat de wetgeving in Nederland van gelijke rang is. Bijzondere bestuursrechtelijke
wetgeving is niet hoger dan de AWB. Echter komen zulke afwijkingen niet vaan voor.
- Er is een uitzonderlijk zware motiveringsplicht van bijzondere wetgever voor afwijken (MvT).
Regelend recht: hier mag de bijzondere wetgever wel van de AWB afwijken.
- De AWB bevat hier de hoofdregel, maar staat afwijking daarvan ook in lagere wetgeving
uitdrukkelijk toe.
- Als er sprake is van regelend recht is dit goed te zien aan de AWB zelf. Er is hier een
standaardformulering voor die luidt: ‘’tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald…’’.
Als dit in een AWB staat weet je dat de bijzondere wetgever mag afwijken van de AWB.
4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur danishkamungra. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €14,86. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€14,86
  • (0)
  Ajouter