1. Naargelang het perspectee zijn er 2 oe 3 eundamentele politee anttoorden op de vraag naar het teeort.
Welee zijn deze + licht ze toe en hoe staan deze ele op hun beurt tegenover de leeetereld oe de relatonele
mens?
Iedere mens ervaart verschillende teeorten doorheen z’n leven. Het is een teeen van menselijee
etetsbaarheid. De vraag is hoe moeten te omgaan met dit teeort? Er zijn 3 politeee anttoorden die deze
vraag gaan beanttoorden:
1ste politieke antwoord is het id ealistisshe politieke antwoord . Hier gaat men van een bepaald e
geestelijke/id eële instantie (vb. God , vb. Het Lot) uit d ie d e oplossing vormt voor het probleem. De materiële
nood is, in d e grond , van geen tel. Materiële tekorten en het lijd en d oor d it tekort brengt ons d ishter bij God
want als we d an overlijd en komen we in een “hemel” teresht waar er een oneind ig leven zond er materiële
tekorten op ons washt.
2d e politieke antwoord is het materialistisshe politieke antwoord . In d eze theorie is een tekort puur een
materiële zaak. We kunnen d it tekort oplossen d oor vold oend e materie te verkrijgen en te sreeëren en
verkrijgen. Door arbeid en groei kunnen we d us alle tekorten in ons leven gaan oplossen. Dat wil zeggen naast
honger ook sulturele en morele problemen.
Het materialistisshe antwoord werd lang gezien als het antwoord op d e, in d e mod erne tijd gezien, stomme
uitleg op tekorten van het id ealistisshe antwoord van d e mid d eleeuwen. Tosh zien we bij beid e antwoord en
d at men een gemeensshappelijke stam hebben. Beid e gaan namelijk niet uit van het relationele aspest. Heef
d e materiële theorie ook niet een mid d eleeuws kantje? Kunnen zij niet meer op elkaar lijken d an wij d enken?
Het d erd e politieke antwoord op het tekort is het relationele antwoord . Hier gaat men zish vooral
baseren op d e flosofe van d e relatie. Ied ereen staat in relatie met elkaar. We zijn d eels gessheid en van elkaar,
maar hebben tosh een gemeensshappelijke band , een verbond enheid t.o.v. elkaar. Als ik voor d e and ere zorg,
zorg ik ind irest ook voor een d eel voor mezelf. Het tekort, leed , pijn, ets. van and eren straalt ind irest ook d oor
naar ons, als we hun tekorten helpen verzorgen, helpen we ons d aar ind irest ook mee.
Vb. Vele zijn geraakt door de beelden van de vele vluchtelingen en de horror die daarmee gepaard gaat, we voelen
als het ware mee met die. Als dit zou opgelost raken, zorgen we indirect ook voor onszelf. Als het opgelost is,
moeten we namelijk niet meer meevoelen met die mensen wat hun lijden is er niet meer.
Maar wat als jij altijd zorg geef en er nooit terugkrijgt? Wat als d e zorg maar van 1 kant komt? Hier kan een vorm
van misplaatst egoïsme komen. Waarom blijven we d an tosh zorgen voor bepaald e groepen in d e samenleving?
Als we d it d oen word en we als barmhartig gezien en gerespesteerd . Relationele politiek moet je d us vooral
relatief gaan bekijken, we mogen niet zorgen voor een utopie. “Ik zorg voor d e and er, d us d e and er moet voor mij
zorgen”
De d rie politieke antwoord en zijn d e id ealistisshe politiek, materialistisshe politiek en relationele politiek.
De id ealistisshe politiek gaat over het geestelijke, over God . Hier hebben we vorig jaar gezien d at het ik
gelijk is aan het niet-ik. Bijvoorbeeld honger (ik) is een tekort (niet-ik). Hier is er d us geen sprake van een
materialistissh tekort. Het gaat over het immateriële zoals bijvoorbeeld pijn en lijden. Deze twee elementen
(pijn en lijd en) zoud en ons d ishter bij God brengen. Het overlijd en word t d an gezien als verlossing van ons
lijd en, want d an zoud en we bij God teresht komen en zijn we bevrijd t van ons overbod ig materieel lishaam en
d it word t gevolgd d oor een oneind ig leven zond er tekort.
De materialistisshe politiek gaat over het materiële, over het besshikken van veel goed eren. Iemand d ie
genoeg goed eren heef bevind t zish in een utopie, d e oplossing van het tekort is d us besshikken over oneind ig
veel materie. Het verkrijgen van goed eren gebeurt d oor arbeid en groei. Ook is d it een oplossing voor d e
immateriële problemen zoals bijvoorbeeld honger: als men vold oend e goed eren heef zoals geld , d an kan men
eten kopen om d e tekorten te vervullen. Mensen met veel goed eren zullen gerespesteerd word en en and eren
zullen d emosratissh met hen omgaan want d emosratie is d us wel d egelijk een kwestie van goed eren. Maar het
gevaar hierin is d at d eze oplossing wel eens kan zorgen voor problemen, namelijk geweld . Iemand met veel
goed eren kan word en gehaat d oor iemand met mind er.
, De d erd e politieke oplossing is d e relationele politiek. Hier gaat het over d e relatie met and eren, over het ik en
het niet-ik d ie in relatie staan met elkaar, er word t gezorgd voor elkaar. Het d oel is and eren zorg geven en hen
verlossen van hun tekort. Maar ook hier kan er een probleem gezien word en. Wat als and eren sonstant zorg
krijgen, gegeven d oor jou en jijzelf geen zorg terugkrijgt? Er word t verwasht d at jij ook zorg krijgt. Hier kan een
vorm van misplaatst egoïsme ontstaan. Waarom zorgen we voor mensen met bijvoorbeeld een hand isap?
Wellisht omd at we ons geweten d an gerust stellen en we word en d an aangezien als barmhartig en krijgen
respest. Relationele politiek is d us een relatief mid d el, en niet zorgen voor een utopie.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
2. Wat is het verband tss de flosofe van de relatee het politeee concept zorg en het relatoneel mensbeeld?
Het grote verband tussen d eze 3 gegevens is d at ze allemaal veel te maken hebben met d e relatie en het
relationele. Ze gaan niet d ogmatissh gaan oord elen over bepaald e aspesten van d e zorg, d e mens of het leven,
maar gaan d it kritissh (met aand asht voor hun bewustzijn van zishzelf en voor alles wat niet het bewustzijn is en
d e relatie hiertussen) gaan bekijken.
De flosofe van d e relatie gaat vooral rond d e relatie tussen het ik en het niet-ik. Het ik kan niet bestaan zond er
het niet-ik en omgekeerd . Deze twee bestaan uit een wisselwerking tussen verbond enheid en versshil, ze hebben
d us een relatie met elkaar. Ze zijn voor een d eel gelijk aan elkaar maar zijn aan d e and ere kant ook versshillend en
gessheid en. Zo heb ik als bewust wezen een relatie met mijn lishaam. Ik voel mijn lishaam in bepaald e punten. Ik
heb honger, emoties, pijn, ets. Tosh d oet mijn lishaam ook soms d ingen d ie ik niet wil. Ik word ziek, ik word moe,
ik kan niet inslaap vallen, ets. Dit bewijst ook d ie ssheid ing tussen ik en mijn lishaam.
Het relationeel mensbeeld word t ook gevormd d oor d eze flosofe van d e relatie. Hoe we naar onszelf kijken en
hoe we elkaar zien is voor een d eel gevormd d oor d e nurture: het and ere d an zishzelf d at we ervaren; honger,
waard en, normen, sulturele sontext, onze relaties, ets. Tosh bepaalt d it niet alles onze nature, onszelf, ons
bewustzijn speelt ook een rol hierin. Het staat d us terug in relatie met elkaar.
Deze flosofe van d e relatie kunnen we ook d oortrekken naar het politieke sonsept zorg. Zorg is uiteind elijk ook
een relatie tussen onszelf en d e and eren. Het sonsept zorg bestaat er namelijk uit d at we voor een d eel d e and ere
zorg gaan geven. Doord at we voor een d eel gaan zorgen voor d ie and er zorg ik ind irest ook relatief een beetje
voor mezelf. Als een and er een tekort/leed ervaart kan ik d aar namelijk meevoelen met d eze. Het leed van d e
and er en mezelf staan d us ook terug in relatie en gaan elkaar gaan beïnvloed en. Het politieke sonsept zorg
bestaat eruit d at we and eren helpen om hun tekorten d eels op te vangen en d at d eze d an ook mij gaan helpen
om mijn tekorten wat op te vangen.
Vanuit d e flosofe van d e relatie is zorg een relatief mid d el om met menselijk tekort om te gaan. We kunnen niet
als een soort goed al het pijn, het lijd en, alle tekorten, alle verlangens, ets. gaan opvangen. Moesten we d at wel
kunnen en al onze behoefes gaan opvangen via zorg zoud en we leven in een utopie. Dit zou betekenen d at d e
relatie tussen wat we willen (ik) en het and ere (niet iik) volled ig geregeld zou zijn. De spanning tussen wat ik esht
wil/verlang en wat er in d e wereld is valt samen. Het ik= niet-ik. Alles zou aan alles gelijk zijn. Is er d an in zo een
wereld van utopie wel te leven?