Deskresearch
• Deskresearch is doelgericht informatie verzamelen, je zoekt hierbij
systematisch naar informatie, er zijn 3 manieren om informatie te verkrijgen:
o Observatie: alle activiteiten waarbij we onze zintuigen gebruiken, het
gaat om fysiek contact met de wereld om ons heen.
o Conversatie: stellen van een vraag aan anderen, enquête, survey,
interview,… het medium maakt niet uit (face to face, mail, …)
o Consultatie: informatie vastgelegd in documenten, deze informatie is
meestal systematisch toegankelijk via een professionele
informatievoorziening (bibliotheek, musea, internet, handboeken, …)
• In deskresearch speelt documentaire informatie de hoofdrol, documentaire
informatie is door anderen vastgelegd en gepubliceerd, ook is het
systematisch, je volgt een stappenplan
• Verschil deskresearch en veldonderzoek:
o Deskresearch, achter een bureau, je zoekt naar bestaande
informatie.
Voordeel: snel, goedkoop en beter dan zelf informatie
verzamelen en analyseren.
Nadeel : je vindt niet altijd de gewenste informatie
o Bij veldresearch ga je de “wijde wereld” in om informatie te
verkrijgen. Als je vragen stelt aan mensen krijg je primaire
informatie.
• Zakelijke informatie: feiten over een persoon, markt, product, …
• Literatuur: onderzoeksresultaten/inzichten van anderen waarmee je
stellingen/argumenten onderbouwt.
Lage complexiteit Hoge complexiteit
(Quick reference) (Interpretatieve literatuur
studie)
Kenmerken • Feitelijke informatie • Interpretatief
• Eenvoudig (verzamelen,
• Opzoeken interpreteren en
verwerken in een
rapportage)
• Complex
• Verwerken
Kernvragen • Waar is de juiste • Wat is reeds bekend en
informatie te vinden? wat nog niet?
• Hoe weet je zeker dat de
vragen correct zijn
beantwoord?
1
, • Welke literatuur is
belangrijk voor de
hoofdvraag?
• Soorten informatie bronnen
• Primair: oorspronkelijke informatie: oorspronkelijk artikel, boek, website,…
De concrete inhoud en dus geen verwijzing er naar.
• Secundair: verwijzen naar (primaire bron) het artikel, boek, rapport,…
overzicht van verschillende artikelen en publicaties. Geannoteerde
bibliografie.
• Tertiair (Algemeen): verwijzen naar secundaire bron, verschillende soorten
zoekmachines of een handboek met diverse bibliografieën.
• Informatie vinden in 6 stappen:
• Stap 1: Wat wil je eigenlijk weten?
o Wat is precies je vraag? = probleemdefinitie
o Waarom wil je het weten? = bepaling van de informatie behoefte
o Probleem en doelstelling definiëren, methodisch denken
• Stap 2: Welke informatiebronnen zijn geschikt?
o Maak een inventarisatie van de mogelijke informatiebronnen
(longlist)
o Rangschik naar kans op succes en selecteer de belangrijkste
bronnen (shortlist)
o Bedenk begrippen om de informatie bronnen te raadplegen
(zoektermen)
• Stap 3: Waar kun je de juiste informatie vinden?
o Waar is de informatiebron? En waar is deze te vinden?
o Technische vaardigheden: gebruiken van een webbrowser,
website en door een pagina navigeren
2
, o Inhoudelijke vaardigheden: lezen en begrijpen van de teksten
zoeken naar zoektermen en verwijzingen.
• Stap 4: hoe gebruik je beoordeelde informatie?
o Juiste informatie selecteren, gegevens bestuderen, vergelijken
en bekritiseren.
o Kritisch lezen: samenvatten en begrijpen
o Nieuwe kennis ontwikkelen
• Stap 5: Hoe verwerk je de informatie in je rapportage?
o Systematiseren en organiseren van je informatie
o Informatie integreren volgens probleemstelling, opdracht
verantwoorden.
• Stap 6: Wat is de kwaliteit van de rapportage?
o Evalueer kritisch je werk, heb je je vragen effectief en efficiënt
beantwoord
3