Communicatiewetenschappen 1
Les 1: donderdag 28 september
Bouwstenen van een discipline en een praktijk
het teken als basis
3 aspecten
- Het teken
- Semiotiek
- Representatie (in handboek minder duiding dan in hoorcollege)
Representatie ook belangrijk gegeven bij media inhoud
Het teken
Allerkleinste component van om het even welk communicatieproces = basiselement
Belangrijk om te begrijpen hoe communicatie verloopt
Component om tot betekenisvolle communicatie te komen
De semiotiek
(zie semiologie (fr))
is wetenschappelijk domein waar men zich buigt over tekens
Empirie = werkelijkheid die je via observatie/onderzoek in kaart kan brengen
= leer van tekens (het betekenisvol gebruiken van tekens)
Hoe functioneren tekens? Hoe ontstaat betekenis?
Centrale vraag in communicatiewetenschappen
Manier we denken waarop we denken over onszelf, anderen, andere landen, …
Vooral in onderzoek rond media inhouden en ontvangst waar dit centraal staat of
wordt gebruikt
Zie: 3 centrale studiedomeinen (specialisaties)
Tekens zelf en indeling in soorten
Codes of systemen (of stelsels) waarbinnen tekens georganiseerd zijn (bv
grammatica)
Cultuur waarbinnen tekens en codes opereren (tekens zijn menselijk, worden
gecreëerd door onszelf)
Semiotiek vs linguïstiek
,Subdisciplines in semiotiek
1) Fonologie = studie van klanken en letters (klanken die we gebruiken in onze
gesproken taal en hoe we woorden uitspreken), kunnen we eerder technisch
gebruiken
2) Syntaxis = puur linguïstische studie, is geïnteresseerd in taalconventies en
betekenisvolle patronen van tekens (bv staan letters en woorden in juiste volgorde)
3) Pragmatiek (meer sociologisch georiënteerd), relatie tussen degene die het teken
gebruiken en hoe in het gebruik van het teken betekenis kan veranderen. = studie
van de relatie betekenis en gebruiker van het teken.
zie jongeren: gebruiken graag eigen taal, nemen verschillende dingen op van
buitenaf/media. Die taal onderscheidt jongeren van volwassenen. Veel
multicultureler geworden (zelfs opgenomen door personen die die taal niet spreken
(zie non-arabs) )
4) Semantiek = (semantische discussie= discussie tussen inhoud van een woord) studie
van de relatie tussen het teken en de betekenis die aan een teken wordt toegekend
Representatie
= complex proces waarbij betekenis gevende praktijken (handelingen) lijken te staan voor
iets of iemand uit de echte wereld, waarbij iets of iemand uit de ‘echte’ wereld wordt
voorgesteld (gerepresenteerd).
Uit culturele studies
Vertaalslag geven (echte wereld voorstellen)
Betekenis komt neer op het verbinden van betekenis van taal en cultuur (het nodig
hebben van codes, terugvallen op codes)
Codes zijn het resultaat van cultuur, gelaagd door tijd
De productie van betekenis van concepten in ons hoofd dmv taal (het associëren met
positieve of negatieve dingen), concepten die tot uiting worden gebracht
De link tussen concepten en taal die ons in staat stelt te verwijzen naar de werkelijkheid
en een imaginaire wereld.
Omdat representatie met dat mentale concept te maken heeft, willen we die concepten
naar buiten brengen -> daarom is bij representatie altijd sprake van materialiteit (of ook wel
externaliseren, naar buiten brengen).
Materieel want het wordt tastbaar, werkelijk
Bv. wat we dragen (representatie, hoe je jezelf voelt als persoon in de samenleving)
Twee processen/ representatiesystemen
1) Conceptueel kader: Systeem dat objecten, mensen, gebeurtenissen verbindt aan
een reeks concepten of mentale representaties die we in ons hoofd meedragen
(meer op terrein van psychologie)
, 2) Het talig systeem = codes die ervoor zorgen dat het gedeelde conceptuele kaart
(conceptual map)/ referentiekader in een gemeenschappelijke taal kan vertaald
worden. (Heeft vrij sociale dimensie)
zodat concepten correleren met woorden, beelden, geluiden (dwz tekens)
1. Conceptueel kader
Cultuur = niet alleen in etnische, nationale zin, ook als in levenspraktijken, levensstijlen, …
Voorbeeld:
Als je een roos ziet, kan je dit visueel voorstellen maar ook in een woord = vrij simpel
voorbeeld
Meer complex = het woord oorlog
Systeem karakter = organiseren/ clusteren/ organiseren van concepten en de complexe
relaties ertussen
Bij “rode roos” is dit vrij simpel en makkelijk maar concepten zoals “liefde” , “oorlog”
kan dit moeilijker en complexer zijn. `
Sequentie: bv rode roos roept liefde/ romantiek op ( wie heeft de roos geschonken,
waarom staat die hier)
Mechanismen waarbij we via gelijkenissen en verschillen werken (vb kleur kan
sequenties oproepen) (tulpen zijn minder romantisch dan rozen)
=/= classificatiesystemen om concepten te ordenen
Zie sociaal- culturele verschillen (trouwen in Westen vaak wit, maar in veel Centraal
Aziatische (Turkse, Chinese en Indische) culturen vaak rood)
Kunnen ook net tekens geven (als iemand wit draagt tijdens rouwen)
2. Taalsysteem
Vertaling van gedeelde conceptueel kader in gemeenschappelijke taal
Zodat concepten en ideeën correleren met geschreven woorden, gesproken
geluiden, visuele beelden – tekens
Tekens representeren concepten en conceptuele relaties ertussen die we in ons
hoofd meedragen
Elke, geluid, woord of object dat al s teken fungeert en met andere tekens in een
systeem is georganiseerd, betekenis draagt en uitgedrukt wordt is deel an een taal
Zie: linguistic turn ( er is een soort beweging geweest van onderzoekers die
eerder vanuit een linguïstisch punt kijken)
taal wordt in dit verband breed begrepen (bv beeldtaal, grafisch design ,mode
etc)
( kijk zelfs bij lettertypes: sommigen worden geassocieerd met maker die bv
(pedo-seksuele) misdrijven heeft gepleegd)
, Zie: waarom noemen we een vis een vis (vanwaar komt dit?), hoe is een woord
etymologisch tot stand is gekomen of tot bij ons in gekomen.
Zie in Russisch veel Nederlandse woorden gebruikt (historisch door Tsaar die Europese
banden wou)
Arbitraire relatie
Betekenis wordt geconstrueerd via codes die beide systemen linken
Codes:
Laten effectieve communicatie toe
Zijn het gevolg van sociale conventies
Cultureel verbonden
Betekenisgeving
Dynamisch proces: verandert in tijd, betekenis ligt niet vast (bv: “slang (mots d’argots),
betekenis van gay (al van middelleeuwen om kleurrijk persoon aan te duiden, die in het oog
springt, nobel persoon)
Betekenis, taal en representatie zijn zeer belangrijk voor onze cultuur en hoe we ermee
omgaan.
Tekensystemen
Grote variatie aan tekensystemen
- Focussen op twee meest elementaire
1) Tekensysteem van de saussure
- Linguist, tekens vanuit taalkundige achtergrond
2) Peirce (uitgesproken als purse)
- Filosofische en psychologische dimensie van het teken (perceptie)
Tekensysteem van de Saussure
- Ferdinand de Saussure (1857-1913)
- Twee kernelementen:
le signifiant (betekenaar)
= materiele tekenvorm of (fysieke) verschijningsvorm
Betekenisdrager
= beeld, klank geschreven woord
- Signifié (betekende)
= mentale concept, begrip/idee dat opgeroepen wordt door materiële tekenvorm
(zie roos, foto van roos = signifiant en wat opgeroepen wordt is signifié)
- Een teken = signifiant + signifié