Master Forensica, Criminologie en Rechtspleging
Criminalistiek en Forensisch DNA (CRI4025)
Tous les documents sur ce sujet (9)
Vendeur
S'abonner
annemiekvleeuwen25
Aperçu du contenu
Samenva'ng Criminalis/ek en Forensisch DNA
Week 1 – Plaats delict
Meulenbroek, A. J. (2009). ‘De essen7es van forensisch biologisch onderzoek.’
Hoofdstuk 2 – Forensisch onderzoek van sporen van lichaamsvloeistoffen
Er zijn drie groepen biologische sporen: lichaamsvloeistoffen (bloed, sperma en speeksel),
haren en biologische sporen waarvan de aard niet is te bepalen. Bij sporenonderzoek zal als
eerst de haren worden veiliggesteld, vervolgens wordt er gekeken naar bloed, sperma en/of
speeksel en als laatst zal er onderzoek naar biologische contactsporen plaatsvinden. Soms
bevindt een spoor zich op een sporendrager, denk aan een bebloede vingerafdruk op een
deur, dan zal geprobeerd worden de sporendrager veilig te stellen, of worden er foto’s
gemaakt.
Er hoeD niet veel sporenmateriaal te zijn om een DNA-profiel te kunnen maken. Of het DNA-
onderzoek een DNA-profiel oplevert dat geschikt is voor vergelijking hangt af van
verschillende factoren zoals de kwaliteit. Omdat DNA heel kwetsbaar is en gevoelig voor
vocht, dient het bemonsteren, veiligstellen en bewaren van (stukken met) biologische sporen
aan een aantal eisen te voldoen. Hierbij wordt verontreiniging voorkomen, dient het in een
droge omgeving te gebeuren en koel en donker bewaard te worden.
Bloedsporen
Bloedsporen hebben vaak een rechtstreeks verband met het delict en zijn daarom van
belangrijke waarde. Of er sprake is van bloed kan onderzocht worden met een tetrabasetest,
waarmee bloed te onderscheiden is van andere op bloed lijkende substanLes. Tetrabase is
een stof die in de aanwezigheid van hemoglobine reageert met peroxide. Er zal dan een
blauwe kleur ontstaan. De test zal alLjd worden uitgevoerd op een monster van de
waargenomen vloeistof en niet op het spoor zelf. Ook bij dierlijk bloed zal de stof blauw
worden, dus het is slechts een indicaLeve test.
Als er geen bloed is waar te nemen of het lijkt erop dat het bloed is verwijderd kan dit
onderzocht worden met luminol. Met gebruik van luminol kunnen minimale, latente
bloedsporen zichtbaar worden. De ruimte wordt beneveld met luminol en op de plaatsen
waar blauwachLge kleuring optreedt, kan bloed aanwezig zijn. Het nadeel van
luminolonderzoek is dat het de minimale bloedsporen verdunt waardoor het DNA-onderzoek
bemoeilijkt kan worden. Daarnaast kan het een posiLeve reacLe geven met stoffen anders
dan bloed.
Bloedsporen kunnen waardevolle informaLe verschaffen over wat zich heeD afgespeeld op
een plaats delict. Dit kan door onderzoek van de uiterlijke kenmerken van de bloedsporen
zoals de grooPe, de vorm en de richLng. De resultaten van het bloedspoorpatroononderzoek
kan men ook toetsen aan bijvoorbeeld verklaringen van getuigen.
Sperma
Tijdens het onderzoek zal eerst gekeken worden of sperma in de bemonstering van het
lichaam van het slachtoffer kan worden aangetoond, of anders aan kleding of andere
sporendragers zoals beddengoed. In het donker kunnen sporen waargenomen worden met
een forensische lichtbron. Met een zure fosfatasetest kan worden aangetoond of de
gevonden sporen ook echt spermasporen zijn. Dit is een screeningstest en de zure fosfatase
is een enzym dat door de prostaat in spermavloeistof wordt uitgescheiden. Het geeD enkel
een aanwijzing op de mogelijke aanwezigheid, omdat zure fosfatase ook aanwezig is in
sommige planten, zaden en groenten. Gesteriliseerde mannen lozen geen spermacellen
,maar wel het enzym zure fosfatase. Naast de zure fosfatasetest kennen we ook de zure
fosfatase-afdrukmethode. Hierbij drukt men stukken van overtuiging in zijn gehaal af op een
vochLg vel testpapier. Dit testpapier is besproeid met een oplossing die reageert met zure
fosfatase.
Indien de zure fosfatasetest posiLef is volgt microscopisch onderzoek om vast te stellen of er
daadwerkelijk spermacellen aanwezig zijn. Dit kan in twee methoden. Uit het DNA kan RNA
worden getrokken. Dit RNA is verantwoordelijk voor eiwiPen en is per celtype verschillend.
Ook kan er gebruik worden gemaakt van differenLële lysis: hiermee worden spermacellen en
niet-spermacellen van elkaar gescheiden. Dan kunnen de DNA-profielen van zowel het
slachtoffer als de dader gemaakt worden.
Als uit de microscopische test niet blijkt dat er spermacellen aanwezig zijn kan ook nog de
prostaat specifiek anLgeentest (PSA) worden uitgevoerd, waarbij de aanwezigheid van een
menselijk prostaat specifiek anLgeen wordt aangetoond.
Speeksel
Voor onderzoek naar de aanwezigheid van speekselsporen wordt de alfa-amylasetest
gebruikt. Alfa-amylase is een enzym dat in hoge concentraLe in speeksel voorkomt. De test
geeD een aanwijzing voor de mogelijke aanwezigheid van speeksel, want alfa-amylase komt
ook in andere lichaamsvloeistoffen voor maar dan in een veel lagere concentraLe. Er zijn
twee soorten alfa-amylasetesten, de immunologische test en de enzymaLsche test.
Hoofdstuk 5 – Forensisch onderzoek van biologische contactsporen
Biologische contactsporen zijn sporen die door direct of indirect contact zijn overgedragen
op een persoon of een object en bevaPen weinig DNA. Onderzoek naar deze sporen wordt
daarom pas uitgevoerd wanneer onderzoek naar de klassieke sporen niks oplevert. Van deze
sporen is de aard van het celmateriaal niet te bepalen en is aannemelijk dat ze zijn ontstaan
doordat lichaamscellen en/of vloeistoffen van een persoon zijn overgedragen op een ander
persoon/object. Er zijn drie typen biologische contactsporen:
1. Gebruikssporen
a. Ontstaan bij frequent contact met een (persoonsgebonden) object.
Bijvoorbeeld gedragen kleding
2. Greepsporen
a. Ontstaan door eenmalig intensief (kortdurend) contact van een persoon met
een (ruw) object bijvoorbeeld een touw of met het lichaam van een andere
persoon. Meestal levert dit weinig DNA op.
3. Aanraaksporen
a. Eenmalig, niet-intensief, kortdurend contact van vaak meerdere personen met
een object of persoon. Deze objecten zijn over het algemeen niet
persoonsgebonden. Zeer zelden levert dit een geschikt DNA-profiel op.
Tijdens het bemonsteren van de sporen mag geen contaminaLe plaatsvinden. Minimale
hoeveelheden lichaamsvloeistoffen kunnen namelijk het gevolg hebben dat het DNA-profiel
van het contactspoor niet meer is vast te stellen. Bij voorkeur al bemonsteren op de plaats
delict.
De centrale vraag bij elk forensisch onderzoek blijD of het desbetreffende spoor een relaLe
heeD met het misdrijf (delict gerelateerd). Dit is bij biologische contactsporen niet snel
duidelijk, hiervoor kan meer inzicht worden verkregen door het resultaat van het onderzoek
te beschouwen in de context van de overige informaLe in de zaak. Ook kan er sprake zijn van
, indirecte overdracht, waarbij biologische contactpersonen via een ander persoon of object
overgedragen wordt op een volgende persoon of object. De donor van dat spoor heeD dan
zelf dus niets te maken met de eindbestemming waar het terecht is gekomen.
Hoofdstuk 6 – Het DNA-profiel
Deoxyribo Nucleic Acid (DNA) is de drager van erfelijke eigenschappen. Elk DNA-molecuul is
samengesteld uit twee ketens van bouwstenen. Er zijn 4 bouwstenen in totaal: Adenine,
Thymine, Cytosine en Guanine. De DNA-moleculen en de eromheen liggende eiwiPen
vormen samen de chromosomen. In elke celkern is het DNA verdeeld over 46 chromosomen.
Hiervan zijn 22 paren de autosomale chromosomen en 1 paar geslachtschromosomen. In
elke cel is het DNA exact hetzelfde.
Slechts 2% van het DNA zorgt voor erfelijke eigenschappen, de overige 98% zijn niet-
coderend DNA en kunnen hypervariabele gebieden (Short Tandem Repeats) bevaPen. Deze
hypervariabele gebieden verschillen sterk per persoon. Het bestaat uit steeds herhalende
stukjes DNA en omdat het zo sterk varieert is het heel geschikt om naar personen te
herleiden. De plaats van een hypervariabel gebied op het DNA noemt men een locus. Een
hypervariabel gebied wordt gekenmerkt door het aantal keer dat het zich herhalende stukje
DNA (allel) voorkomt. Dit geeD men weer door een cijfer, waarbij dit cijfer staat voor het
aantal keer dat het repeterende stukje DNA voorkomt. Een DNA-profiel is een beschrijving
van de DNA-kenmerken van verschillende loci op het DNA. De hoogte en breedte van een
piek weerspiegelt in welke mate het DNA-kenmerk aanwezig is. Voor de locus met de code
VWA zijn er twee pieken zichtbaar, 17 en 18. Dit betekent dat deze persoon op het ene DNA-
molecuul voor dit locus DNA-kenmerk 17 heeD en op het andere DNA-molecuul DNA-
kenmerk 18.
Bij een vergelijking van de verkregen DNA-profielen zijn verschillende uitkomsten mogelijk.
Als eerste kunnen de DNA-profielen van elkaar verschillen en is er geen sprake van een
match. De verdachte is niet de donor van het spoor. Het kan ook zo zijn dat de DNA-profielen
grotendeels overeenkomen en dan kan het zo zijn dat de donor van het spoor een familielid
van de verdachte is. Als de profielen gelijk zijn is er sprake van een match.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur annemiekvleeuwen25. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,09. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.