Anatomie schoudergewricht
De osteologie, syndesmologie en myologie (inclusief functie) rondom de schouder te
benoemen.
De functionele samenhang tussen botten, botstructuren, gewrichten en musculatuur voor
het bewegen van de schouder uit te leggen.
Lohman, A.H.M., Zuidgeest, A. (2015) 13e druk. Vorm & beweging. Houten: Springer Media
Hoofdstuk 4: Schoudergordel en arm (blz. 149)
Scapula en humerus (blz. 152 – 153)
Het schoudergewricht (blz 157 – 161)
Spieren die de romp met de schoudergordel en de humerus verbinden (blz.
161 - 164)
Schouderspieren en spieren van de bovenarm (blz. 166 - 171)
Bewegingen in het schoudergewricht (blz. 171 - 174)
Het schoudergewricht is een kogelgewricht (art. glenohumerale)
Kop = caput humeri
Kom = cavitas glenoidalis
Kop + kom passen redelijk goed
Contactoppervlak: 1/3 caput humeri
Hulpconstructie
Labrum glenoidale = kraakbeenrand (maakt de schouderkom dieper dan dat die is, dus iets stabieler)
5 bij 4 mm
Gewrichtskapsel (loopt van de rand van het labrum glenoidale (en bij tuberculum supraglenoidale
iets meer op scapula) naar het collum anatomicum (en mediaal iets op het collum chrirugigum)
Recessus axillaris ‘slap’ (onderkant van kapsel, in de oksel, slap zodat arm helemaal omhoog kan
worden getild)
Versterkt met ligamenten:
- Lig. caracohumerale (van proc. Coracoideus naar humerus (majus en minus)
- Lig. glenohumerale (vanaf cavitas gelnoidalis naar humerus) (versterkt het kapsel)
Superius = boven (horizontaal)
Medius = in het midden (mediocraniaal naar laterocaudaal)
Inferius = onder
Schouderkap = fornix humeri
Wordt gevormd door:
- Acromion
- Lig. carcoacromiale (tussen proc. Caracoideus en acromion) (=schouderdak)
- Processus coracoideus
Bursa subacromialis (mediaal) en bursa subdotoidea (lateraal) = bursa die tussen het schouder dak
en de humerus kop ligt, op de kop van het humerus
Schoudergewricht = kogelgewricht:
Frontale vlak = ABductie en ADDuctie
Sigittale vlak = anteflexie en retroflexie
Transversale vlak = endortatie en exorotatie
ABductie en endorotatie word geremd door lig. glenohumerale inferius
,Schouderspieren (opdelen in 3 verschillende groepen)
Spieren van schoudergordel naar arm (rotator cuff spieren)
O = clavicula of scapula
I = humerus (of ellepijp of spaakbeen)
Functie = stabilisatie art. Humeri en/of beweging in art. humeri
Spieren van romp naar schoudergordel
O = wervelkolom, ribben of sternum
I = clavicula of scapula
Fucntie = positionering en fixatie calvicula en scapula
Spieren van romp naar arm
O = wervelkolom, ribben of sternum
I = humerus
Fucntie = beweging in art. Humeri of art. glenohumerale
Myologie
Spieren van schoudergordel naar arm
Rotator cuff spieren (stabilisatoren), dicht op het gewricht, daardoor veel stabiliteit, en zijn mono-
articulair
m. supraspinatus
O = fossa + fascia supraspinata
I = tuberculum majus + kapsel
Functie = stabilisatie en een klein beetje abductie art. humeri (vooral in het begin van abductie)
Loopt boven het spina scapula langs
m. infraspinatus
O = fossa + fascia infraspinatus
I = tuberculum majus + kapsel
Functie = stabilisatie en exoratatie art. hemeri
Loopt onder het spina scapula langs
m. teres minor
O = margo lateralis + fascies infraspinata
I = tuberculum majus + kapsel
Functie = stabilisatie en exorotatie art. humeri
m. subscapularis
O = fossa + fascia subscapularis
I = tuberculum minus + crista tuberculi minoris
Functie = stabilisatie en endorotatie art. humeri
Ventrale zijde scapula, achter het schouderblad dus
,Schouderspieren (bewegingsspieren) (bewegen de arm)
m. deltoideus
O = clavicula, acromion en spina scapula
I = tuberositas deltoidea
Functie =
- Pars clavicularis (anterior) anteflexie en endorotatie
- Pars acromialis (medius) abductie (het meest van alle bewegingen)
- Pars spinalis (posterior) retroflexie en exorotatie
m. teres major
O = angulus inferior + margo lateralis
I = crista tuberculi minoris
Functie = retroflexie, endorotatie en adductie art. humeri
m. biceps brachii
O = caput longum = tuberculum supraglenoidale
O = caput breve = proc. Coracoideus
I = tuberositas radii (mediale zijde radius) + fascia antebrachia (bindweefsel onderarm)
Functie = anteflexie art. humeri / flexie elleboog / supinatie onderarm
m. biceps brachii zit tussen het capsula fibrosa en synoviaal membraan boven op de arm (het sulcus
intertubercularis = groeve tussen tuberculum majus en minus) . Langzaam word de bicep helemaal
omgeven door synoviaal membraan en diep in het schoudergewricht zit het zelfs niet meer vast aan
het capsula fibrosa
m. coracobrachialis
O = proc. Coracoideus
I = margo medialis humeri
Functie = anteflexie en adductie art. humeri
m. triceps brachii
O caput longum = tuberculum infraglenoidale
O caput laterale = proximaal sulcus nervus radialis
O caput mediale = distaal sulcus nervus radialis
I = olecranon ulnae
Functie = ADductie + retroflexie art. Humeri / extensie elleboog
Tussen laterale en mediale kop loopt dus een zenuw tussendoor sulcus nervus radialis
, Schouderspieren
Spieren van de romp naar de arm
m. pectoralis major
O pars clavicularis = mediale ½ clavicula
O pars sternocostalis = ribben (1-6) + sternum
O pars abdominalis = voorste rectusschede (vanaf bindweefsel abdominus proximaal)
I = crista tuberculi majoris
Functie alle vezels = endorotatie, hulpademhalingsspier
Pars clavicularis = anteflexie art. Humeri
Pars sternocostalis = ADductie art. Humeri, protractie schoudergordel
Pars abdominalis = detractie schoudergordel
m. pectoralis major heeft een gedraaide insertie bij laag hangende arm
dit houdt dus in het bovenste gedeelte van de spier onderaan aanhecht op de arm, en het
onderste gedeelte van de spier, bovenaan aanhecht op de arm
m. latissimus dorsi
O = proc. Spinosi Th7 – Th12 / fascia thoracolumbalis / crista iliaca / 9-12e rib / angulus inferior
I = crista tuberculi minoris
Fucntie = retroflexie, ADductie en endorotatie art. humeri / detractie schoudergordel /
hulpademhalingsspier
Bovenste vezels = retractie schoudergordel
De m. latissimus dorsi loopt naar de voorkant van de arm toe! Vandaar de bewegingen die hierboven
staan. Ook heeft die een iets verdraaide verloop.
Bewegingen schoudergewricht
- Kogelgewricht
- Instabiel gewricht
- Bewegingen schoudergewricht verandering van stand en positie schoudergewricht
- Functie spieren afhankelijk van stand
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur jespertenberge. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,16. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.