ETHIEK
Ethiek - les 1: Waarden & Grondhouding
Ethiek en beleid
Vroeger twee aparte vakken
Wat beide verbindt is de vraag: ‘hoe moeten we handelen?’
1. Ethiek situeert zich op micro-niveau
2. Beleid situeert zich op macro-niveau
3. Beiden bevruchten elkaar (denk aan wetgeving rond abortus en euthanasie, het
leersteundecreet, kinderrechten,…)
‘Het goede goed doen’
Salvador Dali - “Geopoliticus” child watching the birth of new man (1943)
Lessenreeks ethiek
1. 5 lessen voor de paasvakantie – les internationale week valt weg
2. Cursus 2024 staat online (enkele aanpassingen tov cursus 2023 in hoofdstuk 1 en 2)
3. film “La tête haute” te bekijken vóór les 4
4. Cursus van 2024 staat online
5. Ethiek telt voor 6 punten op 20 mee
6. Examen bestaat uit 20 MC vragen met verhoogde cesuur – voorbeeldvragen achteraan
cursus
Inhouden ethiek: grondhouding, zorg en zelfzorg en deugden
1. Waarden, deugden en grondhouding vanuit een transpersoonlijke mensvisie (13 en
15 februari) +
2. Zorgethiek: eigenschappen van zorg en film “Next to her”(20 en 22 februari)
3. Reflectie op zorg en zelfzorg (27 februari & 1 maart) + opdracht: bekijk de film La
tête haute tegen volgende les
4. Deugdenethiek: reflectie op “La tête haute”, presentie, aanklampende houding en
circle of courage (6 maart en 8 maart)
5. Internationale week (11-14 maart): geen les
6. Good practice: Documentaire “Ik dus naar Compostela” en de Oikoten methode (13
en 15 maart)
Moraal en ethiek
Moraal komt van het Latijn mos – mores en verwijst naar gebruiken, zeden en gewoonten
Moraal = het geheel van normen, waarden en deugden die het gedrag van een persoon mee
sturen
Ethiek komt van het Grieks ethos, een woord dat oorspronkelijk verwijst naar het vermogen om het vertrouwen van een
publiek te verwerven bij redevoeringen
1
,Ethiek = reflectie op moraal, zoekt antwoorden op de vraag hoe te handelen
Verwijst naar het vermogen om het vertrouwen van het publiek te winnen tijdens een gesprek
Ethiek: meta , reflectie op moraal (wat je belangrijk vind)
Moreel problemen, dilemma, nood
1. Moreel probleem: verschillende handelingsalternatieven, welke is de beste?
- Vragen naar wat de beste manier is om het goede te realiseren in een bepaalde situatie
2. Moreel dilemma: (specifieke vorm van moreel probleem) als je het ene kiest, kan je
het andere niet kiezen – wat doet Antigone met haar dode broer Polynices?
->Je kunt nooit de perfecte oplossing hebben, je verliest altijd iets
3. Morele nood: het is niet oké, maar niemand ziet het
- Wanneer je er bewust van bent dat iets niet behoort, maar niemand hoort je
Bv je hebt weet van mishandeling, maar niemand gelooft je -> jij alsook de mishandelde persoon in
kweste, bevinden zich dan in morele nood
Antigone voor de dode Polynices door Nikoforos Lytras (1865)
Normen, waarden, deugden
1. Norm: (manier waarop waarden gerealiseerd worden)gebod of verplichting naleven/
afdwingen, bv. het verkeersreglement -> norm: verkeersregels
2. Waarde: wat je belangrijk, waardevol of behoorlijk vindt – het gaat over ernaar leven/
er toe opvoeden, bv. Veiligheid -> waarde van een rijexamen te doen = veiligheid
3. Deugd: verinnerlijkte waarden, kwaliteiten die je hebt ontwikkeld die jou in staat
stellen juist te handelen – het gaat over zijn,
bv. Voorzichtigheid -> je moet oefenen met de auto te rijden (deugden ((kwaliteit)) die
je ontwikkelt: voorzichtigheid, vluchtigheid)
The alligator river story
• Er was een vrouw die Abigail heette en die verliefd was op Gregory. Gregory leefde
aan de oever van de rivier. De rivier, die beide geliefden van elkaar scheidde, zat vol
met mensenetende alligators.
• Abigail wilde de rivier oversteken om bij Gregory te zijn. Helaas was de brug over de
rivier weggespoeld. Daarom trok ze naar Sinbad, die een boot had en vroeg hem om
haar over te varen. Sinbad zei dat hij dat wel wou doen, maar enkel op voorwaarde dat
ze voor een nacht het bed met hem deelde.
• Abigail weigerde en trok naar Ivan en legde hem haar benarde toestand uit. Ivan zei
echter dat hij niets met deze situatie wou te maken hebben: “Los het zelf op!”
• Abigail zag uiteindelijk geen andere mogelijkheid dan Simbad’s voorstel te
aanvaarden. Simbad hield zijn belofte en bracht haar naar de overkant. Wanneer
Abigail aan Gregory vertelde wat er was gebeurd met Simbad, liet Gregory Abigail
minachtend stikken.
2
, • Gekwetst en mistroostig trok Abigail naar Slug en vertelde over haar pijn en verdriet.
Slug, voelde medelijden met Abigail, zocht Gregory op en sloeg hem verrot. Abigail
kikkerde helemaal op toen ze hoorde dat Gregory zijn verdiende loon had gekregen. In
de verte kan je Abigail horen lachen.
Reflectie op alligator river story
1. Maak een rangorde en zet je in koppels: probeer in overleg met elkaar tot een
consensus te komen
2. Welk soort argumenten heb je gebruikt? Ben je tevreden van je keuze of knaagt er
iets?
3. Wat leerde je uit deze discussie?
4. Wat heeft jouw keuze met jezelf te maken (bv. met conditionering, identificatie,
empathie,…)
Wat leren we uit deze oefening?
Mogelijke antwoorden:
1. Dat het best moeilijk is om tot een consensus te komen
2. Dat sympathie en afkeer een rol speelt in ons oordeel
3. Dat sympathie en afkeer ook samenhangen met eigen ervaringen en eigen
kwetsuren
4. Dat we verlangen/verwachten dat anderen ook voelen zoals wij
5. …
Botsende visies
"Geen enkele Arabier zal in Gaza blijven": het gezicht van radicaal zionisme versus dat van
zucht naar gelijkheid in Israël
https://www.vrt.be/vrtnws/nl/kijk/2024/01/09/tza-israelische-blik-arvato-63001064/
MT1: verschillende ethische stelsels
1. Ethische stelsels zijn pogingen om modellen en principes voor het goede handelen te
vatten, op te stellen en te funderen
2. Ethische stelsels kunnen descriptief (hoe we moreel handelen) zijn, prescriptief (hoe
we behoren te handelen) of allebei
3. Ethische stelsels leggen de nadruk op ratio (rationaliteit/ inzicht/ wijsheid) of op
gevoel (sympathie/ empathie)
4. Ethische stelsels verwijzen naar ‘interne’ motieven (intentie/geweten) of naar
‘externe’ resultaten (gevolgen)
5. Ethische stelsels doen beroep op algemene principes, op waarden en normen of op
deugden
6. Ethische stelsels zoeken zijn absolutistisch of relativistisch.
MT2: deontologie (plichtenleer) en beroepsethische dialoog
Beroepsethische dialoog:
1. Intuïtief aanvoelen – ‘wat is de vraag’?
3
, 2. Argumenten verzamelen op verschillende niveaus:
• Feiten (objectief)
• Principes (intersubjectief)
• (Beroeps)ethische waarden (subjectief)
Deontologie als perspectief
Deontologische principes:
• Letter van de wet
• Geest van de wet (‘intentie’)
Omgaan met vertrouwelijke gegevens
• Privacy: ‘vrijheid’
• Discretieplicht/beroepsgeheim: ‘vertrouwen’
MT3: grondhouding, zorg en deugd (nu)
Elke relatie (ook en a fortiori die tussen zorgvrager en zorgverlener) is een ethische relatie:
het goede goed doen
Cfr. de Montaigne: “Ik ben een mens en niets menselijks is me vreemd”
Het gaat in dit opleidingsonderdeel over persoonlijke groei, over leren uit je fouten, over
zelfzorg
Vanuit de idee dat een morele grondhouding niet iets mentaal is maar iets holistisch en dat
je job als opvoeder/begeleider niet los kan gezien worden van je eigen groei en ontwikkeling
als mens in relatie met ‘de ander’, je cliënten en hun context en je collega’s…
De basis van deze benadering is zorgethiek, deugdenethiek en presentie/spiritualiteit
4