INTERNATIONAAL
PUBLIEKRECHT
Table of Contents
0. Inleiding......................................................................................4
0.1. Zeerechttribunaal.............................................................................4
0.2. Componenten van internationaal recht............................................4
1. Bronnen van het internationaal recht.........................................6
1.1. Gewoonte...........................................................................................8
1.2. Algemene rechtsbeginselen............................................................13
1.3. Verdragen........................................................................................14
1.4. Eenzijdige rechtshandelingen........................................................21
1.5. Handelingen en internationale organisaties..................................22
1.6. Soft law...........................................................................................22
2. Subjecten...................................................................................23
2.1. Wie?.................................................................................................23
2.1.1. Staat.................................................................................................... 23
2.1.2. Internationale organisaties.................................................................29
2.1.3. Volkeren en individuen........................................................................32
2.1.4. Niet-gouvernementele organisaties, bedrijven...................................33
2.2. Wat? Representativiteit..................................................................33
3. Aansprakelijkheid......................................................................36
3.1. Algemeen........................................................................................36
3.2. Staatsaansprakelijkheid.................................................................36
3.3. Aansprakelijkheid van internationale organisaties.......................47
4. Jurisdictie en immuniteiten......................................................48
4.1. Jurisdictie........................................................................................48
4.1.1. Algemeen............................................................................................. 48
4.1.2. Afbakening........................................................................................... 51
4.1.3. Toepassingen....................................................................................... 52
4.2. Immuniteit......................................................................................63
4.2.1. Inleiding............................................................................................... 63
4.2.2. Regimes............................................................................................... 65
1
,5. Vreedzame regeling van geschillen...........................................82
5.1. Niet-juridische regeling..................................................................83
5.2. Jurisdictionele regeling..................................................................85
6. Internationale vrede en veiligheid............................................91
6.1. Algemeen........................................................................................91
6.2. Verbod van gebruik van gewapend geweld....................................91
6.3. Collectieve veiligheid......................................................................95
7. Bescherming van het individu...................................................98
7.1. Mensenrechten...............................................................................98
7.1.1. Bronnen............................................................................................... 98
7.1.2. Institutioneel..................................................................................... 103
7.2. Internationaal arbeidsrecht.........................................................103
7.3. Internationaal humanitair recht..................................................104
7.3.1. Fundamentele beginselen.................................................................105
7.3.2. 3 Soorten gewapende conflicten.......................................................105
7.4. Internationaal strafrecht..............................................................108
7.4.1. Internationale misdaden....................................................................108
7.4.2. Afdwinging......................................................................................... 114
8. Milieubescherming..................................................................120
8.1. Internationale gewoonte...............................................................120
8.2. Conventionele regimes.................................................................124
8.3. Institutioneel................................................................................131
9. Internationaal economisch recht............................................132
9.1. Algemeen......................................................................................132
9.2. Rechtstakken................................................................................135
9.2.1. Investeringsrecht............................................................................... 136
9.2.2. Handel in goederen en diensten........................................................144
2
,3
, 0. INLEIDING
0.1. ZEERECHTTRIBUNAAL
- Zeerechttribunaal tot consultatief advies inzake de impact van de
klimaatverandering (de stijging van de zeespiegel) op bepaalde
Caraïbische eilandstaten: ter illustratie
o Achtergrond: sinds 2e IR veel uitstoot van broeikasgassen
Door carbon sinks (die de vervuiling ‘opslorpen’) stellen we
de gevolgen van de huidige uitstoot uit
Door de opwarming van de aarde zijn er gevolgen voor de
zee:
Verzuring (catastrofaal voor schaaldieren, visserij, …)
Stijging van de waterspiegel
o Materiële regimes die gelden
Roepen het Zeerechtverdrag van de NAVO in
Dit verdrag behandelt o.a. milieuverontreiniging i.k.v.
de zee
Tweede reeks verdragen die van belang zijn: UNFCCC
Behandelen specifiek het klimaatrecht
Doelstellingen vastleggen i.k.v. de klimaatverandering
o Institutioneel luik
Kleine eilandstaten hebben zich verenigd in COSIS
(Commission of Small Island States on Climate Change and
International Law)
Reden: hebben nauwelijks hand in de problematiek
(verregaande vervuiling door industrialisering), maar
zijn de eersten die er de gevolgen van dragen
Doel: te werken op internationaalrechtelijke aspecten
van de klimaatverandering
Taak: verzoeken in te dienen voor consultatieve
adviezen voor internationale rechtbanken
Vraagstelling: “What are the specific obligations of State
Parties to the UN Convention on the Law of the Sea,
(a) to prevent, reduce and control pollution of the
marine environment… which are caused by
anthropogenic greenhouse gas emissions into the
atmosphere?
(b) to protect and preserve the marine environment in
relation to climate change impacts, including ocean
warming and sea level rise, and ocean acidification?”
toepassing van art. 192 en 194 van het Zeerechtverdrag
0.2. COMPONENTEN VAN INTERNATIONAAL RECHT
- Bronnen van internationaal recht
4
, o 1/ Verdragen
Noodzakelijk contractueel van aard
Er is geen wetgever om een ‘wet’ op te leggen
Maar staten komen onderling overeen om bepaalde
maatregelen te nemen of gedragingen te stellen
Sommige verdragen zijn van meer belang dan andere
Bv. UNCLOS
o Behandelen als ‘grondwet van de oceanen’
o Evolutieve interpretatie
o 2/ Gewoonte
o 3/ Besluiten en resoluties van IO (internationale organisaties)
Maar brengen geen (!) rechten en plichten met zich mee
o 4/ Eenzijdige rechtshandelingen
Beloften: bindend of niet?
o 5/ Algemene beginselen
Beginselen van procesrecht
Stelregel, maxima: lex specialis derogat generali
Beginselen van milieurecht: voorzorgsbeginsel
o 6/ Rechtspraak
o 7/ Rechtsleer: bijna geen
Vraag: zijn de bronnen geschikt en/of voldoende voor het
internationaal recht?
- De spelers:
o Staten
Het feit dat de eilanden (micro-)staten zijn, is een probleem:
Bij de dekolonisatie had de VN een fixatie op het
creëren van nieuwe onafhankelijke staten
Het feit dat ze niet verenigd zijn in één staat, maakt
het zo dat de kleine staten geen toegang hebben tot
instellingen op andere grondgebieden
o Internationale organisaties
Vraag: is COSIS een IO?
- Jurisdictie (rechtsbevoegdheid) en immuniteiten:
o Aansprakelijkheid van de staat voor de vervuiling door bedrijven?
Verschillende meningen:
Ja, indien de staat niet voldoende maatregelen heeft
genomen om die vervuilende handelingen te
voorkomen of te beperken
o Betoog van de prof:
Belangen van de ontwikkelingslanden: moeten toegang
krijgen tot herstel-mechanismen die op nationaal niveau
georganiseerd zijn
Er is ook sprake van onherstelbare schade, de
herstelmechanismen moeten aldus geïnterpreteerd worden
als ‘vorderingen tot staking’
- Internationale samenwerking
5
, o Diplomatie
o Internationale organisaties
o Geschillenbeslechting
- Mensenrechten
- Oorlogsrecht
- Economie, duurzame ontwikkeling en Noord-Zuidrelaties
o Gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid
o Belangrijkste insteek in het debat vandaag: hoe agency van
economische actoren afbakenen in relatie tot factoren als
mensenrechten, milieu,…
Staten die maatregelen nemen om het milieu te beschermen
worden nadien vaak aangeklaagd door bedrijven die
schadevergoeding vragen (want zo worden de investeringen
gedwarsboomd)
Gevolg: regulatory chilling (inhibitie in de wetgevende
macht uit angst voor de gevolgen)
Mening Sierra Leone: bevestigen van regulatoire
vrijheid van staten (soevereine recht van staten om
wetten te maken) en hen afschermen van
schadevergoedingen
o Prof: laat ruimte om te counteren (“ik ontken
niet dat je soeverein bent om te bepalen, maar
het is niet billijk om mij er de gevolgen van te
laten dragen)
o Beter: staat moet soeverein zijn om te bepalen
en zonder gevolgen door te zetten
- Afdwinging van het IR
o Principe in IR: staat kan niet tegen jouw wil voor een rechter
gebracht worden
o Vraag:
Is er dan wel effectiviteit?
Wat is de precisie van de verdragen? Houdt het een
middelen- of resultaats-verbintenis in?
Mening: vage resultaatsverbintenis is niet beter dan
een heel precieze middelenverbintenis
Reden: ‘climate change is a moving target’, je moet je
continu kunnen aanpassen aan de omstandigheden
o Hierin zijn adequate procedures ook van
belang: staten blijven opvolgen
1. BRONNEN VAN HET INTERNATIONAAL RECHT
- Internationaal Gerechtshof (IGH): bevoegd voor tussen staatse geschillen
o Belangrijkste orgaan binnen de VN
o Bevindt zich in Den Haag
- Bronnen: algemeen
6
, o Beperkt aantal formele rechtsbronnen
o Vertrekpunt: Art. 38 Statuut IGH
Verdragen
Internationaal gewoonterecht
Algemene rechtsbeginselen
Rechtspraak en rechtsleer
+ Niet expliciet (is niet exhaustief):
Rechtshandelingen van IO’s (secundair recht):
beslissingen/resoluties
Eenzijdige rechtshandelingen
- Hiërarchie van bronnen
o Primair/subsidiair recht
> Secundair recht: rcehtsleer en rechtspraak (worden
zelden geciteerd in internationaal recht)
o Rol algemene rechtsbeginselen: gaatjes opvullen
o Jus cogens (dwingend recht) (art. 53 WVV)
Regels waarvan niet mogen afgeweken worden
Variant: Handvest Verenigde Naties (+- grondwet VN)
Art. 103 HVN: verplichtingen uit het HVN hebben
voorrang op verplichtingen uit andere verdragen
juncto art. 25 HVN: Veiligheidsraad kan bindende
besluiten nemen met het oog op de handhaving van de
internationale vrede en veiligheid (ook sancties tegen
bepaalde naties)
o Sancties opgelegd door de Veiligheidsraad
hebben ook voorrang op andere verplichtingen
= primauteit van het HVN
o Tussen verdragen: art. 30 Weens Verdragenrechtverdrag (WVV)
Opeenvolgende verdragen die betrekking hebben op
dezelfde materie
<-> Regel: er is in principe geen hiërarchie, want ontstaan uit de
soevereine wil van de staten en kunnen verdragen wijzigen zoals ze
willen
In principe zou een gewoonteregel een verdragsregel
kunnen wijzigen
- Verhouding gewoonte/verdrag
o Technisch gezien geen hiërarchie, maar …
o Kracht van precisie en het geschreven woord (en gemak voor de
rechter)
- Overzicht bronnen
o 1/ Gewoonte
o 2/ ARB
‘Spontane bronnen’
o 3/ Verdragen
o 4/ Eenzijdige rechtshandelingen
o 5/ Handelingen en internationale organisaties
7
, o 6/ Soft law
1.1. GEWOONTE
- 1/ Gewoonte:
o Statuut IGH: “a general practice accepted as law”
o Constitutieve bestanddelen
1/ Praktijk
Afleiden uit: geldige (!) gedragingen van subjecten
van het IR
Doen of laten
o Moet dus geen actieve handeling zijn
o Bv. Afwezigheid van objectie van Zwitserland in
het zeerecht (want geen rechtstreekse toegang
tot zee)
Waar:
o In de internationale betrekkingen:
Bv. afspraak om internationale
organisatie slechts voor gesprekken in
vrede te gebruiken
o Maar ook intern
Bv. nationale rechtspraak: wat de
nationale RS zegt over immuniteit IGH,
Jurisdictional Immunities of the State (zie
reader)
- IGH, Jurisdictional Immunities of the State (zie reader)
o Duitsland vs Italië, met tussenkomst van Griekenland
o Over de WOII:
Italië kwam naar de kant van de geallieerden nadat het
verzet Mussolini had uitgeschakeld
Duitsland nam represailles: massamoorden in strategische
plekken
o Na WOII sloot Duitsland vredesverdragen, inclusief met Italië (+
forfaitaire schadevergoeding ‘lump sum’ die alles regelde)
o Decennia later voerden de slachtoffers van de genociden processen
om schadevergoedingen te verkrijgen
o Probleem: staatsimmuniteit
Jurisdictionele immuniteit
Uitvoerende immuniteit: niet uitspreken over gedragingen
van andere landen die zijn gesteld in het kader van
internationaal gezag (de iure imperii) + geen vonnissen op
8
, goederen van een andere staat die een internationale
bestemming hebben
Houding t.a.v. verdragen? EHRM
o Zaak:
Pleit: Italië: oorlogsmisdaad + recht op toegang tot de
rechter Duitsland geniet geen immuniteit
Gevolg: Duitsland wordt veroordeeld tot een
schadevergoeding + beslag van Duitse villa in Italië
o Duitsland: naar het IGH
Duitsland:
Wij erkennen dat dit internaitonale misdaden zijn en
de Duitse Bondsrepubliek is daar internationaal
aansprakelijk voor
Maar: immuniteit kan niet zomaar aan de kant
geschoven worden
Uitslag: Duitsland wint
Immuniteit is een uitzondering op de toegang tot een
rechter
o Perceptie: IGH steunt op internationale argwaan en beschermt de
soevereine gelijkheid van de staten
oHouding t.a.v. verdragen? EHRM
= Kan de positie van een staat tijdens het
opstellen van een verdrag constitueren
als basis om de gewoonte van dat land in
te schatten?
Rechtbanken van het EHRM kijkt
inderdaad naar de houding van staten
tijdens onderhandelingen om de praktijk
te duiden als een constitutief bestanddeel
van de gewoonte
Prof: loco, is gebaseerd op
onderhandelingen over slechts
bepalingen van verdragen kan
verkeerd beeld scheppen
Constant en uniform
o Algemeenheid: doen of laten – universeel of
regionaal
o Duur: handelingen over bepaalde periode
o Coherentie van gedragingen: moet
samenhangend zijn
Zie reader: ICJ, Activities in Nicaragua,
§186
- Coherentie van gedragingen : ICJ, Military and Paramilitary Activities in
Nicaragua, §186
9
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur rechtenstudent38. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.