1. Nearly all of us are feeling down: The epidemiology of depression and psychological
theories
Abramson, L. Y., Alloy, L. B., Hankin, B. L., Haeffel, G. J., MacCoon, D. G., & Gibb, B. E. (2002).
Cognitive vulnerability-stress models of depression in self-regulatory and psychobiological context
Volgens Dykman & Abramson hebben een aantal forces ervoor gezorgd dat cognitieve benaderingen
van depressie populair werden.
1. De toename van information-processing benaderingen en de studie in het algemeen naar
sociale cognitie → fundament voor depressie
2. Onderzoek toonde aan dat cognitieve processen emotionele reacties mediëren, met de
specifieke inhoud van gedachten die voor bepaalde emotionele reacties zorgen.
3. Veel onderzoekers verwijderden zich van de psychoanalytische benadering van depressie,
deels omdat het untestable was
4. Veel psychologen stelden vragen over de adequatie van enkel een gedragsbenadering van
psychologische fenomenen.
Two cognitive theories of depression: hopelessness theory and beck’s theory
Volgens de hopelessness theory en Beck’s theory, is het de betekenis of interpretatie die men geeft
aan ervaringen dat sterk beïnvloedt of zij depressief worden, en of ze aan herhaalde, heftige,
langdurende episodes van depressie zullen leiden.
Hopelessness theory: Volgens de hopelessness theory is de verwachting dat verlangde uitkomsten
niet zullen gebeuren of dat aversieve uitkomsten wel zullen gebeuren en dat het individu daar geen
invloed op heeft, een voldoende oorzaak van depressieve symptomen, vooral het gehypotiseerde
syndroom van hopelessness depression (HD). Symptomen van HD zijn somberheid, verstoorde
spiercontrole, suïcidaliteit, weinig energie, apathie, psychomotorische achterstand, slaapproblemen,
slechte concentratie, etc.
Negatieve levensgebeurtenissen zijn vaak een aanleiding (occasion setters) tot hopeloosheid. Er zijn
namelijk drie soorten verbanden die mensen leggen wanneer ze geconfronteerd worden met een
negatief event die bijdraagt aan de ontwikkeling van hopeloosheid en daaropvolgend depressie.
Hopeloosheid en depressieve symptomen komen voor:
1. Als negative life events worden toegeschreven aan stabiele, globale oorzaken.
2. Als negative life events worden beschouwd als leidend tot andere negatieve consequenties.
3. Als negative life events ertoe leiden dat mensen zichzelf als waardeloos of gebrekkig gaan
zien.
Volgens de hopeloosheid theorie
worden verbanden die mensen
leggen over de oorzaak,
consequenties en zichzelf bepaald
door zowel informationele cues in
de situatie als door individuele verschillen in cognitieve stijl. Zonder negatieve life events lopen
mensen met een negatieve cognitieve stijl evenveel risico op het ontwikkelen van depressie als
mensen met een positieve cognitieve stijl. Dit aspect van de theory is een vulnerability-stress
component: negatieve cognitieve stijlen zijn de cognitieve kwetsbaarheid, negatieve life events zijn
de stress. Sociale, materiële, emotionele en informationele steun kan een buffer zijn tegen depressie
,door de ontwikkeling van hopeloosheid te voorkomen.
Beck’s theory: Beck ontwikkelde in 1967 een cognitieve theorie die automatische negatieve
gedachten benadrukte die depressieve symptomen zouden ontlokken (trigger) bij zijn patiënten.
• Volgens Beck vormen maladaptieve schema’s van zichzelf over dysfunctionele houdingen
met betrekking tot thema’s als verlies, inadequaatheid, falen en waardeloosheid de
cognitieve kwetsbaarheid. Zulke dysfunctionele houdingen hebben vaak betrekking op het
thema’s waarop iemands waarde en vrolijkheid van afhangt van perfect zijn, of op
goedkeuring van anderen.
• Als deze depressogenic self-schemata worden geactiveerd door negatieve life events
(stress), worden specifieke negatieve cognities gegenereerd (automatische gedachten) die
de vorm innemen van een extreem pessimistische kijk op zichzelf, de wereld en de toekomst
(negative cognitive triade). Dat leidt op zijn beurt weer tot somberheid en andere
symptomen van depressie.
o Ook volgens Beck zijn negatieve life events cruciaal om depressie te ontwikkelen,
zonder deze stress worden de negatieve schema’s niet geactiveerd.
o Individuele verschillen in de waarde die mensen plaatsen op verschillende soorten
ervaringen beïnvloeden of de cognitieve kwetsbaarheid (depressogenic self-
schemata) voor depressie wordt geactiveerd.
Comparisons of the Hopelessness Theory and Beck Theory: similarities and differences
Overeenkomsten tussen Beck & Seligman:
- Beide theorieën benadrukken de rol van cognitie in het ontstaan een voortbestaan van
depressie.
- Beide theorieën bevatten een cognitieve kwetsbaarheid hypothese waarin negatieve
cognitieve patroon de kwetsbaarheid vergroten bij het tegenkomen van negatieve life events
in highly valued content domeinen.
- Beide theorieën spreken over een mediërende volgorde van negatieve verbanden die
beïnvloeden of negatieve life events wel/niet leiden tot depressieve symptomen.
, - Beide theorieën erkennen de heterogeniteit van depressie en stellen expliciet (hopelessness
theorie), dan wel impliciet (Beck’s theorie) het bestaan van een cognitief gemedieerd
subtype van depressie voor.
Toch is er één groot verschil tussen beide theorieën, hiervoor zijn twee termen belangrijk:
- Cognitieve processen: hebben betrekking op de operations van het cognitieve systeem zoals
informatieverwerking, ophalen van informatie en aandachtsprocessen.
- Cognitieve producten: zijn het eindresultaat van het cognitieve informatie-
verwerkingssysteem en bestaan uit de cognities en gedachten die het individu ervaart.
Volgens de hopelessness theorie verschilt depressieve en nondepressieve cognitive in
content, maar niet in process.
Beck suggereert dat ze zowel in content als in process verschillen. Beck benadrukte dat depressieve
mensen negatieve en ongerechtvaardigde verbanden leggen gezien de beschikbare informatie.
Depressieve mensen negeren volgens hem positieve situationele informatie en alleen door negatieve
informatie worden beïnvloed in het leggen van negatieve verbanden. De hopelessness theorie houdt
zich daarentegen stil met betrekking tot deze verdraaiing (distortion).
Empirical evaluation of the theories
Er zijn vijf centrale voorspellingen volgend uit deze theorieën:
1. Beide theorieën bevatten een interactie tussen cognitieve kwetsbaarheid en stress die
samen leiden tot depressieve symptomen.
2. Beide theorieën bevatten een mediërende link (hopelessness, negatieve cognitieve triad)
tussen negatieve life events en de formatie van depressieve symptomen.
3. Beide theorieën bevatten causale verbanden die leiden tot een specifiek subtype van
depressive (HD).
4. Beide theorieën argumenteren dat een “match” in een bepaald domein tussen de cognitieve
kwetsbaarheid en stress de waarschijnlijkheid verhoogt van de ontwikkeling van depressieve
symptomen, t.o.v. een domein “mismatch”.
5. Volgens Beck is depressieve cognitie verdraaid, de hopeloosheidstheorie zegt hier niks over.
Research designs for testing the etiological hypotheses of the cognitive theories
Remitted depression paradigm: in dit design worden cognitieve patronen van depressieve
individuen onderzocht tijdens de depressieve staat en in een rustfase. De belangrijkste assumptie is
dat kwetsbaarheid voor depressie niet alleen aanwezig is tijdens een depressieve episode, maar ook
in rustfases (trait-like).
Behavioral high-risk design: heeft betrekking op het bestuderen van deelnemers die momenteel
geen depressieve stoornis hebben, maar die worden geacht een hoog of juist laag risico te lopen.
Deze mensen worden geselecteerd op basis van genetische (in mindere mate) of psychologische
(non)kwetsbaarheid. Deze beide groepen worden dan vervolgens vergeleken op hun
waarschijnlijkheid depressieve symptomen te vertonen in het verleden en in de toekomst.
Hopelessness depression subtype hypothesis
Vijf onderzoeken toonden aan dat de interactie tussen cognitieve kwetsbaarheid en stress in de
hopelessness theorie veranderingen voorspelt in HD symptomen. Een andere studie vond steun voor
het cluster van HD symptomen als een distinct syndroom.
Etiological hypotheses and nonendogenous subtype hypothesis featured in Beck’s theory
Prospectieve studies hebben gevonden dat de cognitieve kwetsbaarheid x stress interactie
verhogingen in depressieve symptomen voorspelt.
The cognitive vulnerability to depression project
Het Cognitive Vulnerability to Depression (CVD) Project was een onderzoek dat zowel
, retrospectieve als prospectieve behavioral high-risk designs gebruikt om de cognitieve
kwetsbaarheid en andere etiologische hypotheses te testen voor zowel klinisch depressieve
symptomen als episodes. Eerstejaars studenten met een hoog of laag cognitief risico op depressie
werden 2,5 jaar gevolgd middels een zelf-rapportage en gestructureerd interview elke zes weken. Ze
werden daarna nog drie jaar gevolgd met een beoordeling elke vier maanden.
De eerste resultaten gaven steun voor de cognitieve theorieën van depressie. De groep met hoog
risico (HR) vertoonde een grotere prevalentie van de depressieve stoornissen. De prospectieve
resultaten leverden ook bewijs op voor de cognitieve kwetsbaarheid hypothese. De HR groep
vertoonde meer risico op terugval in depressieve episodes nadat ze eenmaal een depressie hadden
gehad. Ook vertoonde de HR groep een groter risico op suïcide tijdens de follow-up.
→ Deze resultaten bieden belangrijke steun voor de cognitive vulnerability hypothesis
Deze resultaten weerleggen de kritiek dat de cognitieve kwetsbaarheid hypothese alleen geldt voor
milde depressies. Daarnaast vormen ze ook ondersteuning voor de HD hypothese.
Attributiestijl bleek het grootste effect te hebben onder lager stressniveaus, terwijl het weinig impact
had op depressie onder hoge stressniveaus → ondersteuning voor het tiration model van
kwetsbaarheids-stress relaties in de hopeloosheidstheorie:
- Tiration model: lager doses van stress zijn voldoende om depressie uit te lokken in cognitief
kwetsbare personen, terwijl hogere doses stress vereist zijn om depressie uit te lokken in
niet kwetsbare personen. Bij lagere levels van stress worden alleen cognitief kwetsbare
personen depressief, terwijl bij erg hoge levels van stress zowel cognitieve kwetsbare als niet
kwetsbare personen depressief kunnen worden.
- Het vulnerability-stress model in de hopelessness theorie en Beck’s theorie is daarentegen
een synergistic interactie, waarbij alleen cognitief kwetsbare personen die veel stress
ervaren depressie ontwikkelen.
Seven facts about depression: how well can the cognitive theories explain the ‘big facts’ of
depression?
1. Depressie is terugkerend (recurrent): Een mogelijke verklaring is de hoge kwetsbaarheid van
mensen om depressief te worden en meerdere depressieve episodes te ervaren. Dit is
consistent met de cognitieve vulnerability hypothese en met de resultaten van het CVD-
project.
2. Life events spelen een rol in de ontwikkeling van depressie. Dit is in beide theorieën
geïntegreerd in het cognitieve vulnerability-stress component.
3. Depressie kan dodelijk zijn door het verhoogde risico op suïcide. Volgens onderzoek is
hopeloosheid de sleutel tot suïcide onder depressieve personen. In het CVD-project toonden
cognitief kwetsbare personen eerder suïcidaliteit.
4. Depressie is een algemene stoornis. Kan verklaard worden doordat er algemene, normale
oorzaken zijn van depressie.
5. De aantallen van depressie nemen toe van midden tot late adolescentie. Verklaard door een
toename in negatieve life events (de stressor in de cognitive vulnerability x stress interactie)
tijdens adolescentie, dit ontwikkelingstraject loopt parallel met de toename van depressies.
6. Er bestaan geslachtsverschillen in depressie bij volwassen, waarbij 2 keer zo veel vrouwen als
mannen depressie ervaren. Vrouwen tonen een toename in negatieve life events, met name
op het interpersoonlijke domein en ze tonen een toename in negatieve cognitieve stijlen.
Mannen daarentegen tonen meer dysfunctionele houdingen (uit Beck’s theorie).
7. Depressie is heterogeen met meerdere oorzaken. De cognitieve theorieën onderkennen deze
heterogeniteit door depressieve subtypen voor te stellen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur psychologiestudent1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.