Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Aantekeningen hoorcolleges MOM €9,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Aantekeningen hoorcolleges MOM

 33 vues  5 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Aantekeningen van alle hoorcolleges Markt, Overheid & Middenveld (MOM) van collegejaar . Aantekeningen inclusief bondige samenvatting van alle verplichte literatuur die bij het specifieke college behoort.

Aperçu 4 sur 36  pages

  • 15 avril 2024
  • 36
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Zouridis, csikos, wilthagen
  • Toutes les classes
avatar-seller
Markt, overheid & Middenveld
aantekeningen hoorcolleges
Tilburg University 2023-2024

,Hoorcollege 1: Governance
Markt, overheid & middenveld richt zich op meer dan alleen de overheid. Er vindt een shift
plaats van governance naar government; besturen in plaats van openbaar bestuur.
- bv. voedselveiligheid: dit gaat van producent tot verkoper (en alles daartussenin); zo zijn er
bv. regels van mondiaal tot nationaal niveau, en hebben ook producenten regels (dit laat zien
dat alle onderwerpen zich afspelen in zogeheten governance arrangementen)
Kooiman (2003): Governing as governance
- ‘governance of and in modern societies is a mix of all kinds of governing efforts by all
manner of social-political actors, pubic as well as private; occurring between them at
different levels, in different governance models and orders’
- ‘governing can be considered as the totality of interactions, in which public as well as
private actors, participate, aimed at solving societal problems or creating societal
opportunities; attending to the institutions as contexts for these governing interactions; and
establishing a normative foundation for all those activities’
- ‘governance can be seen as the totality of theoretical conceptions on governing’
 DUS: een interactioneel concept van governance (besturen als interacteren)
Interactie staat centraal (Kooiman):
- een interactie (wisselwerking) kan worden beschouwd als een wederzijds beïnvloedende
relatie tussen twee of meer actoren of entiteiten
- interacties zijn altijd wederzijdse relaties waarbij entiteiten elkaar beïnvloeden
- interactie als tweesnijdend: zwaard/synthetiserend1 concept; onderscheid maken tussen
een intentioneel en structureel niveau in bestuurlijke interacties betekent dat bestuurlijke
acties en bestuurlijke structuur (cultuur) niet zonder elkaar kunnen worden begrepen
- drie typen interactie:
1. interferences: in de primaire sociale processen
- de minst georganiseerde vorm van maatschappelijke interacties (bv. het
onderhouden van een gezin of het verzorgen van zieken), toch komen interferences
ook in georganiseerde vorm terug (bv. in banken of in de rechtelijke macht)
2. interplay: interacties met een horizontaal karakter
- er is géén sprake van een formele autoriteit, dominantie of ondergeschiktheid;
interplays hebben als doel doelen te bereiken door actoren te betrekken bij
collectieve actie in plaats van onafhankelijke actie
- interplays kunnen echter ook spanningen veroorzaken tussen de individuele en
collectieve belangen die vooral ontstaan door verschillen in organisatiedoelen
3. interventies: geformaliseerde interacties
- interacties gericht op het uitoefenen van geformaliseerde invloed, vaak met
voorwaarden eraan verbonden
- interventies worden vooral gekenmerkt door regels (statuten, procedures, etc.); ze
binden alleen diegenen die er expliciet mee instemmen erdoor gebonden te worden



1
Synthetiseren = samenvoegen/met elkaar in verband brengen

,De drie typen interacties brengen ook drie verschillende modes of governance met zich mee:
1. Self-governance: zelfbestuur; verwijst naar het vermogen van sociale entiteiten om
zich zelf autonoom te besturen
 zoals de vele totalitaire regimes in de geschiedenis hebben laten zien kunnen
samenlevingen niet vertrouwen op zelfbestuur als enige mode of governance
 vaak worden deregulatie en privatisering gepresenteerd als self-governance,
echter is er vaak sprake van ‘sturing op afstand’ waardoor deze twee concepten
niet per definitie goede voorbeelden van self-governance zijn
2. Co-governance: medezeggenschap; gebruik maken van georganiseerde vormen van
interactie voor bestuursdoeleinden
 horizontaal besturen: actoren communiceren en werken samen zonder een
centrale of dominante actor
 “Collaboration and Co-operation may seem to be […] the same thing […].
Collaboration is the less formal of the two and co-operation is the more formal.”
- social-political collaboration = samen dingen doen in een organisatie
- social-political co-operation vindt plaats in situaties waarin governing actors
wederzijdse belangen en gezamenlijke zorgen over de toekomst hebben en
tevens wanneer er een gelimiteerd number of actoren is (3 elementen)
3. Hierarchical governance: hiërarchisch bestuur; bestuur als ingebed in een bredere
categorie van maatschappelijke interacties
 bureaucratie en hiërarchie worden vaak gelijkgesteld maar zijn verschillend:
- bureaucratie is een structureel niveau van bepaalde bestuurshandelingen
- hiërarchie is het proces waarin leiders niet-leiders controleren
 verticale interacties; governing actors beïnvloeden het gedrag van andere
actoren die deelnemen aan de interacties, zelfs onvrijwillig maar vaak door
middel van sancties

Governing orders:
- er zijn drie verschillende governing orders:

1. First-Order Governance: in first-order governance proberen actoren
dagelijks problemen aan te pakken of kansen te creëren
2. Second-Order Governance: instituties; de organisaties die
probleemoplossende of kansenscheppende praktijken in
samenlevingen controleren of mogelijk maken
3. Third-Order Governance: meta; de bouwstenen van de
eerste twee governing orders passen samen in de vorm
van een normgeoriënteerd raamwerk
- “In meta governing interactions, governors and
governed alike, take each other’s measure in formulating
the norms and criteria by which they want to judge each
other and the measuring itself”

Hoorcollege 2: Institutionele logica en gedrag
Governance bedraagt de wisselwerking tussen markt, overheid en middenveld, gericht op

, adresseren van maatschappelijke problemen of het benutten van kansen (Kooiman, 2003).
Met de term governance wordt dus naar meer gekeken dan puur de overheid.
- interactie staat centraal, als uitdrukking van én intentie én structuur
Het standaardmodel voor gedrag: de rationele actor
- de rationele actor is een entiteit, het kan zowel een mens als bv. een organisatie zijn
- het gedrag van de rationele actor wordt verklaard door eigen belang; de rationele actor is
op zoek naar de keuze waarbij hij het meeste profijt van heeft en hij maakt deze keuze op
basis van een kosten-en-baten-analyse
- dit standaardmodel is op twee manieren problematisch:
1. het rationele: er wordt verondersteld dat het doel een gegeven is
- wat als het doel niet bekend is/wat is maximalisatie als er meerdere doelen zijn
- actoren moeten in de theorie in al hun handelen hun doel nastreven
2. de actor: veronderstelt dat er (altijd) een afweging wordt gemaakt
- we zijn wel rationale actoren maar we maken (meestal) geen rationele afwegingen
- het onbewust leidt; er wordt niet continu een afweging gemaakt
- kennis: er wordt verondersteld dat er kennis is over wat het meest bijdraagt aan het
doel van de actoren, in de praktijk blijkt dat die kennis er niet (altijd) is
- herding-bias (kuddegedrag): actoren volgen de kudde, ook in situaties waarin de
kudde niet de rationele keuze maakt waardoor de rationele actor vaak dus ook niet
de rationele keuze maakt
Institutional logics: theorie over vervormde rationaliteit
- het blijkt dus dat de échte rationele actor niet bestaat
- alternatief: bounded rationality (begrensde rationaliteit); ons gedrag wordt gestuurd door
de administratieve context/organisatorische context waarin we ons als actoren bevinden
- de institutionele logica waarin actoren zitten verklaar het gedrag van actoren
- we zijn niet per definitie irrationele actoren, er is sprake van vervormde rationaliteit
- vervormde rationaliteit: actoren zitten in een context en die context bepaalt voor de
actoren wat rationeel is; de institutionele logica (institutional logics) kan beschouwd worden
als het verbuigen van de rationaliteit
- actoren zijn niet rationeel, ze vertonen rationeel gedrag in een bepaalde context
(het lijkt irrationeel maar het is in feite een vorm van verbogen rationaliteit)

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gijsvangompel333. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79271 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  5x  vendu
  • (0)
  Ajouter