WEEFSELS – ZELFSTUDIES
STEUNWEEFSELS
Literatuur:
- Blokboek: pagina 39-43
- Junqueira: H7, H8 t/m ‘Metabolic Role of Bone p.155
- Alberts: H19 p. 1057 ‘The Extracellular Mtrix of Animals’ tot en met p. 1064, H22 p. 1229
‘Osteoblasts Make Bone Matrix’ – 1232 ‘Genesis and Regeneration of Skeletal Muscle’
1. Op welke manieren kan een stuk kraakbeen in omvang toenemen? Welke celtypen en
groeivormen zijn hierbij belangrijk?
Een stuk kraakbeen kan in omvang toenemen door interstitiële groei en appositionele groei.
Interstitiële groei: mitotische deling door aanwezige chondrocyten, groei van binnenuit
Appositionele groei: chrondroblast differentiatie uit voorlopercellen in perichondrium
(postnatale ontwikkeling). Articulair kraakbeen heeft geen perichondrium!
2. Wat is het belang van de grote hoeveelheden proteoglycanen in kraakbeen?
De grote hoeveelheden proteoglycanen dienen als water absorbeerders. Er zitten negatief geladen
GAGs aan het kerneiwit. Dit zorgt voor aantrekking van positieve ionen en door osmotische waarde
ook water. De GAGs kunnen een elektrostatische interactie vormen met collageenvezels wat zorgt
voor gelachtige structuur. Kraakbeen kan door deze schokdempers goed tegen druk.
3. Welk gewichtspercentage vormt de hoeveelheid H2O in kraakbeen?
Kraakbeen bestaat voor een groot deel uit water: ongeveer 80%
4. Welke functie hebben chondrocyten in een volwassen kraakbenig skeletelement?
Chondrocyten onderhouden de kraakbeenmatrix in het volwassen kraakbeen. Productie van
collageen type II en andere ECM-componenten (proteglycaan: aggrecan, glycoproteïne:
chondronectine). In vergelijking met chondroblasten zijn chondrocyten kleiner. De chondrocyten
liggen in lacunes en zijn omgeven door matrix.
5. Je injecteert een volwassen proefdier éénmalig met 3H-thymidine. Je wacht een week. Daarna
fixeer je een stukje kraakbeenring van de trachea, maakt er coupes van en vervolgens een
autoradiogram. Verwacht je in dat autoradiogram label aan te treffen in de chondrocyten van het
kraakbeen? Ja/nee & argument
Injectie met 3H thymidine in een kraakbeenring van trachea leidt niet tot een labeling van de
chondrocyten in een autodiagram. De turnover is erg traag, ze dienen alleen voor het onderhoud.
6. En als je een injectie met 3H-proline had gegeven?
Injectie met 3H proline geeft inzicht in de eiwitsynthese van chondrocyten. Deze zal wel zichtbaar
zijn, omdat chondrocyten veel aan eiwitsynthese doen om componenten van ECM te onderhouden.
7. Wanneer kraakbeen regelmatig onderhevig is aan drukkrachten blijft het in goede conditie. Hoe
verklaart je dat?
Kraakbeen dat regelmatig onderhevig is aan drukkrachten blijft in goede conditie. Beweging zorgt
voor vloeistofstroom. Er vindt hierdoor toevoer van voedingsstoffen plaats. Dit is essentieel doordat
diffusie te weinig is en er geen bloedvaten zijn.
8. Zijn alle soorten kraakbeen omgeven door een perichondrium?
Niet alle soorten kraakbeen zijn omgeven door een perichondrium. Er zijn drie soorten kraakbeen:
hyaline, elastisch en fibreus kraakbeen. In het fibreuze kraakbeen is er geen perichondrium aanwezig
,Het articulaire/gewrichtskraakbeen is een vorm van hyaline kraakbeen die geen perichondrium
bevat. In de gewrichten worden zuurstof en voedingsstoffen verkregen door diffusie uit de synovia.
9. Welke soorten kraakbeen zijn er? Waar in het volwassen lichaam komen ze voor?
De soorten kraakbeen zijn:
Hyaline kraakbeen: collageen type II, proteoglycanen aggrecan, glycoproteïne chondronectine
- Oppervlakte gewrichten (articulair), luchtwegonderdelen (neus, trachea, bronchie), connectie
sternum aan ribben, epifysaire schijven (voor longitudinale groei), tijdelijk skelet in het embryo
- Structurele ondersteuning luchtweg + wrijvingsloze oppervlak gewricht
Elastisch kraakbeen: bevat elastine en lijkt verder op hyaline
- Buizen van Eustachius, oor, strottenklepje
- Flexibele vorm en ondersteuning
Fibreus kraakbeen: collageen type I en II, chondroblasten aanwezig
- Tussenwervelschijven, schaambeen, meniscus
- Demping, treksterkte en weerstand tegen scheuren
10. Op welke manier neemt een benig skeletelement (pijpbeen) toe in omvang (dikte)? Vergelijk
dit met de situatie bij kraakbeen.
Pijpbeen neemt toe in omvang door appositionele groei. In kraakbeen kan dit zowel door
appositionele groei als interstitiële groei. Bij interstitiële groei delen de cellen in de matrix. Vanwege
de harde, gemineraliseerde matrix kunnen de osteocyten niet delen. Appositionele groei vindt wel
plaats. Er vindt groei plaats vanuit het periosteum. Voorlopercellen differentiëren tot osteoblasten
en maken nieuw osteoïd aan.
11. Op welke manier neemt een pijpbeen toe in lengte?
Pijpbeenderen nemen toe in lengte door de cel proliferatie in de groeischijf/epifysiaireschijf
(kraakbeen). Uiteindelijk verbeent het.
12. Hoe verkrijgt een benig skeletelement zijn uiteindelijke vorm?
Een benig skeletelement krijgt zijn uiteindelijke vorm door bone remodelling. Osteoclasten resoberen
het bot. Bij kraakbeen vindt er geen resorptie plaats.
13. Wat is de functie van osteocyten in beenweefsel?
Osteocyten liggen in lacunae van verkalkte matrix. De uitlopers bevinden zich in canaliculi. De
canaliculi verbinden de osteocyten met het externe milieu, waardoor de osteocyten van
voedingsstoffen en zuurstof voorzien worden. De intersitiële vloeistofstroom in de canaliculi zorgt
ervoor dat de osteocyten als mechanodrukreceptoren kunnen functioneren. Osteocyten spelen een
belangrijke rol bij bone remodelling. Osteocyten communiceren door canaliculi, waarde uitlopers met
elkaar verbonden zijn.
, Mechanosensoren: drukveranderingen leidt tot stroming van vloeistof in het lacunaire-caniculaire
systeem (LCS). Osteocyt gaat secondmessengers produceren waaronder ATP, NO, calciumionen en
prostaglandines
Vooral uitlopers werken: canaliculi kleiner, uitlopers zijn stijf door microfilamenten, wellicht
directe verbindingen tussen uitloper en matrix (bèta-3-integrines aan OPG)
NO: weinig leidt tot proliferatie en differentiatie van osteoblasten
14. Hoe communiceren osteocyten met elkaar?
Communicatie van osteocyten met andere cellen kan direct of indirect
Direct: gap junctions, bestaand uit 2 connexons (1 connexon = 6 connexins). Deze gap junctions
bevinden zich tussen de canaliculi (uitlopers). Dit komt voor tussen osteocyten, osteoblasten,
bone lining cells en endotheelcellen van capilairen
Indirect: paracrien, op korte afstand via extracellulaire vloeistof
- Metabolieten via hemikanalen (halve gap junction) en pannexin kanalen. Uitwisseling
cytoplasma en extracellulaire vloeistof
- Macromoleculen zoals RANKL binden aan receptoren
-> Dit komt voor tussen osteocyten en osteoblasten
15. Hoe bereiken voedingsstoffen en zuurstof de osteocyt? Vergelijk dit met de situatie van de
chondrocyt.
Osteocyt krijg voedingstoffen en zuurstof via de canaliculi en de chondrocyt via het water in de
matrix. Bij kraakbeen kunnen voedingsstoffen dmv diffusie (uit de bloedvaten in perichondrium) bij
de chondrocyten komen.
16. Hoe verschilt de matrix in embryonaal been van die in volwassen been?
De matrix van het embryonaal been bevat collageenvezels die kriskras door elkaar liggen
(woven/plexiform). Krachten -> vloeistofstroom canaliculi -> signalen wat leidt tot
botopbouw/afbouw. Volwassen bot is lamellair en heeft gerichte collagene vezels.
17. Wat is de functie van de aanwezigheid van osteonen in volwassen been?
Osteonen bevatten kanaal van Havermann waarin zich bloedvaten en zenuwen bevinden. Via de
kanalen van Volkmann zijn de kanalen van Havermann verbonden. De osteocyten kunnen zo de
voedingsstoffen via de canaliculi krijgen. Worden gevormd tijdens de remodelling, dienen voor
stevigheid en doorbloeding.
18. Waar in een skeletelement vindt men osteonen met name?
Osteonen zitten vooral in compact bot. Compact bot is bekleed met periosteum. De trabeculae
oppervlakken in spongieus bot zijn bekleed met endosteum.
19. Wat zouden de gevolgen van langdurig vitamine C gebrek voor been zijn?
Vitamine c speelt een belangrijke rol bij de synthese van collageen (co-factor). Botten worden als
gevolg van langdurige vitamine c gebrek minder sterk (lagere botdichtheid). De botmatrix verzwakt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fleurheling. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.