DEEL 2 – UITDIEPEN DER KLASSEN
Uitdieping klasse 1
Oprichting eenmanszaak of vennootschap
Eenmanszaak
1 handelaar (man/vrouw)
Geen aparte rechtspersoonlijkheid
Personenbelastng: progressief =n hoge winsten worden zwaarder belast
Enkelvoudige boekhoudkundige boekhouding
Vennootschap
Contract tussen 1 of meer vennoten
Iedere vennoot: inbreng geld of natura (kapitaal)
Eigen rechtspersoonlijkheid: onderneming heef zelfstandig schulden en bezitngen en dus een eigen
afgescheiden vermogen
Dubbele boekhouding
Vennootschapsbelastng: basistarief bedraag 25% - geen gemeentebelastngen
Verschillende vennootschapsvormen
BVBA
Min. Kapitaal 18.550 EUR
Ook 1 vennoot mogelijk, ebvba (min. 12.400,00 moet volstort zijn bij de oprichtng)
NV
Min. Kapitaal 61.500 EUR (volledig te volstorten bij de oprichtng)
Min. 2 vennoten
Kapitaalvennootschap (grotere bedrijven)
• Anoniem kapitaal aantrekken
KMO-fnanciering
Startkapitaal: het eigen vermogen (kapitaalvorming) ontstaat door stortng in contanten of inbreng in
natura door de eigenaar(s)
De onderneming moet beschikken over de vermogenscomponenten eigen vermogen en vreemd
vermogen (schulden op meer dan 1 jaar en schulden op ten hoogste 1 jaar), om haar actviteiten te
kunnen fnancieren
Kapitaalvorming door stortng in contanten: de eigenaar stelt geld permanent ter beschikking van de
onderneming
Kapitaalvorming door inbreng in natura: de eigenaar stelt goederen permanent tot beschikking van de
onderneming. Door de inbreng zijn de goederen onderworpen aan de risico’s van de onderneming en
kunnen er registraterechten van toepassing zijn
,Financieringsvormen:
Eigen inbreng
Bootstrapping
Zo sober mogelijk: kosten minimaliseren en opbrengsten maximaliseren
FFF
Family, friends, fools
Overheidssteun
Bank
Risicokapitaal
Venture capitalists: investeerders overtuigen adhv pitch
Crowdfunding
Kleine bedragen van heel veel anonieme donors
Eigen vermogen
10 Kapitaal
De fnancieringsmiddelen die door de ondernemers of de aandeelhouders bij oprichtng of bij latere verhoging
permanent aan de onderneming werden toegewezen.
Kapitaal: Het verschil tussen het geplaatst kapitaal en het niet opgevraagde kapitaal, m.a.w. het volstort
kapitaal.
Geplaatst kapitaal: Het totaal door de aandeelhouders beloofde kapitaal.
Niet-opgevraagd kapitaal: Het gedeelte van het beloofde kapitaal dat de aandeelhouders nog moeten storten
en is dus een vordering op de vennoten.
! Opmerking: De kosten van oprichtng en van kapitaalverhoging, nodig voor het verdere bestaan van de
vennootschap kunnen op 2 manieren boekhoudkundig verwerkt worden:
Onmiddellijk ten laste van het resultaat
Actveren onder de rubriek ‘‘I. Oprichtngskosten’’ en afschrijven volgens een geformuleerde regel
(maximum 5 jaar)
11 Uitgiftepremies
Dit vermogen ontstaat bij het positef verschil tussen de uitgifeprijs van nieuwe aandelen en de nominale
waarde of de fractewaarde en de nieuwe aandelen. Het verschil tussen de prijs van de bestaande en de nieuwe
aandelen wordt in rubriek ‘uitgifepremies’ geboekt. Dit is een wijze van bescherming van de waarde van de
bestaande aandelen.
12 Herwaarderingsmeerwaarden
Nietgerealiseerd herwaarderingsmeerwaarden op materiële en fnanciële vaste actva. Bepaalde vast actva
vertonen een duurzame meerwaarde tegenover de boekhoudkundige toestand. Vanwege de regel van het
balansevenwicht zal een niet-gerealiseerde waardestjging van het actef (aanwending van het vermogen)
tegenover een nietgerealiseerd eigen vermogen (bron van vermogen) worden geboekt.
, 13 Reserves
Het vermogen dat ontstaat door de winsten die niet door de ondernemer opgenomen worden en in de
onderneming blijven. Reserves zijn dus niet-uitgekeerde winsten.
130 Wettelijke reserves
Het gedeelte van de winst dat de onderneming wetelijk moet inhouden tot 10 % van het geplaatst kapitaal
bereikt wordt.
De wetelijke reserve moet jaarlijks aangevuld worden totdat deze gelijk is aan 10% van het
kapitaal. Het bedrag dat afgehouden moet worden van de winst na belastng is minimum 5%
van de winst van het boekjaar.
131 Onbeschikbare reserves
1310 (Reserve voor eigen aandelen): De onbeschikbare reserves worden opgenomen onder deze
rekening voor de verkrijging van de eigen ingekochte aandelen.
1311 (Andere onbeschikbare reserves): Onder die post worden de reserves opgenomen waarover de
Algemene Vergadering volgens de statuten bij gewone meerderheid niet vrij kan beschikken of
waarop de vennoten in geval van uitreding of uitsluitng geen recht hebben.
132 Belastingvrije reserves
Omvaten de gerealiseerde meerwaarden op actva en de winsten die vrijgesteld zijn van belastngen, voor
zover in het vermogen van de onderneming behouden blijven.
133 Beschikbare reserves
Reserves waarover de Algemene Vergadering kan beschikken bij gewone meerderheid.
14 Overgedragen winst (+) / overgedragen verlies (-)
De winst (of verlies) waaraan op het einde van het boekjaar nog geen defniteve bestemming werd gegeven.
Winsten van het huidige boekjaar en voorgaande boekjaren die niet verdeeld of gereserveerd werden.
Verliezen die niet gecompenseerd werden door afnemingen op de reserves of het kapitaal.
15 Kapitaalsubsidies
Overheidssteun aan de onderneming in het kader van investeringen in vaste actva die de onderneming heef
gefnancierd met eigen middelen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Student269315. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.