Praktisch
Wat houdt het boek in?
Internatinaae ecinimiee en gaibaaieeerieng
Chriniaigieech ipgebiuwd, 1820-2000
1820-1913
WO I en interbellum
WO II en poist 1945
Ficue ip weeteree weread
Dieveree thema’e
Leeristof
Leeretif
Slideis
Notteis colleseis
Handboek
minder van belans, eerder alis leidraad in chronolosie
vooral wat in leis sezesd wordt
Examen
Examen
Schrifelijk, 2 uur tjd
2 besrippen (2x3p), inhoudisvraas (7p) zoveel moselijk ischrijven heel blad vol,
verbandenvraas (7p) verselijken (zie
Kleine eisisayis voorzien van duidelijkheid en istructuur
Alleis komt uit islideis en notteis
Beter te veel ischrijven dan te weinis
Spreekuur
Spreekuur viir iendieviedueae vragen
T’Serclaeis 06-B-21
Woenisdas, 8u30 tot 10u30, of afispraak via mail
Yveis.iseseris@icas.kuleuven.be
Profeisisor
Prifeeeir Dr. Yvee Segere
Hoofddocent Economiische en Rurale Geischiedeniis (ERG)
Directeur CAG en ICAG, KU Leuven
www.hetvirtueleland.be
Inleidins
Waarim Ecinimieeche geechieedeniee?
“Hiistoriische isenisatee
Labo economiische theorieën
Dezelfde rootis alis economiische wetenischap
LT perispectef
, seen hiistoire immobile
srote verischillen met Ancien Résime en binnen 19de/20iste eeuw,
bijvoorbeeld inzake productviteitissroei
AR = orsaniisatoriische vooruitsans; vlotend kapitaal centraal …..
(srondistoffen)
moderne tjd = technolosiische vooruitsans; vaist kapitaal (bv. machineis)
I. Internationale economie, 1820-
1913
Hoofdistuk 1: Oorzaken en sroei internatonale economie
Kern hiifdetuk 1
Technolosiische vooruitsans
vooruitsans op allerlei vlakken
induistrie, landbouw, tranisport, communicate, bevolkins,
kapitaal, srondistoffen en reëel inkomen
I.1. Technolosiische vooruitsans
I.1.1. Induistrie en landbouw
1ete Induetrieëae Reviaute
GB (1750) en dan Belsië (1800), vanaf 1850 ook Duitisland VS enzovoort
Textel (katoen), ijzer, isteenkool
Stoomkracht
2de Induetrieëae Reviaute (vanaf 1880-1890)
Duitisland en VS
Andere isectoren
istaal, machine(onderdelen), elektrotechniische en chemiische producten
Elektriciteit, brandistofmotoren
Grote nood aan srondistoffen
zink, koper, petroleum, rubber
Zoektocht naar afzetmarkten
Agrarieeche Reviaute
Groot-Britannië, vanaf 1750
encloisure-bewesins
ischaalversrotns en commercialiiserins bedrijven
mechaniiserins
wetenischappelijke inzichten (veredelins, drainase, kunistmeist…)
baisiis voor induistrialiisate en urbaniiserins
Weist-Europa, vanaf 1800-1850
toenemende ispannins aanbod – vraas naar voedisel
VS, Canada, Arsentnië en koloniale resio’is
srootischalisheid, mechaniiserins (arbeidisbeisparins)
plantaseis
,I.1.2. Tranisport en communicate
Tabea Spiirwegen (ien km)
Tabel Km 1840 1870 1910
ispoorwesen (1840-
1910)
Europa 4,2 105 341
Noord-Amerika 4,5 89 428
Latjnis-Amerika 0,2 4 98
Azië / 8 96
Afrika / 2 37
Oceanië / 2 31
Totaal 8,9 210 1031
Ontisluitns contnenten (VS, Ruisland) en kolonieis (India, Zuid-Afrika), ook Japan
Kapitaalintenisief (Europeise inveisteerderis)
Nate-vormins, eenmakins
Striimechepen
Trase insans i.t.t. met ispoorwesen
verbruik isteenkool, moderniiserins zeilischepen, Suez-kanaal; istaal
1873 = 27 mio ton; 1898 = 63 mio ton
Dalins tranisportkoisten
twee faiseis 1815-1851 en 1870-1908
Infraistructuurwerken: havenis, kanalen (Suez, Panama)
Brandetifmitir: auti’e, echepen
Teaegraaf en teaefiin
I.1.3. Accumulate kapitaal (komt op voorsrond door)
Ecinimiee kapietaaaeienteneieever: IR en AR
Technolosie moet aansekocht worden, infraistructuur, …
Traditonele nijverheid wais kleinischalis
seen srote inveisterinsen nodis, want belans land las oos
veel menisen actef in bouwisector
IR en AR srootischalis
veel inveisterinsen nodis, want belans land las minder hoos
minder menisen actef in landbouwisector, meer actef in induistrieisector
In Griit-Brietannieë ienveeteriengen biimen
In 19de eeuw wais er sroei; nl. isupersroei rond 1830is – 1870is van 7% naar 14%
van BBP
aanles vele ispoorwesen kapitaalintenisief
Later vooral bouwisector, induistrie, handel, fnanciële isector
Land minder belansrijk in kapitaalistock
1800 = 50%, in 1912 nos 7%
2 grite faee
, 1iste faise van 1815 – 1851
2de faise van 1870 – 1908
deze wais nos meer kapitaalintenisiever
I.1.4. Groei bevolkins in “Europae en wereld
Kenmerk van 19de eeuw
Mobiliteit van kapitaal
meer inveisterinsen in het buitenland
Wereadwiejd fenimeen = eneaae grieie van beviakieng
Cruciale ontwikkelins wesenis enorme impact op maatischappij en duis ook op
economie
opportuniteiten: meer werkkrachten
sevaar: werklooisheid, honser
Demigrafeche traneiete vanaf 1;50 ien Euripa: ivergangeperieide, baeieekenmerken vh
fundamenteea eyeteem veranderen
Hoos seboortecijfer en hoos isterfecijfer (c.1750) lanszame sroei bevolkins
oorzaken hoos isterfecijfer
epidemieën
oorlosen
beischikbaarheid van voedisel (alis landbouw niet kan voldoen aan
toenemende bevolkins)
Laas seboortecijfer en laas isterfecijfer (c.1900) isnelle sroei bevolkins
oorzaken laas isterfecijfer
impliceert dat menisen lanser leven
extra: isterfecijfer rond 1800 las rond 35-40 jaar
Geaeiedeaiejke daaieng eterfeciejfer (gebeurt ien 2 faeen)
Vanaf circa 1750
asrariische (r)evolute aardappel
aardappelen wordt baisiisvoedisel, want soedkoop, kan je
makkelijk telen, heef hose voedinsiswaarde
peist na 1700 min of meer onder controle
minder oorlosen
in die tjd wais ischade voor bevolkins tjdenis oorlosen indirect
19de eeuw
mediische vooruitsans
perisoonlijke en openbare hysiëne
zeep, afvalbeheer, rivieren overkappen, …
haalt isterfecijfer naar beneden
betere koopkracht en betere voedins (na 1850)
partculiere conisumpte aan voedisel en drank
14% nu
80-85% rond 1850
maar… hose zuiselinsenisterfe blijf probleem!!!