Mens en Recht Bunthof 12e editie 2023 / 55 meerkeuzevragen met antwoorden / hele boek / niveau: beginner
Mens en Recht, editie 11. Hoofdstuk 1,2,3,6,16
Samenvatting Mens en Recht 1
Tout pour ce livre (92)
École, étude et sujet
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
Deeltijd Social Work
Recht
Tous les documents sur ce sujet (5)
2
revues
Par: gideonburger • 6 mois de cela
Par: bweideman • 6 mois de cela
Vendeur
S'abonner
alices1998
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting Recht
Hoofdstuk 1,2,7,8,9,10 & 15.
Hoofdstuk 1: Recht en regels.
Rechten en plichten: komen voort uit normen en waarden die algemeen gelden in
de maatschappij. Door dit in zogenaamde rechtsregels vast te leggen, met de wijze
waarop ze gehandhaafd worden, krijgt het recht vorm.
Recht: een stelsel van rechtsregels waaraan zowel de overheid als de burger zich
moeten houden. De rechtsregels zijn vastgelegd in één van de vier rechtsbronnen.
De vier rechtsbronnen:
1. De wet- en regelgeving
2. De jurisprudentie
3. De gewoonte
4. Verdragen
Normregels: regels die gelden in de maatschappij, maar niet wettelijk zijn
vastgelegd. (op tijd op een afspraak komen)
Functies van het recht:
Het aanbrengen van een doelmatige ordening in de maatschappij
Het voorkomen en oplossen van conflicten
De mogelijkheid tot het sturen van het individuele gedrag van burgers
Waarom relevant voor SW:
Het schept kaders -> binnen welke juridische regels werk ik
Verhouding tot de cliënt -> wat mag ik wel en niet in verhouding tot mijn cliënt
Zegt iets over de mogelijkheden van de cliënt -> welke juridische
mogelijkheden heeft mijn cliënt
Het recht op privacy -> er is altijd toestemming van de cliënt nodig om
informatie uit te mogen wisselen.
De vier rechtsbronnen:
1. De wet- en regelgeving -> wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld
door de overheid. (een geschreven rechtsvorm)
Een wet komt tot stand als de regering (koning en ministers) en de
Staten-Generaal (eerste en tweede kamer) met een wetvoorstel
instemmen.
Bepalingen in wetten zijn genummerd en worden wetsartikelen
genoemd.
, De hoogste wet in Nederland is de Grondwet.
In lagere regelgeving komt het woord wet niet voor.
Koninklijk besluit: een regeling die afkomstig is van de regering. Er
zijn besluiten die geen regels bevatten, een besluit dat wel regels bevat
wordt een algemene maatregel van bestuur genoemd.
Ministeriële regeling: een regeling die afkomstig is van een minister.
Verordening: een regeling van de Provinciale Staten of van de
gemeenteraad.
Nederland is lid van de EU en heeft een deel van haar
regelbevoegdheden aan organen van de EU overgedragen. Deze
organen stellen verordeningen en richtlijnen vast die gelden in de
gehele EU. Deze zijn hoger dan de Nederlandse Grondwet.
2. Jurisprudentie/rechtersrecht -> uitspraak van de rechter in individuele
situaties waarbij algemene regels in diverse wetten en overige regelgeving
moeten worden toegepast. (een ongeschreven rechtsvorm)
Arrest: uitspraak van de Hoge Raad der Nederlanden, dat is de
hoogste rechter in Nederland.
3. Gewoonterecht -> de regels van het gewoonterecht staan nergens
opgeschreven maar ontstaan in de loop der tijden dor het gebruik ervan in
algemene kring. (een ongeschreven rechtsvorm)
Komt weinig voor
Een gewoonte die in strijd is met het recht valt niet onder het
gewoonterecht
4. Verdragen -> afspraak tussen twee of meer staten/landen die op schrift zijn
gesteld en die gelden in staten/landen die partij zijn bij het verdrag. (een
geschreven rechtsvorm)
Ratificatie: partijen moeten zich akkoord verklaren met de regels uit
het verdrag
Verdragsregels staan, net als de regelgeving van de EU, boven de
rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt.
Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. (IVRK)
Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de
fundamentele vrijheden. (EVRM)
Rangorde in regelingen: (van hoog naar laag)
Verdragen
, Gemeenschapvorderingen en richtlijnen
Grondwet
Overige wetten in formele zin
Koninklijk besluit (KB) / algemene maatregel van bestuur (AMvB)
Ministeriële regelingen en richtlijnen
Provinciale verordeningen
Gemeentelijke verordeningen
1. In de hogere regelgeving wordt niet alles tot in detail geregeld, dit wordt dan
overgelaten aan de lagere regelgevers.
2. Het recht in verdragen en in de Europese regelgeving bevat steeds vaker
concrete, algemeen verbindende regels.
Dwingend recht: regels waarvan niet mag worden afgeweken. (Termen als; moet,
verplicht en nietig)
Semidwingend recht: regels die partijen de ruimte geven om zelf dingen te regelen.
(het sluiten van een overeenkomst)
Aanvullend recht: regels die alleen gelden als er specifieke afspraken ontbreken.
Objectief recht: bevat alle geldende regels, dus alle rechten en plichten die in
rechtsbronnen zijn vastgelegd. (recht op bijstand)
Subjectief recht: moet van het objectief recht worden afgeleid, dat gebeurt als een
bepaald objectief recht wordt toegekend aan een individu. Subjectief recht bevat ook
plichten. Alleen subjectieve rechten en plichten kunnen worden afgedwongen bij de
rechter, zonder subjectief recht kan er geen sprake zijn van gelijk krijgen.
Discretionaire bevoegdheid: de eigen invulling van een wet of recht.
Grondwet: hoogste wet in Nederland. Worden de grondrechten beschreven van een
individu die door de overheid en door anderen gerespecteerd moeten worden. Voor
het maken van inbreuk op een grondrecht moet altijd een wettelijke grond bestaan.
Klassieke grondrechten: de oude rechten vanuit het liberalisme, vrijheidsrechten
die van de overheid vragen om iets niet te doen. (afdwingbaar bij de rechter)
Sociale grondrechten: modernere rechten die wel vragen om inspanning van de
overheid. (niet afdwingbaar bij de rechter)
Juridisering van de maatschappij: het in regels vastleggen van veel situaties.
Hoofdstuk 2: Indeling van het recht
Recht
Publiekrecht Privaatrecht
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur alices1998. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,66. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.