Samenvatting 'Inleiding in de Pedagogiek' Gehele boek
39 vues 4 fois vendu
Cours
Inleiding in de pedagogiek
Établissement
Hogeschool NTI (NTI)
Book
Inleiding in de pedagogiek
Dit is een samenvatting van het boek Inleiding in de Pedagogiek voor het vak Inleiding in de Pedagogiek. Deze samenvatting omvat het hele boek, hoofdstuk 1 tot en met hoofdstuk 10. Inclusief relevantie tabellen/afbeeldingen.
Document is gecontroleerd op zinsopbouw/spelfouten. Fouten en verspring...
Samenvatting inleiding in de pedagogiek 1/2/3.2-3.9/6
Begrippenlijst inleiding in de pedagogiek
Verslag Basispedagogiek
Tout pour ce livre (60)
École, étude et sujet
Hogeschool NTI (NTI)
HBO Pedagogiek
Inleiding in de pedagogiek
Tous les documents sur ce sujet (7)
Vendeur
S'abonner
ilvdbroek
Aperçu du contenu
Hoofdstuk 1. Het begrip opvoeding
Beschrijving begrip pedagogiek
Pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding van jeugdigen van 0 tot 18 jaar.
Het is afgeleid van het Griekse woord paidagogia: pais (kind) en agogein (leiden).
Andere woorden voor pedagogiek zijn:
1. Opvoedkunde -> richt zich op de vaardigheden van de opvoeder.
2. Opvoedingsleer -> richt zich op het vergaren van kennis over opvoeden.
3. Opvoedingswetenschap -> richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en
methoden m.b.t. opvoeden.
De pedagogiek ontleent zijn theoretische gegevens van hulpwetenschappen -> psychologie,
sociologie, filosofie, theologie en andragogie.
Definitie opvoeding
Opvoeding is alle omgang tussen ouder en kind waarbij gericht een relatie wordt aangegaan.
In deze omgang biedt de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht,
grenzen, instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing
komen en over het nodige zelfvertrouwen en de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid
beschikken om richting te geven aan zijn verdere leven.
Er is sprake van opvoeding als de volgende drie punten aanwezig zijn tussen ouder en kind:
1. Er is sprake van wederzijds respect.
2. Het kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt
zich geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder.
3. Het kind wordt door de ouder uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te
experimenteren met nieuwe dingen, waardoor hij vertrouwen krijgt in zijn omgeving.
De vier basisdimensies van opvoeden (door Rispens, Hermanns en Meeus)
1. Ondersteuning bieden
2. Instructie geven
3. Controle uitoefenen
4. Grenzen stellen
Deze dimensies zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Samen zorgen zij ervoor dat het
kind door de verschillende ontwikkelingsfasen kan komen.
1. Ondersteuning bieden
Ondersteuning wordt omschreven als het opvoedgedrag van de ouder dat liefde en zorg voor
het kind uitdrukt en dat zich richt op zijn fysieke en emotionele welzijn, waardoor het zich
begrepen en geaccepteerd voelt.
Voorbeelden van ondersteunend opvoedgedrag -> bemoedigen, accepteren, helpen,
samenwerken, affectie tonen en interesse tonen voor de handelingen.
Twee belangrijke factoren op het gebied van ondersteuning zijn warmte en affectie. Nauw
verwant hieraan is het begrip responsiviteit: de mate waarin adequaat wordt gereageerd op
de signalen van het kind. Hier gaat sensitiviteit aan vooraf: het gevoelig zijn voor de signalen
van het kind.
Ondersteuning vanuit de ouder kan duidelijk worden gemaakt in de vorm van belonen of
straffen.
Belonen
Een beloning kan bestaan uit: een psychische/emotionele beloning (knuffel, kusje,
opgestoken duim) of een materiele beloning (extra zakgeld, sticker). Een beloning kan vanuit
,operante conditionering als een bekrachtiger worden opgevat en zorgt ervoor dat het
gewenste gedrag wordt gestimuleerd.
Straffen
Bij straffen wordt gebruik gemaakt van een bekrachtiger om het kind ongewenst gedrag af te
leren. Wanneer de ouder uit frustratie straft, schiet de opgelegde straf zijn doel voorbij,
omdat de straf niet past bij de ernst van het ongewenste gedrag.
De ouder kan ervoor kiezen om het ongewenste gedrag te negeren, waardoor het kind hier
uiteindelijk mee op zal houden. Straffen vereist consequent gedrag van de ouders.
2. Instructie geven
Instructie geven houdt in dat het kind duidelijk wordt gemaakt wat de bedoeling van iets is en
welk gedrag wordt verwacht. Het kind leert hierdoor strategieën ontwikkelen om zijn eigen
problemen op te lossen en verantwoordelijkheid te dragen over zijn beslissingen.
Als kinderen te veel instructies krijgen, kan het volgende gebeuren:
- Het kind zal geen eigen initiatieven durven te ontplooien
- Het kind zal te veel bezig zijn met wat de ouder zal denken van zijn acties.
3. Controle uitoefenen
Controle uitoefen vanuit de ouder kan in twee categorieën worden gezet: autoritaire controle
en autoritatieve controle.
Autoritaire controle
Of restrictieve controle. Dit wordt omschreven als het opvoedgedrag waarbij de ouder druk
uitoefent op het kind om het juiste gedrag te vertonen. Macht en gezag van de ouder ten
opzichte van het kind staan hierin centraal. De ouder gebruikt zijn macht om een bepaald
soort gedrag af te dwingen, waarbij onvoorwaardelijke gehoorzaamheid wordt verwacht. De
behoeften van het kind worden ondergeschikt gemaakt aan die van de ouder. Hierdoor
worden de bewegingsvrijheid en de autonomie van het kind ondermijnd. Dit heeft een
negatief effect op het kind. Naarmate het kind ouder wordt, kunnen er meer conflictsituaties
ontstaan en is vaak niet in staat om vorm te geven aan zijn eigen wensen en verlangens.
Autoritatieve controle
Dit wordt omschreven als gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het
kind en eisen worden gesteld aan zijn zelfstandigheid. De ouder geeft het kind informatie,
instructie en suggesties voor het gewenste gedrag. De ouder hecht belang aan openheid.
Het kind wordt sterk aangemoedigd en ondersteund door de ouder om zijn eigen handelen te
onderzoeken. De ouder is bereid om vanuit gelijkwaardigheid met het kind te onderhandelen.
Dit heeft in de meeste gevallen een positief effect, omdat deze vorm het kind in staat stelt om
zelf zijn eigen weg te vinden.
4. Grenzen stellen
Grenzen stellen heeft te maken met de wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont
om gewenst gedrag aan te leren. Gedragsverandering vindt plaats door middel van
beïnvloeding. Het stellen van grenzen vereist consequent gedrag. De ouder toont hierbij
respect voor de autonomie van het kind en biedt hem de gelegenheid om zicht op eigen
wijze te ontwikkelen. Door duidelijke grenzen te stellen wordt het kind gevraagd om zijn
gedrag af te stemmen op een situatie en rekening te houden met anderen.
,Verband tussen de vier basisdimensies
Pedagogische opvoedingsdoelen
Het voornaamste doel van ouders is dat het kind opgroeit tot een volwassen persoon die zich
kan handhaven in de maatschappij. Het toepassen van opvoedingsdoelen wordt een
kenmerk genoemd van de opvoeding dat valt onder intentioneel opvoedgedrag. De ouder is
gericht om bewust of onbewust doelstellingen te bereiken bij het kind.
Drie algemene opvoedingsdoelen van Kuipers:
1. Zelfstandigheid (individu) -> het kind is in staat om zelf keuzes te maken, een eigen
leven leiden en eigen mogelijkheden leert ontdekken.
2. Zelfredzaamheid (samenleving) -> het kind is in staat keuzes te maken en deze te
verantwoorden.
3. Zelfvertrouwen (toekomst) -> het kind kan een bijdrage leveren aan de toekomst en is
in staat om technische en praktische problemen op te lossen.
De drie opvoedingsdoelen versterken elkaar: naarmate een kind meer zelf kan en mag doen,
wordt het zelfstandiger, krijgt het meer zelfvertrouwen en wordt het zelfredzamer.
Naaste deze drie algemene doelen, zijn er ook meer specifieke opvoedingsdoelen, zoals:
gehoorzaamheid, respect voor ouders, eerlijkheid, gastvrijheid, hulpvaardigheid.
Opvoeden als een circulair proces
Opvoeding wordt gezien als een circulair proces omdat er sprake is van actie en reactie in de
omgang tussen ouder en kind. De ouder geeft het kind liefde, aandacht, instructie en
controle en het kind reageert hierop met liefde en aangepast gedrag. Hierdoor ontstaat
interactie tussen de partijen. Ieder kind zal een andere aanpak nodig hebben in de
opvoeding, dit heeft te maken met de uniciteit van de mens.
Rode draad van het
opvoedproces
, Materiële en emotionele opvoeding
Opvoeden heeft een fysieke en een psychische kant: het bestaat uit materiële en emotionele
handelingen van de ouder richting het kind. Zowel de materiële als emotionele opvoeding
hebben invloed op de cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. Hierdoor leert het kind
zijn eigen persoonlijkheid ontwikkelen en die in overeenstemming brengen met de
verwachtingen en gedragingen uit zijn sociale omgeving.
Materiële opvoeding
De materiële opvoeding van het kind kan worden gezien als de primaire behoefte uit de
behoeftehiërarchie van Maslow. Het gaat hier om het vervullen van de lichamelijke
behoeften: voedsel, rust, bescherming, huisvesting, kleding.
De ouder begint hier vaak al mee voor de geboorte van het kind d.m.v. spullen aanschaffen
voor de babykamer. Naarmate het kind ouder worden, zullen de materiele behoeften
toenemen.
Emotionele opvoeding
De emotionele opvoeding kan worden gezien als de vijf overige behoeften van de
behoeftehiërarchie. Nadat aan de primaire behoeften is voldaan, komen de behoefte aan
liefde, eigenwaarde en zelfverwerkelijking. Het kind voelt vanaf de bevruchting of het
gewenst is en zal dan ook de band met zijn ouders al in de baarmoeder ervaren. Op basis
van de geborgenheid in de baarmoeder zal het kind zich zowel lichamelijk als geestelijk
ontwikkelen.
Geestelijke en sociale vorming van het kind
Geestelijke vorming
De levensovertuiging van de ouders speel een rol in de opvoeding van het kind. Deze komt
vaak naar voren in de schoolkeuze en de manier waarop de vrije tijd van het kind wordt
ingevuld. Als de ouder een bepaalde religieuze levensovertuiging heeft, zal dit ook naar
voren komen in de opvoeding, bijvoorbeeld door bepaalde rituelen binnen een geloof. De
manier waarop invulling wordt gegeven aan het overdagen van de levensovertuiging aan het
kind, hangt af van de cultuur van de ouder.
Sociale vorming
Deelname aan een vorm van kunst waarbij de creativiteit van het kind tot uiting komt, kan
belangrijk zijn voor de sociale opvoeding. Muziek is hierbij ook een belangrijk facet. Zo zorgt
muziek voor geestelijke vrijheid en zorgt dit voor blijheid in het leven.
Ook de deelname aan sportactiviteiten is van belang voor de sociale vorming. Sporten
bevorderd de lichamelijke en geestelijke gezondheid. Ook bevorderd sporten het
samenwerken en de teamgeest.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ilvdbroek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,74. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.