Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen jeugdstrafrecht in theorie en praktijk €9,49   Ajouter au panier

Notes de cours

Uitgebreide collegeaantekeningen jeugdstrafrecht in theorie en praktijk

 8 vues  1 achat
  • Cours
  • Établissement

Enorm uitgebreide collegeaantekeningen van de videocolleges van jeugdstrafrecht in theorie en praktijk. Handig om bij tentamen te houden, want de paginanummers van het boek/wettenbundel staan vaak vermeld bij de leerstukken.

Aperçu 4 sur 51  pages

  • 3 avril 2024
  • 51
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Jolande uit beijerse
  • Toutes les classes
avatar-seller
Samenvatting Jeugdstrafrecht in theorie en praktijk

Week 1: hoofdstuk 1 + 2
Deel 1: De ontwikkeling van het Nederlandse jeugdstrafrecht

Jeugdwetgeving 19e eeuw
Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland (1809 – 1811)
- Voorafgaand aan huidige wetboek van Sr was er Code Penal, en daarvoor Crimineel Wetboek
voor Koningrijk Holland
- Heeft maar twee jaar gegolden.
Maar toch interessant, want
- Ondergrens van 12 jaar toen al (daar beneden geen strafrechtelijke aansprakelijkheid) &
bovengrens 18 jaar > kennen we nu nog steeds
- Van 12 tot 15 jaar kon je worden getuchtigd met maximaal 2 maanden opsluiting of
kinderlijke straffen.
- Van 15 – 18 jaar kreeg je een verkorte volwassenen straf

Jeugdbepalingen werden vervolgens in Code Penal veel beperkter:

Code Penal (1811 – 1886)
- Simpele regeling. Bovengrens van 16 jaar, vanaf dan als volwassene behandelt en veroordeelt
en bestraft. Er was geen ondergrens!
- Er bestonden geen aparte jeugdstraffen, alleen verkorte volwassenenstraffen.
o Per volwassenenstraf omschreven door welke straf deze werd vervangen
- Tot 16 jaar werd gekeken: heet deze jeugdige het feit met ‘oordeel des onderscheids’ gepleegd:
als dat zo was: verkorte volwassene straf. Was het niet zo, dan vrijspraak. Maar dan kon het
kind wel mogelijk naar ‘verbeterhuis’ worden gestuurd (tot 20 jaar!)
o Dus enige waarborg was dat kinderen alleen strafrechtelijk vervolgd konden worden
indien zij het strafbare feit met het oordeel des onderscheids hadden gepleegd
- Maar in 1811 waren er nog helemaal geen verbeterhuizen! Kinderen kwamen in
gevangenissen terecht. Waren nog geen jeugdgevangenissen > kinderen kwamen in
volwassenengevangenis

Wetboek van Strafrecht 1886 – 1905
- Ondergrens van 10 jaar. Bovengrens van 16 jaar. Van 12 tot 16 jaar: nog steeds ‘oordeel des
onderscheids’. Zo ja, veroordeling verkorting volwassene straf. Zo nee, dan mogelijkheid:
Plaatsing in rijksopvoedingsgesticht door civiele rechter op vordering OM (tot 18 e jaar).
o ROG is nieuwe naam van verbeterhuis

Praktijk tijd Code Penal
‘Zaak van de Zeeuwse zusjes 1868’: waren 5 en 9 jaar oud, veroordeeld voor 7,5 jaar tuchthuis
‘Oordeel des onderscheids’ bij 5-jarige aangenomen zonder haar te horen. Kan zo’n oordeel worden
aangenomen bij zulke jonge kinderen?
- Was nog geen ondergrens van 10 jaar > heeft ervoor gezorgd dat in WvSr ondergrens kwam.
Door Modderman
- Moeder van meisjes was overleden, vader hele dag werken & sloot de meisjes op in huis –
delict had een duidelijke relatie met de thuissituatie. Huidige tijd jeugdbeschermingsrecht
- Rechtbank was in Zeeland, twintig kilometer lopen – die van 9 kon dat, van 5 niet. Van 5 was
er niet, toch aangenomen dat ook zij met oordeel des onderscheids had gehandeld.
Veroordeeld tot verkorte volwassene straf: 7,5 jaar tuchthuis.

,Jeugdinstellingen 19e eeuw
Er was in deze tijd geen aparte jeugdinrichting. Begonnen er wel te komen, in de 19 e eeuw. In 1811:
verbeterhuis in wetboek, maar bestond niet. Werd een jongere veroordeeld: gewoon met volwassenen
in tuchthuizen, toenmalige gevangenis.
Nederlandsch Genootschap ter Zedelijke Verbetering der Gevangenen. Wilden betere situatie voor
gevangenen, stuitte zich als eerste op kinderen. Op hun initiatief:
- 1833: eerste jongensgevangenis in Rotterdam, met school. Toen bestond Code Penal al 22
jaar!! Daarvoor dus allemaal in volwassenengevangenis.
- 1836: meisjesgevangenis in Amsterdam

In beide gevangenissen werden de veroordeelde, en niet-veroordeelde kinderen (die naar verbeterhuis
moesten – ‘de opvoederlingen’) geplaatst.

Dus nog steeds geen verbeterhuizen, alleen jeugdgevangenissen. Verbeterhuis kwam 20 jaar later:
- 1857: Huis van Verbetering en Opvoeding voor jongens in Alkmaar
- 1859: Huis van Verbetering en Opvoeding voor meisjes Montfoort > gingen Zeeuwse zusjes
heen. Waren weinig meisjes: meisjesgevangenis in Amsterdam ging op in Montfoort. Meisjes
zaten bij elkaar.

Discussie Zeeuwse zusjes: mochten ze wel veroordeeld worden? Kon dat rechter dacht: als ik ze
veroordeel zitten ze daar voor een vaste tijd, 7,5 jaar. Maar bij vrijspraak & plaatsing verbeterhuis had
dit veel langer kunnen duren (tot 20e levensjaar). Voor vrijspraak hadden ze dus max 15 & 11 jaar in
verbeterhuis kunnen zitten. Kan dat rechter hier rekening mee heeft gehouden.
- Is ook in huidige tijd: samenloop met jeugdbeschermingsrecht. Soms nadelig als kinderen
hierin terecht komen, omdat er dan soms minder waarborgen zijn & zaken langer kunnen
duren. Lijkt verre verleden, maar direct te koppelen aan vraagstukken in heden.

Achtergrond Kinderwetten
Opkomst Nieuwe Richting (aandacht persoon verdachte, criminologie) eind 19 e eeuw
Bij de klassieke richting ging het om het feit, vergelding hiervan en evenredigheid tussen feit en straf.
Maar toen de nieuwe richting rond 1900 opkwam, met van Hamel, ging men meer kijken naar de
achtergrond van strafbare feiten en had men aandacht voor de persoon van de verdachte. Waarom
plegen mensen strafbare feiten? (Hij ontdekte de ‘veelplegers’, vaak samenhangend met hun
privésituatie). Meer aandacht voor criminologie in strafrecht, pedagogiek en psychologie. > Van
Hamel: ‘strafrecht moet bij jeugdige wetsovertreders altijd zijn gerelateerd aan de pedagogiek, de
opvoedingskunst’ & met het oog op de bestrijding van criminaliteit moet straf een opvoedend karakter
hebben.

Oprichting Pro Juvenute (1896) door meer door van Hamel
Vrijwilligers begeleiden als patroon jongeren tot 18 jaar binnen het eigen gezin als alternatief voor
strafrechtelijk ingrijpen. Pro Juventute regelt rechtsbijstand en fungeert als reclasseringsorgaan voor
jeugdige misdadigers of jeugdigen die het risico liepen dat te worden
 PJ stelde zich tot doel de jeugdcriminaliteit te bestrijden door invoering van een
‘patronagestelsel’ in grote steden (een patroon was een gegoede burger die als vrijwilliger een
kind onder zijn/haar hoede nam en dat binnen zijn eigen gezin begeleidde als alternatief voor
strafrechtelijk ingrijpen)
 Ondertoezichtstelling voorloper
o Verband straf & civiel. In 1886 voor criminele jongeren. In 1922: wetgever als
civielrechtelijke maatregel opgenomen & inmiddels kennen we het naast elkaar
 Voorloper reclassering

1905: invoering Kinderwetten (1901 aangenomen)
1. Strafrechtelijke kinderwet
Aparte jeugdsancties en aparte procedureregels voor jeugdige verdachten

, 2. Civielrechtelijke kinderwet
Mogelijkheid om bij verwaarlozing of misbruik ouders te ontzetten of te ontheffen uit de ouderlijke
macht.

De grens voor meerderjarigheid verlaagd van 23 naar 21 jaar.

3. Kinderbeginselenwet
Regeling tuchtscholen en rijksopvoedingsgestichten waarin opvoeding ouders kon worden
overgenomen. Tot die tijd veel kinderen in normale gevangenissen.

Tevens invoering Leerplichtwet door Cort van der Linden: alle kinderen van 6 - 12 jaar zijn verplicht
om naar school te gaan.
- Deze wetten niet verwarren met Kinderwetje van van Houten (einde kinderarbeid). Hier:
kinderwetten die basis vormen voor huidige jeugdstrafrecht & jeugdbeschermingsrecht.

Criterium ‘oordeel des onderscheids’ geschrapt.
Ondergrens van 10 jaar geschrapt.

Verband met jeugdbeschermingsrecht: lijken twee verschillende rechtsgebieden, maar is in de
praktijk niet zo. Blijkt uit citaat van: Minister van Justitie Cort van der Linden in MvT:
“Het onderscheid tussen verwaarloosde kinderen en die welke met de strafrechter in aanraking
komen, is een veelal volkomen oppervlakkige onderscheiding.
Het is dikwijls bloot toevallig of kinderen een misdrijf plegen, dan wel of de aandacht wordt gevestigd
op het feit dat zij op verregaande wijze verwaarloosd zijn, want dat laatste, de verwaarlozing zelve, is
dikwijls de oorzaak van het misdrijf.”

Zware feiten: vaak verband met opvoedingssituatie. Is er ook nu nog sprake van een relatie tussen
criminaliteit en verwaarlozing door de ouders?

Jeugdinstellingen vanaf 1905. Je kreeg twee soorten instellingen
- Tuchtschool (strafrechtelijke instellingen)
o Max 1 jaar tuchtschoolstraf, kortdurende disciplinering
- Rijksopvoedingsgeticht (ROG)
o Jeugdtbr (ter beschikking stelling van regering: voorloper volwassenen tbs), te
verlengen tot 21e jaar, uit omgeving halen (21 nieuwe grens meerderjarig).
Opvoedingsmaatregel
o Hier konden ook kinderen op civielrechtelijke titel worden geplaatst. Regering
subsidieerde oprichting particuliere opvoedingsgestichten naar geloofsovertuiging
ouders. Wilde daarmee staats-opvoeding voorkomen
 Je had naast deze staats ook particuliere opvoedingsgestichten, gesubsidieerd
door de staat (katholiek, protestants) – zo kregen ouders het gevoel dat hun
kind in een gesticht zat dat aansloot bij hun ideeën over opvoeding.
o Soort internaten. Daarom ook civielrechtelijke titel – ging om opvoeding, begeleiding
& niet om straffen. Dus zowel op civielrechtelijke als strafrechtelijke titel.
o Criminele kinderen: naar ROG, bij goed gedrag naar particuliere instelling
o Verwaarloosde kinderen; naar particuliere instelling, bij probleem naar ROG

Gespecialiseerde autoriteiten vanaf 1905
Vanaf 1918 steeds meer bureaus Kinderpolitie (eerste bureau in Rotterdam). In navolging in hele
land. Taak: tijdig en preventief ingrijpen als jeugdige dreigde af te glijden.

1922: invoering kinderrechter in de wet. Behandelt zowel strafzaken als jeugdbeschermingszaken. In
elke rechtbank een bureau kinderrechter waar kennis bestond over de voor jeugdigen beschikbare
jeugdhulp.

,  Werd gespecialiseerde afdeling binnen rechtbank, elke rechtbank kreeg eigen bureau
kinderrechten: wisten waar jongeren terecht konden. Rechters deden geen andere dan
kinderzaken

1922: invoering ondertoezichtstelling (ots) door gezinsvoogd (minder vergaand dan ontzegging
opvoeding) werkzaam bij gezinsvoogdij-instelling zoals Pro Juventute (= nieuwe
jeugdbeschermingsmaatregel). Kwamen meer instellingen, naar gezindheid van ouders (katholieke,
gereformeerde, etc.). Deze instellingen leverden gezinsvoogden in kader civielrechtelijke maatregel.
Als het kind een strafbaar feit pleegde, gaf dit soms ook een reden om ots te eisen.

1954: Raad voor Kinderbescherming krijgt plaats in de wet > maakt voor elk kind een rapport op.
Nu ook in internationale verdragen: bij jeugdigen altijd een rapport opmaken.

Twee ingrijpende herzieningen in de 20e eeuw
Herziening 1965 (Cie Overwater 1951): adviseert tot versterking band met jeugdbeschermingsrecht.
Voor de verdere uitbouw van het kinderbeschermingswerk, waaronder het jeugdstrafrecht, beide onder
één ministerie brengen volgens beginselen neergelegd in één algemene jeugdwet.
- Vond het jeugdstrafrecht kinderbescherming, deel van kinderbeschermingswerk.
- België: hele jeugdstrafrecht onder wet op kinderbescherming: één jeugdwet, onderscheiden
groepen die strafbaar feit hebben gepleegd en die dat niet hebben gedaan.
- Advies niet overgenomen, vond men te lastig

Herziening 1995 Cie Anneveldt (1982) adviseert tot doorsnijden band met jeugdbeschermingsrecht
omdat dit leidt tot minder rechtswaarborgen. Jeugdigen zijn rechtssubject en geen voorwerp van hulp
en steun. Schrapping specifieke jeugdsancties (berisping en strafrechtelijke ondertoezichtstelling) en
afbouw van de gespecialiseerde autoriteiten en instellingen.
- Reden: de beschermingsgedachte in het jeugdstrafrecht zou ervoor gezorgd hebben dat
jeugdigen minder rechtswaarborgen hebben dan volwassenen verdachten
o In civiele jeugdbeschermingsrecht minder waarborgen dan in strafrecht
- Herziening heeft gezorgd voor uitholling jeugdstrafrecht: kinderrechter verdween, etc.
- Maar inmiddels wel omgedraaid. Jeugdstrafrecht werd bijna helemaal nek omgedraaid, maar
sinds 2000 meer aandacht voor aanpak jeugdcriminaliteit > gespecialiseerde jeugdinstellingen
en -sancties, -rechter.

1995: ratificatie Verdrag inzake de Rechten van het Kind (IVRK) – dus gek dat jeugdrecht in ’95
zo werd uitgehold! -> verdrag in 1989 in werking getreden, in 1995 geratificeerd in Nederland.

Toezicht op naleving doordat er elke vijf jaar een rapportage moet worden uitgebracht aan het VN-
Kinderrechtencomité. Regering moet gevolg geven aan de aanbevelingen. Belang van het kind moet
altijd de doorslag geven.

Art. 3, lid 1 IVRK: bij alle maatregelen genomen richting kinderen vanuit justitie
(civiel/straf/vreemdelingen), moet altijd het belang van het kind de eerste overweging zijn. Is een soort
basisartikel.
- Voor jeugdstrafrecht zijn de art. 37 & 40 IVRK van belang. Dit wordt uitgelegd in de General
Comment nr. 24 (2019) van het VN-Kinderrechtencomité

Uitgangspunt IVRK: apart jeugdstrafrecht en specialisatie
Art. 40 lid 3, aanhef IVRK: verdragsstaten moeten zorgen dat er aparte wetten, procedures en
instellingen komen voor kinderen verdacht van strafbaar feit.

GC nr. 24 (onder 105 – 110): om principes en rechten verdrag te kunnen implementeren is effectieve
organisatie van jeugdrechtspleging nodig. Vereist gespecialiseerde jeugdunits van de politie,
jeugdofficieren van justitie en jeugdrechtadvocaten. Kinderrechtbanken dienen worden ingericht als
aparte units, in elk geval gespecialiseerd in jeugd.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur martha56. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter