SAMENVATTING WPO’S
WPO1: LEXICALE BESLISSINGEN
THEORETISCH KADER
- heeft betrekking op het semantisch geheugen Bv. feiten over de wereld, de betekenis van woorden
- Onderdeel daarvan is het mentale lexicon
= verzameling van alle woorden die je kent EN spelling, syntactische regels, betekenis, …
DUS “Mentale woordenboek”
Onderzoeksvraag: Wat zijn de eigenschappen van dit mentale lexicon? Hoe is het opgebouwd? Hoe halen we er
informatie uit op?
Dominant paradigma: lexicale beslissing = taak omvat steeds beoordeling of 1 of meerdere lettergroepen
echte woorden of “pseudowoorden” zijn (MAAR veel varianten) Bv. woord of non-woord
Meyer & Schvanenveldt (1971) = woord 1 bovenaan, woord 2 onderaan
Manipulatie Bv. de presentatie van paren van letterreeksen beoordelen als woorden of niet-woorden. De cruciale
manipulatie was of de twee woorden in een paar semantisch gerelateerd waren (bijv. "bread" en "butter") of niet
gerelateerd waren (bijv. "nurse" en "butter")
- ja/nee taak VS zelfde/verschillende taak
- beoordelen als woord / non-woord
- Beide woorden = geassocieerd of niet (OV’s)
Spreading activation model (SAM) (Collins en Loftus, 1975)
= semantisch geheugen is opgebouwd uit knooppunten (“nodes”)
- Linken tussen knooppunten = verschillen van sterkte Bv. sommige links zijn sterker, sommige zijn zwakker
- item raadplegen in geheugen = activeert het corresponderende knooppunt
- activatie loopt gedeeltelijk over naar verwante knooppunten in functie van sterkte van de link
ondersteuning door Roediger & McDermott (1995) = illusoire herkenning en herinnering Bv. EXP = DRM-
paradigma = deelnemers blootgesteld aan een lijst van woorden die allemaal geassocieerd zijn met een niet-
gepresenteerd woord (de 'kritische lure') als de woorden "bed", "rest", "tired", "awake", "dream", "wake", "nap",
"blanket" worden gepresenteerd DAN is "sleep" de kritische lure die NIET wordt getoond DUS 1) deelnemers worden
blootgesteld aan een lijst van woorden die allemaal geassocieerd zijn met de kritische lure (bijv. "sleep") 2) testfase =
deelnemers worden vervolgens gevraagd om te onthouden welke woorden ze hoorden. Hierbij kunnen ze ook de kritische
lure (bijv. "sleep") noemen, hoewel dit woord niet daadwerkelijk in de lijst voorkwam RESULTATEN: Illusoire
Herinnering = deelnemers hebben vaak het gevoel dat ze het kritische lure-woord ("sleep") hebben gehoord tijdens de
studiefase, hoewel het niet feitelijk is gepresenteerd EN illusoire Herkenning = deelnemers identificeren vaak het kritische
lure-woord als 'herkend' tijdens de testfase, hoewel het niet daadwerkelijk is gezien
DUS link met spreading activation model = tijdens studiefase worden woorden die sterk geassocieerd zijn met het
kritische lure-woord (bijv. "sleep") geactiveerd in het semantische netwerk activatie van deze woorden verspreidt zich
naar andere gerelateerde concepten (zoals "bed", "rest", "tired", etc.) EN activatie van deze gerelateerde concepten
leiden tot een gevoel van herkenning of herinnering van het kritische lure-woord ("sleep"), hoewel het niet feitelijk
aanwezig was
DUS
Spreading activation = verklaring voor impact associatie voor beide taken verschil geassocieerd & NIET-
geassocieerd paar verklaren (in ja/nee taak & same/different taak)
,Serieel beslissingsmodel = verklaring van impact volgorde woord/non-woord in de ja/nee taak woord - non-
woord (M = 1087) VS non-woord - woord (M = 904) Bv. ja dit is een woord, nee dit is geen woord Bv. WANT we
gaan stapje per stapje verwerken en beslissen Woord - Non-woord (tragere reactie): woord wordt snel herkend en
geverifieerd tegen het mentale lexicon (een soort interne woordenlijst), ze zijn bekend en semantisch verwerkt MAAR
DAN aandacht verschuiven naar het beoordelen van non-woord = minder automatisch en vereist meer cognitieve
inspanning omdat er geen bekende representatie of betekenis in het lexicon is DUS beslissing non-woord is langzamer
omdat het brein actief moet bepalen dat het geen woord is VS Non-woord - Woord (snellere reactie): ALS non-woord
wordt gepresenteerd kan brein SNEL herkennen dat het GEEN bekende representatie heeft = verwerking is eenvoudig en
snel (in termen van afwijzing), DAN aandacht naar woord dat we zwz snel herkennen en geverifieerd is DUS is een meer
geautomatiseerde en efficiënte stap DUS sneller
Location shifiting model = verklaring voor trager respons nonwoord-woord VS woord-nonwoord in
same/different taak Bv. Non-woord naar Woord (tragere reactie): verwerking van Non-woord = inefficiënt en tijdrovend
vanwege de afwezigheid van gevestigde representaties, DAN aandacht verschuiven naar woord = cognitief belastend
door de discrepantie tussen non-woord en woord DUS RT verhoogd VS Woord naar Non-woord (snellere reactie):
verwerking van Woord = snel en efficiënt door gevestigde representatie, DAN aandacht verschuiven naar Non-woord =
minder belastend ondanks de inefficiëntie in non-woordverwerking DUS RT korter WANT de initiële verwerkingsfase is
efficiënt = waardoor de impact van de volgende non-woordverwerking minder zwaar weegt op de totale RT
Location shifting model (Posner en Snyder, 1975)
= model van de harde schijf
- Locatie voor elke lettergroep
- verwante concepten = opgeslagen in elkaars “buurt” minder tijd voor “shift” nodig
- heeft impact associatie tussen paren in ja/nee + same/different taken associaties versnellen de
verwerking tov ongerelateerde concepten
- Wat is de meest efficiënte standaardpositie voor concepten zoals “het armpje”? semantische
nabijheid Bv. Als het concept "het armpje" in de buurt is opgeslagen van andere lichaamsdelen of gerelateerde
begrippen (bijv. "hand", "vinger"), dan kan de aandacht snel van het ene naar het andere concept verschuiven
deze nabijheid resulteert in efficiëntere verwerkings- en reactietijden wanneer gerelateerde concepten worden
opgehaald of verwerkt
= verklaring voor impact van POSITIE van woord VS non-woord in same/different taak
kritiek door Ratcliff & McKoon 1995:
Compound cue model (Ratcliff en McKoon, 1988)
= GEEN “activatie”
- Items die worden aangeboden voor opzoeking in het geheugen vormen een “compound” in het KTG
dat gebruikt wordt om het LTG te doorzoeken Bv. items in KTG worden samengenomen in groepje
‘compound’ en worden dan gebruikt om LTG te gaan onderzoeken Bv. hoevaak zijn ze al samen voorgekomen in
LTG?
- Passief matching proces mondt uit in een maat voor familiariteit (vertrouwdheid) Bv. sneeuw & winter
= in LTG veel instanties van deze combinaties DUS is heel familiair beïnvloed u reactietijd
- Familiariteit als basis voor RT (afhankelijk van de taak)
o Hoge vertrouwdheid → facilitatie “ja”-respons in ja/nee context
o Lage vertrouwdheid → facilitatie “nee”-respons
Bv. DUS compound model zegt 3 stimuli in KTG aangeboden zijn actief, vormen compound, wordt gematcht met LTG,
LTG geeft aan hoe familiair het is, dit verlaagt of verhoort kans om ja of nee te antwoorden
evidentie: aantonen adhv sequentiële aanbiedingen items Bv. 3 opeenvolgende items aanbieden participanten
aangeven of het een echt woord was of niet
, 1) -28 URR (tafel – hond – kat) = in die conditie werd er op het woord kat (want laatste woord) 28 ms sneller
geantwoord dan op kleedje in UUU (tafel – hond – kleedje)
spreading activation model kan dit verklaren WANT:
o "tafel" is een niet-gerelateerd woord (U) DUS er is geen initiële activatie naar "hond" of "kat".
o "hond" is gerelateerd aan "kat" (R) DUS wanneer "hond" wordt aangeboden, activeert het "kat".
o Bij het presenteren van "kat" is het al gedeeltelijk geactiveerd door "hond", waardoor het sneller
verwerkt wordt (-28 ms tov baseline)
2) -18 RUR (hond – tafel – kat) = 18 ms sneller dan bij baseline (UUU) (tafel – hond – kleedje)
spreading model kan dit verklaren WANT:
o "hond" is gerelateerd aan "kat" (R) waardoor "kat" al gedeeltelijk wordt geactiveerd.
o "tafel" is niet gerelateerd (U) waardoor er geen verdere activatie plaatsvindt richting "kat"
o Bij het presenteren van "kat" is het al gedeeltelijk geactiveerd door "hond", waardoor het sneller
verwerkt wordt (-18 ms tov baseline) (MAAR dus trager als URR WANT GEEN 2 gerelateerde woorden
naast elkaar)
3) RRU (hond – kat – tafel) = GEEN verschil (non significant)
spreading activation model kan dit ook verklaren WANT:
o Snelle & efficiënte verspreiding van activatie tussen "hond" en "kat"
o MAAR is gevolgd door een gebrek aan verdere activatie voor het niet-gerelateerde woord "tafel"
o DUS resulteert in een RT die niet significant verschilt van de baseline
MAAR compound cue model kan het niet significante effect van baseline en RRU NIET verklaren het niet-
gerelateerde 3de woord ("tafel") zou NIET effectief geactiveerd worden door de samengestelde cue van de eerste twee
woorden (WANT dit model neemt items samen in 1 compound)
o "Hond" en "kat" = gerelateerd MAAR "tafel" niet gerelateerd
o Compound model bekijkt dit als een gehele set van 3 woorden dit compound resulteert in een
mengeling van hoog-familiariteit paar ("hond" en "kat") en een laag-familiariteit woord ("tafel")
o Het effect van de gerelateerde woorden ("hond" en "kat") zijn NIET sterk genoeg om de RT op "tafel"
significant te veranderen DUS daarom niet significant verschil in RT
4) 31 XUU (plork – tafel – kat) = 31 ms trager reageren dan baseline (UUU) (tafel – hond – kleedje)
NIET verklaren door spreading activation
o "plork" (non-woord) zorgt voor vertraging
o Zou volgens spreading activation model GEEN invloed moeten hebben op RT voor "tafel" en "kat" WANT
het komt NIET in het semantische netwerk voor en kan dus GEEN activatie verspreiden
o Aangezien "tafel" en "kat" ook GEEN associatie hebben, zou de RT vergelijkbaar moeten zijn met
de baseline conditie (UUU)
o Dit model verklaart dus NIET waarom de reactietijd significant langer is (31 ms trager)
MAAR compound cue model kan dit wel verklaren
o non-woord ("plork") leidt tot een inefficiënte cue
o zorgt ervoor dat de activering van het laatste woord ("kat") minder effectief is, wat resulteert in een
langere RT
o DUS verminderde effectiviteit van de samengestelde cue veroorzaakt door het non-woord (verstoring in
compound door non-woord)
o OOK "tafel" en "kat" zijn niet geassocieerd DUS cognitieve verwerking wordt niet geholpen door enige
voorafgaande activatie MAAR wordt juist gehinderd door de initiële verstoring veroorzaakt door "plork"
5) XRR (plork – hond – kat ) = geen effect