Hierin staan alle begrippen die met ecologie te maken hebben. Dit is vaak een van de belangrijkste examen onderwerpen. Er komen begrippen zoals soort, populatie, homologe en analoge organen, selectie ( natuurlijk, kunstmatig en seksueel), evolutie, 4 Rijken (bacterie, schimmel, plant en dier), DNA,...
Biodiversiteit: De verscheidenheid van soorten organismen.
Homologe organen: organen met dezelfde bouw maar een andere functie (en
soms vorm).
Rudimentaire organen: organen die bij (verre) voorouders nog een functie
hadden, maar door evolutionaire ontwikkeling hun functie hebben verloren.
Analoge organen: organen met dezelfde functie, maar een andere bouw.
Soort: organismen die kunnen voortplanten en vruchtbare nakomelingen
voortbrengen.
Habitat: leefgebied
Populatie: een groep organismen, van één soort, die met elkaar in hetzelfde
habitat leven en onderling voortplanten.
Binaire nomenclatuur: dubbele naamgeving, een soortnaam bestaat uit twee
Latijnse woorden.
Geslacht: is de eerste naam van het organisme.
Soort: de tweede naam, wordt geschreven met een kleine letter
Genetische variatie: individuen zijn genetisch allemaal verschillend.
Adaptatie: aanpassen van individu aan zijn milieu.
Fitness: een betere adaptatie is een grotere overlevingskans meer kans op
nakomelingen.
Kunstmatige selectie: het uitkiezen van de beste varianten en daarmee door
te fokken/kweken.
Natuurlijke selectie: een organisme dat beter is aangepast aan de omgeving,
zal meer nakomelingen krijgen dan de minder goed aangepaste organisme. Zo
veranderd de populatie langzaam.
Selectiedruk: omstandigheden die de natuurlijke selectie bevorderen.
Competitie: een wedstrijd tussen levende organismen die op zoek zijn naar
vergelijkbare hulpbronnen, zoals bepaald voedsel of prooien.
Seksuele selectie: wanneer een vrouwtje voor de gezondste mannetjes kiezen,
met de beste genen.
Evolutietheorie: een verklaring voor het ontstaan van de soorten door
geleidelijke veranderingen.
Soortvorming: het ontstaan van nieuwe soorten.
Reproductieve isolatie: wanneer er een nieuw soort ontstaat doordat een deel
van de populatie wordt gescheiden van de rest waardoor ze niet samen
voortplanten, (bijv. scheiding door gebergte).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joannepeters. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,56. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.