KBT Kennis Basis Taal - Samenvatting Domein: 3, 4 en 5
9 vues 0 fois vendu
Cours
Nederlands (VK1.3TA)
Établissement
Christelijke Hogeschool Ede (CHE)
In deze samenvatting staat precies wat jij moet weten voor je KBT toets! Domein 3 (beginnende geletterdheid), Domein 4 (Voortgezet technisch lezen) en domein 5 (Begrijpend lezen). De specifieke kennis uit de hoofdstukken 1 en 2 van deze domeinen zijn in dit document overzichtelijk weergegeven! Zo ...
Inhoud:
- KBT Domein 3: Beginnende geletterdheid H1 en H2
- KBT Domein 4: (Voortgezet) technisch lezen H1 en H2
- KBT Domein 5: Begrijpend lezen H1 en H2
Samengevat voor de toets VKTA1.3
,Domein 3: Beginnende Geletterdheid
Beginnende geletterdheid is beginfase van lezen en schrijven, kind krijgt inzicht dat je taal kan opschrijven,
lezen met klanken en dat er een verband is tussen geschreven en gesproken taal (ontluikende geletterdheid)
en leert hoe je moet lezen en schrijven (beginnende geletterdheid). Groep 1, 2 en 3.
Hoofdstuk 1
Ontluikende geletterdheid (3.1.1)
Eerste fase in geletterdheid, is tussen de 0 en 4 jaar dat kinderen de basis van mondeling
taalgebruik (luisteren, spreken) leren, dit is dan weer de basis voor de schriftelijke
taalvaardigheid (lezen en schrijven). Ze maken hiermee kennis via (prenten)boeken, tekens,
logo’s enz. Sommige kinderen proberen schriftelijk al te communiceren in vorm van tekeningen,
krabbels en beelden. Thuissituatie is van grote invloed.
Functioneel lezen en schrijven (3.1.2)
Als leerkracht stimuleer je leerlingen al vroeg dat ze via activiteiten de noodzaak van het lezen en
schrijven ontdekken, zo stimuleer je een kind vanaf groep 1 dat het functioneel leert te lezen en
schrijven.
Boekoriëntatie en verhaalbegrip (3.1.3)
Boekoriëntatie (= omgang boeken, hoe te lezen ) en verhaalbegrip (= begrijpen dat een verhaal
bestaat uit situatieschets (personen/plaats/tijd) gebeurtenissen en ontknoping) valt onder
geletterdheid en wordt via voorlezen ontwikkelt.
Doelen boekoriëntatie:
1 Begrijpen dat tekst/illustraties samen 1 verhaal vertelt
2 Weten dat je een boek van voor naar achter leest, van links naar rechts.
Doelen verhaalbegrip:
1 Leerling begrijpt de taal van het boek, kan conclusies trekken en voorspellingen doen.
2 Leerling weet dat verhaal bestaat uit situatieschets en een episode (probleem, wordt opgelost).
Functies geschreven taal (3.1.4)
Leerling ontdekt de relatie tussen taal die ze zien (lezen), horen en zichtbaar kan maken
(schrijven). Als leerkracht laat je zien hoe je hiermee omgaat (voorlezen, namenlijst oplezen enz.).
Doelen:
1 Leerling weet dat gesproken taal kan worden vastgelegd op papier/digitaal.
2 Leerling weet dat je geschreven taal kan uitspreken.
3 Leerling weet dat taalproducten (briefjes, boeken enz.) een communicatief doel hebben.
4 Leerling weet dat symbolen (logo’s) verwijzen naar taalhandelingen.
Taalbewustzijn en alfabetisch principe (3.1.5)
Taalbewustzijn = Kind kan omgaan met begrippen als ‘verhaal’, ‘zin’, ‘woord’ en ‘klank’.
Doelen hierbij: 1leerling kan woord in zin onderscheiden, 2onderscheid tussen vorm en betekenis
van woorden en 3woorden in klankgroepen verdelen.
- Fonemen = de klank in een woord, (e,a,oo,eu,ou,t), die klank geeft betekenis aan het woord.
- Grafemen = de letters, waarmee je de spraakklanken kan opschrijven.
- Morfemen = deel van het woord met eigen betekenis (kippenhok, gelukkig, huisje, heilig/veilig).
1
, Auditieve (horen) vaardigheden (3.1.6)
Spelend leren kinderen hun taalbewustzijn. Onderdelen van taalbewustzijn zijn:
- Fonologisch bewustzijn: het kunnen omgaan met klanken → een kind weet dat woorden:
kunnen rijmen, uit klanken bestaan en uit lettergrepen bestaan. En kunnen dus:
- Auditieve analyse = kind kan woorden hakken (Tak = /T/A/K/)
- Auditieve synthese = kind kan woorden plakken (/T/A/K/ = Tak)
→ Temporeel ordenen = kind kan de volgorde van de klanken in een woord onthouden
→ Klankpositie = kind weet waar welke klank staat
- Auditieve Objectivatie = kind kan kijken naar de klank van het woord/de vorm van het woord,
in plaats van naar betekenis. (‘Paddenstoel is langer dan boom’, kind kan hier dus naar vorm van
het woord kijken ipv naar de betekenis en welk ding in het echt langer is.)
- Fonemisch bewustzijn: puur vaardigheid om klank in woord te onderscheiden (onderdeel
fonologisch bewustzijn).
Ingewikkeldste auditieve vaardigheid is bepalen van klankpositie, hierbij moet een kind auditieve
analyse, ordenen en kennis van begrippen als ‘vooraan, achteraan’ toepassen.
Visuele (zien) vaardigheden (deelvaardigheden voor proces: leren lezen) (3.1.7)
- Visuele discriminatie: afbeeldingen, grafemen (letters) en woorden onderscheiden van elkaar.
Lastige is bij letters de richting en positie, want die is belangrijk.
- Visuele analyse: grafemen (letters) los van elkaar herkennen in een woord.
- Visuele synthese: samenvoegen van grafemen, zodat je een woord in 1x vloeiend leest, zonder
dus te spellen. Hulpmiddel is wel eerst elke letter (klank) los uitspreken.
- Spatieel ordenen: weten dat je van links naar rechts schrijft/leest.
- Letterpositie bepalen: aan kunnen geven op welke plek een grafeem in een woord staat.
Elementaire leeshandeling (3.1.8)
Elementaire leeshandeling de basis voor het lezen (= schrijven → spreken), de eerste
leesstrategie waarmee leerlingen leren lezen. Deze leesstrategie bestaat uit de stappen:
1 Geschreven woord visueel analyseren in losse grafemen → tuin = /t/u/i/n/.
2 De juiste grafeem (letter) aan foneem (klank) koppelen → t = “/t/” .
3 De volgorde van fonemen (klanken) onthouden.
4 Auditief synthetiseren (de losse lettergrepen aan elkaar plakken) “/t/” + “/ui/” + “/n/”.
5 Betekenis geven aan het gesproken woord “/tuin/”.
Elementaire spellingshandeling (3.1.9)
Elementaire spellingshandeling is de basis voor het spellen (= spreken → schrijven), is het
omgedraaide van elementaire leeshandeling. Deze strategie bestaat uit de stappen:
1 Het gesproken woord auditief analyseren (hakken) → “tuin” = “/t/” “/ui/” “/n/”/
2 De volgorde van fonemen (klanken) onthouden.
3 De juiste foneem (klank) aan grafeem (letter) koppelen → “/t/” = t.
4 Het hele woord schrijven → tuin.
Voorgelezen teksten (3.1.10)
Voorlezen is geschikt voor tussendoelen van beginnende geletterdheid. Zo werk je bijvoorbeeld
door interactief een prentenboek voor te lezen aan verhaalbegrip en functies.
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JufCharlotte. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,46. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.