DE LERAAR BINNEN SCHOOL EN MAATSCHAPPIJ
Les 1
PRAKTISCH
Interessante links:
• www.onderwijs.vlaanderen.be
• http://ond.vlaanderen.be/edulex/
Lesopnames te raadplegen via: http://www.slidecast.ugent.be
Lesmateriaal:
• PowerPoint slides + info tijdens de lessen (> lesopnames)
• Bijkomende info en lectuur op Minerva
• Links in de slides (>up-to-date informatie) en op Minerva
Examen
• Meerkeuzevragen: geen giscorrectie, 40-tal vragen herleid naar /20
WAAROM DLSM?
BEROEPSPROFIEL EN BA SISCOMPETENTIES LERA REN
Beroepsprofiel: de omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes van de ervaren leraar
Basiscompetenties: de omschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes van de beginnende leraar
(rechtstreeks afgeleid uit beroepsprofiel)
-> leraar zijn = proces van levenslang leren
OD: ontwikkelingsdoelen
ET: eindtermen
Leerdoelstellingen bereikt door
de leerlingen
BP: beroepsprofiel
ARTIKEL VAN KLASSE: DE LERAA R IS EEN DUIZENDPOOT
De tien typefuncties van de leerkracht zijn geclusterd binnen 3 verantwoordelijkheden
LERAAR-LERENDE
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Je kan kinderen of leerlingen goed inschatten, doelstellingen bepalen en concreet formuleren, differentiëren,
leerplannen volgen, aangepaste werkvormen zoeken, multimedia gebruiken, bijsturen en remediëren, omgaan
met diversiteit, samen met het team leermiddelen kiezen, aanpassen en ontwikkelen, observeren en evalueren.
2. Opvoeder
Je stimuleert een positief leerklimaat, kan inspelen op maatschappelijke gebeurtenissen en tendensen, hulp
bieden bij problemen, ervoor zorgen dat iedereen zich goed voelt in de klas.
3. Inhoudelijk expert
Je kent je vak en je verbreedt en verdiept voortdurend de leerinhouden, je weet hoe ze over te brengen, je
brengt samenhang tussen leergebieden.
4. Organisator
Je kan een gestructureerd en stimulerend speel- en leerklimaat bevorderen, hebt een goed klasmanagement, je
kan eigen taken plannen, administratieve taken uitvoeren.
5. Vernieuwer-onderzoeker
Je vernieuwt je klaspraktijk op basis van nascholing, eigen ervaring, creativiteit, je stelt je eigen functioneren in
vraagt en stelt het bij.
1
,LERAAR – SCHOOL/ONDERWIJSGEMEENSCHAP
6. Partner van de ouders
Je kan discreet omgaan met gegevens, op zoek gaan naar hoe je met anderstalige ouders communiceert.
7. Lid van een schoolteam
Je werkt samen met een schoolteam, spreekt een taakverdeling af en leeft ze na, je denkt met het schoolteam na
over wat gebeurt op school, over je eigen pedagogische en didactische aanpak.
8. Lid van de onderwijsgemeenschap
Je neemt deel aan het maatschappelijke debat over onderwijskundige thema’s, je bent op de hoogte van recente
ontwikkelingen in onderwijs en referentiekaders om die ontwikkelingen te duiden.
9. Partner van externen
Je legt contacten met externen en werkt ermee samen, je kan verschillende soorten gesprekken voeren
afhankelijk van de klas- en schoolcontext.
LERAAR- MAATSCHAPPIJ
10. Cultuurpartcipant, mens van de wereld
Je kan actuele maatschappelijke thema’s en ontwikkelingen onderscheiden en kritisch benaderen.
Beroepshoudingen/attitudes: ondersteunen de competenties
• Beslissingsvermogen
• Relationele gerichtheid
• Kritische ingesteldheid
• Leergierigheid
• Organisatievermogen
• Zin voor samenwerking
• Verantwoordelijkheidszin
• Flexibiliteit
2
,ONDERWIJSBELEID: MACRO, MESO, MICRO
MACRO: BELEIDSDOMEIN ONDERWIJS EN VORMING (GEMEENSCHAPSNIVEA U)
VLOR: Vlaamse onderwijsraad
De strategische adviesraad voor het beleidsdomein. Crevits moet hen om advies vragen maar mag in principe wel zelf
beslissen.
Departement Onderwijs en Vorming
Stippelt het Vlaamse onderwijsbeleid uit en de agentschappen die dat beleid uitvoeren.
AGION: Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs
Beleid uitvoeren: de missie van dit agentschap is 'de realisatie en ontwikkeling van functionele en duurzame
onderwijsinfrastructuur in Vlaanderen’.
AGODI: Agentschap voor Onderwijsdiensten
Beleid uitvoeren: AGODI wil een kennis- en informatiecentrum zijn, een essentiële schakel tussen het beleid en de
scholen, leerkrachten, leerlingen en ouders. Staat in voor uitbetaling van de lonen van leerkrachten, voor het aantal uren
van leerkrachten, voor het aanstellen van leerkrachten voor specifieke vakken.
AHOVOKS: Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen
Beleid uitvoeren : Gaat over hoger en volwassen onderwijs: kwaliteit van hogescholen etc.
Inspectie
Gaat beleid evalueren: langskomen in scholen, leerplannen goedkeuren
• Het departement, de agentschappen en de onderwijsinspectie functioneren autonoom, met aan het hoofd een
secretaris-generaal in het departement, een administrateur-generaal in een agentschap en een inspecteur-
generaal bij de onderwijsinspectie.
MESO: DRIE ONDERWIJS NETTEN
OFFICEEL ONDERWIJS
1) GEMEENSCHAPSONDERWIJS
Ingericht door de overheid
2) OFFICIEEL GESUBSIDIEERD ONDERWIJS
Ingericht door de overheid en door steden en gemeenten
3
, VRIJ ONDERWIJS
3) VRIJ GESUBSIDIEERD ONDERWIJS
Ingericht door rechtspersonen, privé personen, vzw structuren (vb. Steiner)
Ontvangen financiële middelen van de overheid om erkende studiemiddelen te ontvangen
IM / schoolbestuur
• Officiële scholen: openbare besturen (gemeenschap, gemeenten, steden, provincies)
• Vrije scholen: bisdom, natuurlijke persoon, vzw, …
Financiering
• Gemeenschapsonderwijs: rechtstreeks gefinancierd
• Gesubsidieerd onderwijs: weddetoelagen, werkingstoelagen, toelagen voor gebouwen
Karakter
• Confessioneel: erkende godsdiensten (rooms katholiek, protestants, joods, anglicaans,islam, orthodox)
• Niet-confessioneel: bvb. methodescholen
= Representatieve vereniging van IM /
3 onderwijsnetten met daarbinnen koepels: schoolbesturen
1. Gemeenschapsonderwijs (GO!) - Behartigen de belangen van hun leden
2. Officieel Gesubsidieerd Onderwijs: twee koepels - Organiseren pedagogische begeleiding
a. OVSG: Onderwijskoepel van Steden en Gemeenten en nascholing
b. POV: Provinciaal Onderwijs Vlaanderen - Nemen ook taken over van hun leden
3. Vrij Gesubsidieerd Onderwijs bvb. opstellen van leerplannen
a. Katholiek Onderwijs Vlaanderen
b. 4 kleinere organisaties IPCO/FOPEM/VOOP/Federatie Steinerscholen
→ 4 org. samen in Overleg Kleine Onderwijsverstrekkers >OKO)
c. Sommige scholen van het vrij onderwijs zijn niet aangesloten bij een koepel.
MICRO: LOKALE NIVEAU
Individuele scholen
• Kleinste eenheid
• Schoolleiding (directeur, adjunct-directeur, TA/TAC)
IM (inrichtende macht)
• Verantwoordelijk voor één of meerdere scholen
o Vb. Don Bosco scholen verspreid over Vlaanderen hebben één inrichtende macht. Kan samenvallen met de
schoolleiding.
• Overheid, natuurlijke persoon of rechtspersoon
• Aanwerving directies en leerkrachten
• Ontvangen werkingsmiddelen
• Huren/bezitten van schoolgebouwen
• Binnen het basisonderwijs: IM als synoniem voor schoolbestuur
• Binnen het GO!: IM staat voor scholengroep, met aan het hoofd een algemeen directeur (ALDI)
Scholengemeenschappen
• Verzameling van scholen
• Zelfde onderwijsniveau (basis- of secundair)
• Zelfde of verschillende inrichtende machten/netten
• Doel: leerlingen stromen gemakkelijker door
• Vlaanderen heeft 44 geografische zones waarbinnen scholen zich kunnen organiseren in schoolgemeenschappen
o => meer communicatie over studieaanbod
o => leerlingen makkelijk doorverwijzen naar specifieke opleidingen in andere scholen
• Uitdrukkelijke bevoegdheden
• Verplichte afspraken (bv. personeelsbeleid)
• Brengt advies uit (bv. investeringen accommodatie)
• Optioneel: samenwerkingsakkoord
• Administratieve voordelen (financiële stimuli)
o De overheid geeft bonussen aan scholen die toetreden tot een scholengemeenschap => vaak extra
praktijkruimtes => leerlingen van andere scholen uit de schoolgemeenschap kunnen er gebruik van maken
• Directeur aan het hoofd = een coördinerend directeur (CODI)
4