Duidelijke, complete samenvatting hoofdstuk 7 t/m 10 van het boek 'Levensfasen, De psychologische ontwikkeling van de mens' door Maryke Tieleman, 2016, derde druk, uitgeverij Boom.
De belangrijke begrippen zijn aangegeven met rood en de theorieën aangegeven met roze zodat dit extra naar voren kom...
De jongvolwassene 20-40 jaar.
Hoofdstuk 7 Levensfasen.
De volwassenheid is een dynamische periode die sterk beïnvloed wordt door iemands leerervaringen.
Volwassenheid betekent ook wel zelf verantwoordelijke zelfbepaling; voor jezelf kunnen zorgen en
verantwoordelijk zijn voor je eigen gedrag. Een gemeenschappelijk kenmerk van deze leeftijdsgroep is het
kunnen toepassen van opgedane kennis in de praktijk. Er worden bewustere keuzes gemaakt bijv. op het
gebied van carrière en kinderen.
De lichamelijke ontwikkeling.
Als je een 25-jarige vergelijkt met een 16-jarige kun je grote verschillen in uiterlijk, lichaamsbouw en
conditie constateren. Vaak zie je na een fysiek hoogtepunt tussen de twintig en dertig jaar een stagnatie en
daarna een heel geleidelijke achteruitgang.
Topsporters zijn vaak jongvolwassenen. Dit komt omdat hun focus dan doorgaans beter is dan in de
adolescentie.
Het moment van volwassen worden is erg cultuur afhankelijk. Er zijn culturen waarin de lichamelijke en
maatschappelijke volwassenheid gelijk opgaan, zoals bij de Samoa’s. Er is anderzijds geen cultuur waarbij
iemand volwassen wordt genoemd die lichamelijk nog niet is volgroeid. Bij ons wordt de kloof tussen
lichamelijke en maatschappelijke volwassenheid steeds groter, omdat de toenemende eisen die de
maatschappij stelt en daarmee de samenhangende verlengde opleidingstijd.
De biologische veroudering verloopt niet synchroon. Alle fysiologische functies kennen hun eigen unieke
ontwikkeling. Sommigen gaan sterk achteruit, anderen blijven min of meer gelijk. De maximale lichamelijke
prestatie en de nierfunctie nemen van het twintigste tot het tachtigste jaar met veertig procent af, maar de
bloedtransport en de zenuwgeleiding blijven juist op hetzelfde peil. Dit is mede afhankelijk van de
levensstijl.
De sensorische capaciteit neemt ook vaak wat af. Na het twintigste levensjaar neemt de gehoorcapaciteit
al af, met name de geluiden met een hoge frequentie. De gezichtsscherpte is eerst nog vrije constant en
neemt bij de meeste mensen na hun veertigste af. Andere sensomotorische functies zoals reactietijd en
vaardigheden nemen ook langzaam af. Bij het aanleren van nieuwe vaardigheden wordt dit merkbaar.
Genetische aanleg bepaalt samen met de leefstijl en de leefomgeving dat er grote onderlinge verschillen te
zien zijn.
Over de oorzaken van veroudering zijn diverse theorieën, waaronder de wear and tear-theorie en de
tegenovergestelde use it or lose it-theorie.
Wear and tear; gaat er vanuit dat het gebruik van lichamelijke functies tot slijtage leidt.
Use it or lose it: gaat er vanuit dat dat het gebruik tot behoud ervan leidt.
Ernstige ziekten komen tot het 35ste jaar minder voor in vergelijking met de hogere leeftijden. De
belangrijkste doodsoorzaak in deze fase zijn verkeersongelukken.
Deze periode van jongvolwassenheid staat biologisch nog in het teken van groei en bloei. Slechte
gewoontes zoals stress, alcohol, weinig beweging, etc. hebben geen zichtbaar effect op deze fase.
Risicovol gedrag is wel merkbaar. Denk aan gevolgen van aids en andere soa’s.
,Opgebrand.
Een probleem van (te) ambitieuze jongvolwassenen van deze leeftijd is het verschijnsel van de burn-out.
Mensen zijn hierbij lichamelijk uitgeput, hebben een afkeer van werk en gevoelens van verminderde
competentie. De oorzaak is een combinatie van eisen die het werk stelt en de persoonlijkheid van de
werknemer. Mensen die aan een burn-out lijden, zijn doorgaans doorzetters en harde werkers die niet
gemakkelijk bij de pakken neerzitten.
Vage klachten: vermoeidheid, niet lekker in je vel zitten, lichte afkeer van werk en terugtrekken van
sociale contacten.
Ze kunnen van het ene op het andere moment door hun vitale reserves heen zijn. Herstel vergt doorgaans
aanpassing van leefstijl.
Keuzestress.
In het verlengde daarvan wordt het begrip dertigersdilemma of quarter life dilemma gelanceerd. Hierbij
gaat het om een identiteitscrisis bij vooral westerse en hoogopgeleide mensen tussen de 25 en 30 jaar. Er
zijn enorm veel keuzes en opties waaruit gekozen kan worden. Als zij gekozen hebben, laten ze ook een
groot aantal aantrekkelijke opties liggen. Zij hebben in bijzondere mate last van keuzestress over de
gemaakte keuze van hun leven op het gebied van relaties, huisvesting en carrièremogelijkheden. De stress
ontstaat doordat men maar blijft denken aan de opties die zij hebben laten liggen.
Reproductiviteit.
Reproductiviteit speelt bij velen een grote rol. Lichamelijk gezien is de beste leeftijd om zwanger te raken
25 t/m 30 jaar. Wat betreft seksuele activiteit wordt de periode van de jongvolwassene gekenmerkt door
vaste relaties van korte duur (seriële monogamie). Er is hier sprake van uitstel van een meer definitieve
relatie en van het krijgen van kinderen.
De cognitieve veranderingen.
In de periode van de jongvolwassene worden op zich geen hogere denkvormen meer ontwikkeld, maar de
effectiviteit van het denken wordt wel sterk verbeterd. De top van deze efficiëntie bereikt het individu in de
periode van de rijpe volwassene.
Er zijn twee soorten intelligentie:
• De gekristalliseerde intelligentie/ crystallised intelligence: Deze vorm heeft betrekking op
denkhandelingen die iemand kan uitvoeren vanwege gevolgd onderwijs en ervaring. Deze vorm komt tot
uiting van oordeelsvaardigheid die je door ervaring en leren binnen een cultuur kunt verwerven.
• Vloeiende intelligentie/ fluit intelligence: Deze vorm is ervaringsonafhankelijk en hangt samen met de
waarneming en de verwerking van informatie. Het verwijst naar vaardigheden om verschillende dingen
tegelijk in het bewustzijn te houden. Deze vorm verwijst naar de capaciteit om verbanden af te leiden en
het zien van relaties.
, Gestalt.
De persoonlijkheidspsychologie maakt onderscheid tussen twee manieren om met kennis om te gaan. Dit
wordt gerelateerd aan typen mensen: adaptors en innovators. Adaptors zijn mensen die de wereld niet naar
hun handen willen zetten, maar zich conformeren. Innovators zijn mensen die proberen grip te krijgen op
hun wereld door zelf dingen te veranderen en oplossingen voor ervaren problemen te bedenken. Zijn
trainen hun hersenen door steeds nieuwe vaardigheden te exploreren waarbij zij nieuwe verbinden of
netwerken in de hersenen vormen.
het denken van volwassenen kun je beschouwen als een verandering van het hypothetisch deductieve naar
meer pragmatische. Het denken wordt meer subjectief en emotioneel. Persoonlijke prikkels en gevoelens
vormen het rationele denken.
De mix van formeel, intuïtief en subjectief denken wordt gezien als een gestalt. Hierbij is de
veronderstelling dat het geheel meer is dan alleen een som der delen.
Het postformele denken betekent ook dat het denken minder uniform wordt en dat mensen zich in meer
verschillende richtingen lijken te ontwikkelen. Hierdoor is het gedrag slechts binnen zeer brede grenzen te
voorspellen.
Het geheugen.
Het geheugen functioneert over het algemene adequaat. Het langetermijngeheugen is nauwelijks
gerelateerd aan de leeftijd. Het kortetermijngeheugen gaat wel achteruit, alleen hebben jongvolwassenen
er gemiddeld nog niet zo veel last van.
Encoding: Geheugeninhouden georganiseerd opslaan in het langetermijngeheugen.
Retrieval: Inhouden oproepen in het langetermijngeheugen.
Het geheugen kan soms grillig zijn. Je vergeet weleens belangrijke zaken of onthoud zaken waar je het nut
niet van inziet.
Anterograde amnesie: Geheugenstoornissen door trauma of een ongeluk. Informatie is dan
verdwenen uit het geheugen.
Korsakoff: gevolg van alcoholmisbruik en vitaminegebrek.
Stoornissen van het geheugen zijn meestal een gevolg van een hersenafwijking of
hersenbeschadiging. Dit kan tijdelijk maar ook blijvend zijn.
Idiots servants: Mensen met een gediagnostiseerde zware verstandelijke beperking met een
uitzonderlijk goed geheugen.
Het zelfbeeld en de autonomie.
Naarmate de persoon ouder wordt, krijgt volgens de psychoanalytische benadering het ego (ich) steeds
meer macht en invloed. Dit is het deel dat binnen de persoonlijkheidsstructuur zuiver strategisch handelt.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur JeanineWijnand. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.