Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Fundamenten van de Psychologie (9.0) €4,96   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Fundamenten van de Psychologie (9.0)

 9 vues  0 achat
  • Cours
  • Établissement

In dit document staan de belangrijkste begrippen voor de toets uitgewerkt.

Dernier document publié: 5 mois de cela

Aperçu 4 sur 34  pages

  • 29 mars 2024
  • 31 mars 2024
  • 34
  • 2023/2024
  • Resume
avatar-seller
Dikgedrukt + onderstreept zijn de belangrijkste begrippen!

Hoofdstuk 1

Definitie psychologie
Een wetenschap waarbij het gedrag bestudeerd wordt en waarbij de gedragsevidentie gebruikt wordt
om de interne processen te begrijpen die aan dat gedrag ten grondslag liggen.
 Een goed inzicht in de onzichtbare processen maakt het mogelijk om te voorspellen wat men
onder bepaalde omstandigheden zou moeten vaststellen.

De wetenschappelijke revolutie
Een nieuwe manier van denken
De overtuiging van de Grieken en de katholieke Kerk dat ware kennis is gebaseerd op nadenken,
intuïtief aanvoelen en goddelijke ingevingen lijkt spontaak te ontstaan, want we vinden die terug in
alle beschavingen, die zich los van elkaar ontwikkeld hebben.
In Europa (16e-17e eeuw) groeide een andere kennisvergaring  ware kennis is gebaseerd op
systematische observatie en actief ingrijpen in de wereld (de wetenschappelijke revolutie).
Factoren die een rol gespeeld hebben bij het ontstaan van de wetenschappelijke revolutie in Europa:
 De verminderde macht van de rooms-katholieke Kerk;
 Herwaardering van handel en handenarbeid;
 De uitvinding van de broekdrukkunst (informatie werd sneller verspreid);
 De ontdekkingsreizen en de confrontatie van de westerse wereld met de islamitische en
Chinese beschavingen;
 De oprichting van universiteiten;
 Een periode van relatieve welvaart.

Wetenschappelijke revolutie (uit de les, in het kort)
 Kennis uit observaties en experimenten
 Startpunt hiervan: Copernicus  stelde dat de aarde rond de zon draaide
 Galilei  Onderbouwde dit met en reeks van nieuwe observaties. Dit ging tegen de
katholieke visie in
 Newton werkte de inzichten van Galilei verder uit

De Copernicaanse revolutie
Een belangrijke katalysator voor de wetenschappelijke revolutie was de vaststelling dat de kalender
niet meer bleek te kloppen.
 Sinds het Romeinse Rijk maakte men gebruik van de Juliaanse kalender (Julius Caesar).
 Kalender liep 10 dagen achter in de 15e eeuw door een onderschatting in de lengte van een
jaar.
 16e eeuw  de Juliaanse kalender werd vervangen door de gregoriaanse kalender.
o Belangrijk axioma kwam ter discussie te staan: de ‘demonstratie’ dat de aarde
stilstond in het centrum van het universum.

Pools-Duitse geleerde Nicolaus Copernicus
Verspreidde als eerste in 1514 een handgeschreven tekst onder vrienden waarin hij de hypothese
opperde dat de bewegingen in het heelal beter te begrijpen vielen wanneer men uitging van de
veronderstelling dat niet alle hemellichamen rond de aarde draaien, maar dat de aarde rond de zon
draaide.
 In 1632 publiceerde Galileo Galilei een boek waarin hij het copernicaanse model verdedigde
met een reeks nieuwe observaties. Deze nieuwe observaties waren mogelijk gemaakt door de
uitvinding van de telescoop.

,  Uiteindelijk zouden Galileo’s inzichten verder uitgewerkt worden door Isaac Newton, die de
bewegingen van de planeten rond de zon beschreef aan de hand van een aantal relatief
eenvoudige wiskundige formules. Deze wetten van Newton worden algemeen beschouwd als
het beginpunt van de fysica (de eerste natuurwetenschap).
 Het inzicht dat de aarde niet het centrum vormde van het heelal, wordt de copernicaanse
revolutie genoemd.

De evolutietheorie
Charles Darwin
Volgens deze theorie waren levende wezens het resultaat van een aanpassingsproces aan
veranderende omstandigheden.
 Binnen elk soort bestaan aangeboren individuele verschillen, waardoor niet elke eigenschap
in even grote mate aanwezig is bij elk lid van de soort  genetische variatie.
 Eigenschappen die goed aansluiten bij de omgeving zorgen ervoor dat het individu goed
gedijt en veel nakomelingen heeft. Eigenschappen die niet goed aansluiten bij de omgeving,
verminderen de overlevings- en voortplantingskansen van het individu  natuurlijke
selectie.
 Dieren en planten met slechte kenmerken zullen meer moeite krijgen om te overleven en zich
voor te planten in de veranderende omgeving. Daardoor zullen zij uitsterven  survival of
the fittest of struggle for life
De stap werd al snel gezet om te opperen dat de mens uit dieren geëvolueerd was. Dit betekende dat
menselijk gedrag op dezelfde manier bestudeerd kon worden als diergedrag en misschien, dat
mensen kenmerken geërfd hadden die ook bij dieren voorkwamen.

Darwin en de evolutietheorie (uit de les, in het kort)
 Darwin: “the origin of the species” (1859)
 De evolutieleer: alle huidige leven, inclusief dat van de mens is ontstaan vanuit vroegere
levensvormen
 Darwin documenteerde zorgvuldig het proces van natuurlijke selectie: “survival of the fittest”
Omdat mensen geëvolutioneerd waren uit dieren:
1. Kon hun gedrag bestudeerd worden, zoals men dierengedrag bestudeerde
2. Was het zinvol om de gelijkenissen en verschillen te onderzoeken tussen diergedrag en
mensgedrag

Descartes: dualisme, rationalisme, nativisme en een mechanische kijk op de wereld
Het ontstaan van de psychologie: ontwikkelingen binnen de filosofie
René Descartes (1596-1650) was een Franse filosoof en wiskundige, die zich in Nederland gevestigd
had. Hij was een van de eersten die het eigen, onafhankelijke denken van de Griekse filosofen
opnieuw op de voorgrond plaatste, hoewel zijn denken sterk beïnvloed bleef door de gangbare
opvattingen. Hij ging uit van 3 principes:
1. Dualisme  verwijst naar de overtuiging dat mensen uit twee onafhankelijke elementen
bestaan: lichaam en een geest. De geest heeft een vrije wil (is dus niet onderhevig aan de
natuurwetten) en vormt de kern van het menselijk denken. Het lichaam is niet meer dan een
omhulsul en heeft geen invloed op de geest. Sluit aan bij Plato en de katholieke Kerk.
2. Rationalisme  ware kennis is gebaseerd op de rede, die door het toepassen van logica
nieuwe informatie afleidt uit de bestaande.
3. Nativisme  verwijst naar de overtuiging dat mens aangeboren kennis heeft, die uit
uitgangspunt vormt van alle andere, afgeleide kennis. Ook de invloed van Plato, Aristoteles en
de katholieke Kerk komen hierin terug.
(4) de vierde, laatste overtuiging was nieuw en hield in dat het universum een machine is die
wiskundig beschreven kon worden. God had de machine gecreëerd en in werking gesteld. Het
menselijk lichaam was een onderdeel ervan en dus aan de natuurwetten onderworpen.

,Drie principes: rationalisme, nativisme en dualisme (uit de les, in het kort)
 Rationalisme: de waarheid kan achterhaald worden door gebruik te maken van de rede. Om
de mens te begrijpen moest men over hem nadenken.
 Nativisme: sommige kennis is aangeboren. Vanuit de aangeboren kennis kon de rede de
volledige waarheid afleiden
 Dualisme: de geest ‘zetel van bewustzijn en denken’, los van het lichaam met fysieke
processen

Het empirisme (17e)
Een beweging tegen het rationalisme/nativisme.
Empirisme in plaats van rationalisme
Opeens bleken de ideeën van Plato en Aristoteles over de ontwikkeling van ware kennis op basis van
demonstraties en logische afleiding niet waterdicht te zijn. Vooral in Engeland groeide de onvrede
met nativisme en rationalisme en kwam een tegenbeweging tot stand, die het empirisme genoemd
wordt. Volgens het empirisme wordt de inhoud van de geest niet gevormd door aangeboren ideeën
en afgeleide inzichten, maar via zintuigelijke ervaringen die met elkaar geassocieerd worden.
 John Locke (1632-1704)  Een belangrijke grondlegger. Volgens hem kwam menselijke
kennis voort uit gedragingen met externe, voelbare voorwerpen en niet vanuit aangeboren
ideeën. Hij lanceerde de term ‘associaties van ideeën’, waarmee hij bedoelde dat hogere-
ordekennis tot stand kwam door combinaties (associaties) van eenvoudigere ideeën.

Wundt en het eerste laboratorium voor psychologie
De wetenschappelijke psychologie werd geboren in 1879, toen Wilhelm Wundt het eerst
laboratorium voor psychologie oprichtte in de Duitse stad Leipzig.
 In 1864 publiceerde Wundt een boek dat voor het eerst de wetenschappelijke psychologie
beschreef: ‘Grundzüge der physiologischen Psychologie’. Hierin definieerde Wundt de
wetenschappelijke psychologie als een alliantie tussen enerzijds de fysiologie (informeert ons
over de levensfenomenen die met onze zintuigen kunnen waarnemen) en anderzijds de
psychologie (waarbij de persoon naar zichzelf kijkt van binnenuit).
 Dit kijken naar het eigen bewustzijn van binnenuit heet introspectie.

Introspectie
Wundt maakt een onderscheidt tussen:
1. Innere Wahrnehmung  verwees naar de introspectie van de filosofen, waarbij men vanuit
een fauteuil nadacht over het eigen psychische functioneren.
2. Experimentelle Selbstbeobachtung  verwees naar een proefopzet waarbij de proefpersoon
in een gestandaardiseerde situatie geplaatst werd, eenzelfde proef herhaaldelijk uitvoerde,
en diende te reageren met eenvoudige, kwantificeerbare antwoorden (enige toelaatbare
vorm van introspectie).

Structuralisme
Gedurende lange tijd werd Wundt in veel leidende (Amerikaanse) handboeken voorgesteld als
behorende tot het structuralisme  een stroming in de psychologie die op basis van introspectie de
structuur van het bewustzijn probeerde te ontdekken.
Titchener was de persoon die de naam structuralisme lanceerde en dit min of meer vereenzelvigde
met zijn eigen kijk erop: elk complex proces kon gereduceerd worden tot een combinatie van
elementaire componenten, die behoorden tot het gebied van de sensaties, de beelden of de
gevoelens.
 Sensaties  omvatten visuele ervaringen, geluiden, geuren, smaken en tastgevoelens.
 Beelden  waren ervaringen van voorwerpen die niet werkelijk aanwezig waren, zoals
herinneringen.
 Gevoelens  hadden te maken met emotionele reacties, zoals liefde, geluk en jaloersheid.

, Titchener veronderstelde dat deze elementen door een associatieproces gecombineerd wereld tot de
normale, bewuste ervaring.
 Wilhelm Wundt richtte als eerste een psychologisch laboratorium op (1879). hij probeerde op
basis van introspectie structuur van bewustzijn te ontdekken: structuralisme.
 Hij geloofde dat de geest kon worden opgesplitst in fundamentele eenheden van bewustzijn,
zoals sensaties, gedachten en gevoelens.


De vertaling naar de Amerikaanse context: functionalisme
De eerste belangrijke stroming binnen de Amerikaanse psychologie was het functionalisme 
interesseert zich vooral in het nut van het bewustzijn. Functionalisten hadden door de evolutieleer
grote belangstelling voor individuele verschillen tussen mensen (bijv. intelligentie) en ook voor de
verschillen (en overeenkomsten) tussen mensen en dieren.
 William James (1842-1910)  belangrijk figuur binnen de Amerikaanse psychologie. Vooral
bekend door zijn boek ‘The principles of Psychology’, dat een groot aantal psychologische
onderwerpen behandelde en nog steeds veelvuldig geciteerd wordt, onder andere vanwege
de kleurrijke metaforen die hij gebruikte. Zo beschreef hij de mentale processen als een
stream of consciousness  een voortdurend veranderende stroom van gedachten en
gevoelens.
 Het functionalisme – William James (1842-1910)  gericht op functionele praktische
oplossingen VS. Bijv. onderwijs optimaliseren
 James wilde menselijk lijden verminderen en wilde problemen oplossen
 Hij wilde begrijpen hoe mensen denken, voelen en handelen, en hoe dit van invloed is op
maatschappelijke kwesties.

Behaviorisme: hoe kunnen we de psychologie nog wetenschappelijk maken?
John Watson (1878-1958) schreef een pamflet met als titel: ‘Psychology as the behaviorist views it’,
waarin hij poneerde dat de psychologie nooit een echte wetenschap zou worden als zij zich niet met
het bewustzijn bleef bezighouden. Het pamflet wordt traditioneel beschouwd als het beginpunt van
het behaviorisme  een psychologische stroming waarin men het standpunt huldigt dat enkel
observeerbaar, meetbaar gedrag het onderwerp kan vormen van psychologisch onderzoek en
theorievorming.
 Hiermee radicaliseerde en vernauwde Watson in belangrijke mate het onderwerp van het
functionalisme  het behaviorisme zag weinig in de studie van de geest, de mentale
processen en de bewuste ervaring.
Hij verwierp ook de kern van het structuralisme  introspectie, bewustzijn en de structuur van de
mentale inhoud. Volgens Watson moest de psychologie de introspectieve methode verlaten, omdat
deze alleen maar subjectieve resultaten opleverde die niet door andere geverifieerd konden worden.
 Behaviorisme, grondlegger  John Watson
 Volgens behavioristen mag alleen observeerbaar, meetbaar gedrag onderwerp zijn van
onderzoek en theorievorming.
 Zij zagen dus weinig in het bestuderen van de geest via introspectie.
 Observatie van gedrag gaf namelijk objectieve resultaten.

Positivisme
Bij de uitbouw van het behaviorisme werd Watson in hoge mate geïnspireerd door het positivisme 
een beweging die beweerde dat de natuurwetenschappen de beste manier waren om de wereld te
begrijpen en kennis te genereren. De behavioristen namen 3 ideeën over van de positivisten:
1. Men moest theorieën baseren op directe observaties die door anderen herhaald kunnen
worden. Dit betekende dat men de concepten moest definiëren in termen van de gebruikte
meetprocessen (operationele definitie, verschillende interpretaties).

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maartjebleeker1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,96. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€4,96
  • (0)
  Ajouter