Samenvatting DEEL 2 Tom Goffin
Juridische, financiële en organisatorische aspecten van de gezondheidszorg
De 2 delen kunnen aangekocht worden in een voordeelbundel
Meer dan voldoende om te slagen!!!
JURIDISCHE, FINANCIËLE EN
ORGANISATORISCHE ASPECTEN VAN DE
GEZONDHEIDSZORG
,Les 5: 15/03/2023
Gezondheidsrecht
1 Organisatie en regulering van de
beroepsuitoefening in de gezondheidszorg
1.1 België
De Belgische complexiteit
België is een land met behoorlijke complexiteit (we zijn een complex
geheel)
Juristen zien België als een federale staat
We hebben een niveau van overheid die bevoegd is voor het hele
land
MAAR naast België als federale overheid hebben we ook
gemeenschappen en gewesten
3 Gemeenschappen
Nederlandstalige Gemeenschap
Franstalige Gemeenschap
Duitstalige Gemeenschap
= persoonsgebonden materies
Vlaams minister van onderwijs = Ben Weyts
Vlaams minister van Zorg & Welzijn = Hilde Crevits
Bv: cultuur
3 Gewesten
Vlaams Gewest
Waals Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
= gekoppeld aan de grond
Bv: gewestwegen, verkeer, milieu, landbouw
=> we hebben veel entiteiten voor een klein landje omdat we met
een complexe overheidsstructuur zitten waarin veel bevoegdheden
verdeeld zijn geraakt
Federaal
= alles dat niet toegewezen is aan de gemeenschappen of de
gewesten
=> we moeten gaan kijken wie er nu concreet bevoegd is voor wat?
Als we alle ministers bevoegd voor een aspect van gzz rond een tafel
plaatsen, hoeveel mensen zitten er dan rond de tafel? = 9
Bv: Covid => zat federaal (organisatie van gzz) EN
gemeenschapsbevoegdheid (WZC, organisatie van die vaccinatie)
Dit zorgt ervoor dat al die 9 ministers het altijd eens moeten zijn
over de organisatie voordat er iets in België kon gebeuren
Dit verklaart waarom het in ons land altijd zo lang duurt voordat
zaken doorgevoerd kunnen worden => er moet altijd een
compromis gezocht worden
Nederlandstalige gemeenschap en Vlaams Gewest zijn samengevoegd
=> hierdoor hebben we maar 1 Vlaams Parlement dat zowel de
gemeenschaps- als de gewest bevoegdheden covert Franstalige kant
heeft wel een Franstalige gemeenschap met een Franstalig parlement
en een Waals Gewest met een Waals parlement
Pagina 2 van 210
, Hiërarchie der normen
= Van hoe hogere rang een norm is, hoe belangrijker deze norm is
Als je in een regelgeving zit die van een lagere rang is, dan kan die
nooit afwijken van iets dat van hogere rang is
1. Wetgeving op supranationaal niveau
Verdragen, richtlijnen, verordeningen
Bv: verdragen (Raad van Europa)
Europees verdrag voor de rechten van de mens => alle
landen die er partij van zijn, moeten dit volgen
Bv: verordeningen (Europese Unie)
GDPR (General Data Protection Regulation) = algemene
verordening gegevensbescherming
= Regels zijn uniform en gelden in alle lidstaten van de
Europese unie (alle lidstaten moeten zich hier aan
houden)
Bv: Richtlijnen (Europese Unie)
Het is belangrijk dat we wetgeving gaan harmoniseren
binnen de Europese Unie (overal dezelfde wetgeving)
Richtlijnen zijn al opgesteld op Europees niveau maar ze
moeten nog omgezet worden in Belgisch recht voordat ze
kunnen gelden
Bv: terugbetaling bij ziekte-ongeval in het buitenland
De diploma’s van gzz zijn Euroconform => als je ze hier in
België behaalt, dan gelden ze overal in Europese Unie
(evenwaardig diploma)
o Dit komt omdat er een richtlijn gecreëerd is die de
minimale vereisten rond de beroepskwalificaties
heeft gedefinieerd en dit is dan in de wetgeving van
de verschillende lidstaten omgezet
Verschil tussen verordening en Richtlijn
Verordening is rechtstreeks van toepassing Richtlijn
wordt Europees bepaald maar kan dan omgezet worden in
Belgisch recht
Bv: Europa (Raad van Europa en de Europese Unie)
Pagina 3 van 210
, 2. Wetgeving op nationaal niveau
Wetten, decreten, ordonnanties
= Worden genomen door de Wetgevende macht
Wetten = regelgeving op Federaal niveau (Federaal
parlement keurt de wetten goed) => worden ondertekent
door de koning en zo is de wet gecreëerd
Bv: Wet betreffende de rechten van de patiënt
Bv: Wet inzake de kwaliteitsvolle praktijkvoering in de gzz
Decreten = regelgeving die wordt aangenomen op niveau van
de gemeenschappen en de gewesten => worden
goedgekeurd door het Vlaams parlement => moeten NIET
ondertekend worden door de koning
Bv: langs Vlaamse kant, het decreet inzake preventief
gezondheidszorgbeleid (heeft de regeling omtrent
quarantaine regels bepaald)
Bv: decreet omtrent integrale jeugdhulp
Ordonnanties = regelgeving op niveau van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest
Als een parlement in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
regelgeving aanneemt, dan noemt het een ordonnantie
Er is geen concrete reden voor
=> Tussen een wet en een decreet kan in principe geen
conflict zijn
Omdat federaal en gemeenschappen/gewesten elk hun
eigen bevoegdheden hebben (dus er kan geen conflict
zijn)
3. Uitvoeringsbesluiten
Koninklijke besluiten (KB), besluiten van gemeenschaps- of
gewestregeringen
= Worden genomen door de uitvoerende macht
In Wetten, decreten en ordonnanties kan niet alles geregeld
zijn (er worden de voornaamste kaders in opgenomen), om
meer de details te gaan regelen dat gebeurt in die
uitvoeringsbesluiten
Bv: binnen gzz is er binnen het wettelijk kader voorzien
dat er erkenningsvoorwaarden rond beroepstitels
opgenomen kunnen worden => in het wettelijk kader
zitten die erkenningsvoorwaarden zelf niet => dit wordt
vastgelegd in een Koninklijk Besluit door de bevoegd
minister van Volksgezondheid
Wat is het verschil tussen een KB en Besluit van
Gemeenschaps- of gewestregering?
KB = Details van de Federale Wetten
o Het noemt een koninklijk besluit omdat de koning
hierbij aan de pas komt als deel van de uitvoerende
macht
Besluit van G of G = Details van de decreten
4. Deontologische codes
Orde der Artsen maken Deontologie (Deontologische codes) => die
moeten door de artsen gevolgd worden
Zelfde voor orde der Apothekers
Codes zijn opgesteld door de beroepsverenigingen en ze
hebben dus totaal GEEN juridische waarden
Uitzondering: codes van artsen en apothekers hebben een
Pagina 4 van 210
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur studX. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €25,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.