De beste ontwikkelingspsychopathologie samenvatting!! (OPP)
12 vues 0 fois vendu
Cours
Ontwikkelingspsychopathologie
Établissement
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jeugdigen
In deze samenvatting worden de hoofdstukken van het boek 'Ontwikkelingspsychopathologie bij kinderen en jongeren' samengevat die je nodig hebt voor je tentamen! Hoofdstuk 1t/m3, hoofdstuk 7 en 8, hoofdstuk 11 t/m 14 en hoofdstuk 16. Mijn behaalde resultaat op de toets: 8,8!!
Samenvatting ontwikkelingspsychopathologie
Hoofdstuk 1
Psychische stoornis
- Psychische problemen kunnen stoornissen worden als de klachten toenemen in ernst en lang
blijven voortduren.
- Kenmerken: persoonlijk lijden, disfunctionaliteit van gedrag, irrationeel/onbegrijpelijk,
onvoorspelbaarheid, opvallend/onconventioneel.
- Kinderen met psychische aandoeningen hebben op een aantal vlakken moeite om zich
‘normaal’ te gedragen, maar de meeste hoeven niet naar een kliniek of pillen te slikken.
o Normaal: gedrag dat volgens de heersende maatschappelijke normen, waarden en
verwachtingen niet te veel afwijkt van het gemiddelde.
Ontwikkelingspsychopathologie: de wetenschappelijke discipline die onderzoekt hoe psychische
stoornissen ontstaan en zich ontwikkelen.
Psychiatrie: een medische discipline die zich bezighoudt met onderzoek, diagnose en behandeling van
psychische stoornissen.
Verschillende disciplines waarvan OPP inzichten gebruikt
- De ontwikkelingspsychologie (de normale ontwikkeling)
- De klinische psychologie (de afwijkende ontwikkeling)
- De pedagogie (de opvoeding)
- De kinderpsychiatrie (psychiatrische ziekten)
- De biologie (erfelijkheid en lichamelijke rijping)
- De sociologie (maatschappelijke processen)
- De antropologie (culturele normen en waarden)
- De epidemiologie (het voorkomen van ziekten en stoornissen onder de bevolking)
Thema’s uit de ontwikkelingspsychopathologie
- Vroeger en nu
o Iemands gedragsmogelijkheden worden in de loop van zijn leven complexer. Hoe
ouder hoe meer vaardigeden.
o Hierbij spelen niet alleen de actuele verwachtingen en eisen een rol, maar ook
vroegere ervaringen.
o Herinneringen beïnvloeden de waardering van bepaalde ervaringen, maar andersom
beïnvloeden ervaringen ook weer herinneringen.
- Een dynamisch gezichtspunt
o In wisselende mate en onder verschillende omstandigheden kun je meer of minder
last hebben van een psychische stoornis en deze stoornis wel of niet hebben.
o Gedrag dat in bepaalde leeftijdsfase normaal is, is op latere leeftijd abnormaal.
o Of gedrag normaal of wenselijk is, hangt samen met de ontwikkelingsopgaven die
een kind op een bepaalde leeftijd heeft.
- Een uniek individu met unieke ervaringen
o Verschillende factoren beïnvloeden op verschillende momenten zowel het ontstaan
als het beloop van gedrag:
Kindgebonden factoren: genetische aanleg, sekse, leeftijd, intelligentie en
impulsbeheersing
Ouder- en gezinsgebonden factoren: opleiding, inkomen,
opvoedingsvaardigheden en gezondheid.
Hoe erg een stoornis wordt en hoeveel zijn omgeving en het kind eronder lijdt, is afhankelijk van
verschillende factoren.
- Het gaat om de omgang van de genetische invloed,
- De levensfase waarin kinderen iets negatiefs meemaken,
- De intensiteit van die ervaring,
- De mate waarin er mensen waren om hen te steunen of juist niet
- En de vaardigheden die ze zelf hebben kunnen ontwikkelen om met hun stoornis om te gaan.
Begrippen:
- Differentiaaldiagnose: op welke stoornissen lijkt de besproken stoornis?
- Comorbiditeit: met welke andere psychische en lichamelijke stoornissen of problemen gaat
de betreffende stoornis samen?
- Prevalentie: hoe vaak komt ze voor?
,Hoofdstuk 2 – Classificatie, diagnostiek en epidemiologie
Classificatie: waarnemen en indelen in bekende categorieën
- Classificatiesystemen worden gebruikt om gedragingen van kinderen te beschrijven, te
onderscheiden van elkaar en in te delen in verschillende categorieën.
Epidemiologie: hoeveel kinderen hebben deze problemen?
- Epidemiologisch onderzoek geeft antwoord op de vraag hoeveel kinderen een stoornis
hebben. Het is onderzoek naar het voorkomen, de verspreiding van en de samenhang tussen
psychische en lichamelijke ziekten onder de bevolking.
Diagnostiek: hoe is een stoornis ontstaan?
- Het verklaren van een stoornis is nodig om een diagnose te stellen.
Classificatie: een persoon herkennen, er een naam aan geven en indelen in een categorie
- Handig en nodig om de wereld overzichtelijk te houden en er daardoor grip op te krijgen.
- Hangt af van de wetenschappelijke, culturele en religieuze normen en persoonlijke
opvattingen van een cultuur.
- Een classificatiesysteem helpt niet alleen om onderscheid te maken tussen symptomen, maar
ook verschillen en overeenkomsten te signaleren tussen kinderen met problemen.
Het nadeel van categorisatie
- We kunnen mensen op allerlei manieren indelen en doen dit vaak in een aantal categorieën,
maar er is bijna altijd sprake van graduele verschillen tussen mensen, zo ook bij psychische
problemen: ze zijn er in allerlei soorten, en de mate van ernst kan binnen één soort zeer
verschillen.
- Toch zijn veel mensen blij met een psychisch ‘label’, omdat ze daarmee begrip en erkenning
vinden voor hun problemen of die van hun kinderen.
- Maar zo’n label kan ook stigmatiseren:
o Kinderen en volwassenen worden nagewezen omdat zij een stoornis hebben.
o Het kan er ook toe leiden dat iemand zich er ten onrechte naar gaat gedragen. ‘dat
kan ik niet, want ik heb ADHD’.
o Ook kunnen mensen met een label gegeneraliseerd worden. De individuele
verschillen van de mensen met het label worden dan niet meer gezien.
- Er is een toename van het aantal mensen met een diagnose, zoals ADHD of ASS. Dit kan
gedeeltelijk komen door de eis van zorgverzekeraars dat de behandeling van een kind met
psychische problemen alleen wordt vergoed als het een officiële classificatie conform de
DSM-5 is.
De DSM-5: een classificatiesysteem, geen diagnostisch handboek
- DSM: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders.
- Een handboek te beschouwen als een omvangrijk classificatiesysteem voor psychische
stoornissen waarmee je geen diagnose kunt stellen, maar dat daarbij wel kan helpen.
- In 1980 met de DSM-II, werden waarneembare kenmerken van gedrag toegevoegd. Vanaf dat
moment gingen hulpverleners wereldwijd dezelfde criteria gebruiken om stoornissen te
categoriseren.
- Uitgangspunten van de DSM
o Symptomen beschrijven de stoornis: ze verklaren niet de oorzaken van de stoornis
o Hoe meer symptomen iemand heeft, hoe ernstiger hij eraan toe is.
o Symptomen moeten al een bepaalde tijd of vanaf een bepaald moment aanwezig zijn
, o Het is erg belangrijk in welke mate de stoornis iemands functioneren negatief
beïnvloedt en een last voor hemzelf en/of zijn omgeving is.
o Allerlei stoornissen delen symptomen met elkaar, het is dan ook niet toevallig dat
angst en depressie vaak samen voorkomen.
o Het hebben van een classificatie betekent niet dat een kind een behandeling nodig
heeft
Een kind die lijdt onder angstproblemen, maar niet voldoet aan de criteria
voor een angststoornis.
Een kind die wel aan de criteria voor een angststoornis voldoet, maar er niet
onder lijdt.
- Comorbiditeit: meer stoornissen tegelijkertijd
o De klachten en problemen houden zich niet vaak aan de indeling die in de DSM is
bedacht >> vaak hebben mensen meer dan 1 stoornis tegelijk.
o Dit kan doordat kinderen nog in ontwikkeling zijn en dus gelijktijdig verschillende
kenmerken van stoornissen hebben
o Of omdat wetenschappers steeds verfijndere classificatiesystemen maken: ze delen
gedrag steeds verder op in specifieke onderdelen waaraan ze een begrip koppelen.
- Kanttekeningen bij de opzet van het DSM-systeem
o Er wordt onvoldoende rekening gehouden met de ontwikkelingscontext waarin een
stoornis is ontstaan.
De kenmerken van een psychische stoornis kunnen veranderen als een kind
ouder wordt, en ze kunnen ook anders zijn voor jongens en meisjes.
o Er wordt te weinig rekening met de culturele context gehouden.
Culturele normen en opvattingen hebben invloed op de definitie en het
voorkomen van psychische stoornissen.
Zo is homoseksualiteit pas sinds 1973 uit de DSM gehaald.
Indelingen bij classificatie
- Categoriale indeling: symptomen zijn er wel of niet voldoende aanwezig (DSM)
- Dimensionale indeling: de mate van ernst. De ernst van de symptomen en de hoeveelheid
symptomen. (CBCL > Child Behavior Check List)
- Verschil: De DSM wordt meer gebruikt in de wetenschappelijke literatuur, in de hulpverlening
en in de populaire pers.
- Voordelen van de CBCL
o Het sluit beter aan bij ontwikkeling psychopathologische ideeën, omdat de
dimensionale aanpak door de tijd veranderende psychische problematiek van
kinderen beter in kaart kan brengen.
o Het gaat uit van dat er geen harde criteria bestaan voor psychische stoornissen, dit
voorkomt automatische diagnoses.
o Niet alleen de hulpverlener, maar ook het kind, de ouders en eventuele andere
betrokkenen geven hun ervaring. Er worden meerdere bronnen gebruikt.
- Nadelen van de CBCL
o De mondiale verspreiding van de vragenlijst is veel lager. Voor wetenschappers wordt
het dan moeilijk om vergelijkingen tussen landen te maken en daaruit conclusies te
trekken over mogelijke risicofactoren van een stoornis.
o Er kunnen met behulp van de vragenlijst vooral psychische problemen die veel
voorkomen en veel symptomen hebben goed worden opgespoord.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hannafesten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,06. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.