Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Uitgebreide collegeaantekeningen Personenschade: Theorie & Praktijk (LETTERLIJK UITGETYPT) - 2023/2024 €7,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Uitgebreide collegeaantekeningen Personenschade: Theorie & Praktijk (LETTERLIJK UITGETYPT) - 2023/2024

1 vérifier
 76 vues  6 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Erg uitgebreide en overzichtelijke collegeaantekeningen van het mastervak Personenschade: Theorie & Praktijk (inclusies gastcolleges). Ik heb met behulp van de opnames letterlijk uitgetypt wat de docent zei, ook de besprokene casussen en jurisprudentie! Verder heb ik de relevante afbeeldingen ook i...

[Montrer plus]
Dernier document publié: 7 mois de cela

Aperçu 8 sur 131  pages

  • 26 mars 2024
  • 27 mars 2024
  • 131
  • 2023/2024
  • Notes de cours
  • Prof mr dr a. kolder
  • Toutes les classes

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: 121391 • 7 mois de cela

avatar-seller
Introductievideo op Brightspace
Dit filmpje is bedoeld om jullie alvast wat gevoel te geven bij wat er zoal komt kijken bij het
personenschade-recht, zowel in de theorie als in de praktijk.

Wat is personenschade?
Personenschade is de overkoepelende term voor letsel- of overlijdensschade door toedoen van
een ander. Je raakt gewond vanwege een ongeluk of iemand komt daarbij zelfs te overlijden.

Waar kunnen die gevallen van personenschade zich voordoen?
Eigenlijk in ieder aspect van je leven. Denk aan de niet oplettende automobilist die een
voetganger aanrijdt op het zebrapad en de voetganger raakt ernstig gewond
(verkeersongevallen). Of aan de schilder of glazenwasser die van een ladder of een steiger valt
en daarbij een arm of been breekt (arbeidsongevallen). Of aan medische missers, denk aan
behandelingen in het ziekenhuis waar iets fout gaat. Er wordt een verkeerde diagnose gesteld
of verkeerde medicijnen voorgeschreven of misschien zelfs een verkeerd been afgezet. Denk
ook aan ongevallen met dieren, je wordt gebeten door een hond of tijdens een paardrijles val je
van het paard en loop je letsel op. Denk ook aan gebrekkige producten en zaken, bijvoorbeeld
je koopt een colaflesje en de hals breekt af bij het openen ervan en je loopt een slagaderlijke
bloeding op vanwege snijwonden. Dit is allemaal al gebeurd en daarover is ook rechtspraak
verschenen. Of denk aan de fiets of auto die je leent van iemand en ineens blijken de remmen
niet te werken en daardoor knal je tegen een boom met een ongeluk ten gevolg. Of denk aan
ongelukken in de huis- tuin- en keukensfeer. Je struikelt over een drempel of afstapje of je valt
van een ladder terwijl je de ramen aan het zemen bent. Veel ongelukken vandaag de dag vinden
plaats in de huis- tuin- en keukensfeer. Denk alleen al aan ongelukken tijdens het klussen
bijvoorbeeld. Een belangrijke categorie zijn ook de geweldsdelicten. Je gaat op stap en je wordt
mishandeld, je loopt klappen op en houdt daar hersenletsel aan over waardoor je bijvoorbeeld
je studie niet kunt afmaken. Dat is ook een geval van letselschade. Denk ook aan de
sportongevallen, op het voetbalveld de tackel die net wat te laat wordt ingezet en je breekt een
been. Of je slaat tijdens het tennissen een bal ongelukkig weg en de tegenspeler krijgt een bal
in zijn oog en loopt oogletsel op. Ook daar zijn uitspraken van, zelfs van de Hoge Raad.

De situatie in Nederland
Komt dat vaak voor die letsel- en overlijdensschade? Als we de cijfers bekijken dan gaat het
nogal eens mis. 8,51 miljoen gevallen van letsel in de privésfeer, dus thuis, maar ook tijdens
sportbeoefening, in het verkeer en in verband met het werk. Waarvan 3,92 miljoen zodanig
ernstig is dat medische handeling noodzakelijk is. Daar komen dan nog bij de medische
incidenten, een behandeling in het ziekenhuis bijvoorbeeld waar iets misgaat: jaarlijks 40.000
gevallen (inclusief overlijdens). En ook de geweldsdelicten, een mishandeling in de kroeg of
op straat bijvoorbeeld: jaarlijks 940 tot 1.200 gevallen (inclusief overlijdens).

Het ‘personenschaderecht’
Als we dan wat dieper inzoomen op dat personenschaderecht. Stel er gebeurt een ongeluk, de
automobilist let niet op en rijdt iemand aan op het zebrapad. Waar heb je dan mee te maken in
dat personenschaderecht? Personenschaderecht bestaat eigenlijk uit drie pijlers:
- Het aansprakelijkheidsrecht (Is er een aansprakelijke partij?): aan de hand van het
aansprakelijkheidsrecht moet de vraag beantwoord worden of er iemand is die je kunt
aanspreken voor hetgeen jou is overkomen. Heeft iemand een fout gemaakt
(onrechtmatige daad gepleegd), waardoor het letsel of het overlijden is ontstaan?
- Schadevergoedingsrecht (Waarop kun je aanspraak maken?): er is een aansprakelijke
partij, er is bijvoorbeeld een onrechtmatige daad gepleegd, er is niet goed opgelet met

, een ongeluk tot gevolg. Dan de vraag: wat moet die aansprakelijke partij dan doen?
Moet hij een schadevergoeding betalen? Zo ja, hoeveel dan precies? Uit welke
schadeposten bestaat zo’n schadevergoeding?
- Verzekeringsrecht (Is er dekking onder een verzekering?): Ook een belangrijk onderdeel
van het personenschaderecht is de derde pijler. Onderschat deze pijler niet!
Stel je wordt aangereden door iemand in het verkeer, bijvoorbeeld een fietser rijdt jou als
voetganger aan. Je komt lelijk ten val en je loopt hersenletsel op en de studie lukt niet meer.
Dan kan er een aansprakelijke partij zijn (de fietser), die moet jou dan ook een schade betalen
(bijvoorbeeld smartengeld of studievertraging). Echter, als het om heel veel geldt gaat dan kan
het best zo zijn dat de aansprakelijke partij de middelen niet heeft om jouw schade te vergoeden.
Daarom is het voor het slachtoffer van belang dat de aansprakelijke partij verzekerd is. Zo’n
verzekering beschermd dus niet alleen de dader, de aangesproken partij, want hij hoeft de
schadevergoeding niet uit eigen zak te betalen maar dat doet de verzekeringsmaatschappij voor
hem als hij keurig zijn premie betaald heeft. Er is ook een stukje bescherming voor het
slachtoffer, want als er een verzekeraar is dan treft het slachtoffer wel iemand die ook over de
financiële middelen beschikt om de schade te vergoeden. Een verzekering is dus heel erg
belangrijk als het aankomt op: kun je ook je schade daadwerkelijk verhalen? Krijg je ook
daadwerkelijk dat geldbedrag overgemaakt?

Casus glazenwasser
Laten we eens een alledaagse casus erbij pakken. Daardoor kenmerkt zich dat
personenschaderecht zich wel: het gaat bijna altijd om gevallen die uit het leven gegrepen zijn.
Het kan iedereen overkomen. Dat laat ook deze casus zien: de glazenwasser valt van de ladder
en hij breekt zijn beide benen. Dan zit je opeens thuis en kan je niet meer werken. Op den duur
houdt het ook op qua inkomen, soms heb je nog recht op een loondoorbetaling van de
werkgever, soms kan je nog aanspraak maken op een uitkering van het UWV, maar dat is niet
het niveau dat je gewend was. Misschien heb je ook wel hulp in de huishouding nodig, je maakt
allerlei medische kosten, je maakt allerlei reiskosten naar een arts toe. Dan is het wel belangrijk
om te weten of jouw werkgever misschien verantwoordelijk is voor dit ongeluk. Dan heb je
soms direct al een discussie te pakken, want enerzijds geldt dat de werkgever moet zorgen voor
een veilige werkplek, hij moet de werknemer instructies geven en zorgen dat de werknemer kan
werken met deugdelijk materiaal. Aan de andere kant is het ook van algemene bekendheid dat
aan het werken op hoogte valgevaar is verbonden en dat je voorzichtig moet zijn op een ladder.
Waar begint de eigen verantwoordelijkheid van de werknemer en waar houdt de zorgplicht voor
de werkgever voor de veiligheid op? Dat is een spanningsveld dat je in veel van dit soort zaken
terugziet.

Stel dat de werkgever aansprakelijk is voor het ongeluk, hoe dan? Dan moet je kijken waar je
als werknemer recht op hebt. Stel dat de werknemer (de glazenwasser) nooit meer kan werken,
hij is volledig arbeidsongeschikt geworden voor zijn eigen werk vanwege het beenletsel. Dan
is de vraag hoe je de inkomensschade dan gaat bepalen. Stel de glazenwasser zegt: ik was op
het moment van het ongeval weliswaar in loondienst, maar ik had plannen om een eigen
glazenwassersbedrijf te beginnen. Ik zou 5 mensen hebben aangenomen en ik zou drie keer
zoveel hebben verdiend dan ik deed in loondienst. Door dit ongeluk, waarvoor de werkgever
verantwoordelijk is, kan ik die plannen niet waarmaken, dus ik wil daar een vergoeding voor.
Of de glazenwasser zegt: ik was in loondienst, maar in kluste in het weekend ook zwart bij. Ik
maakte de ramen schoon bij familie en vrienden en daar kreeg ik ook geld voor. Dat is zwart
werk, dat gaf je niet aan bij de Belastingdienst. De vraag is dan: kan je aanspraak maken op
vergoeding van de inkomsten uit zwart werk? Dat is verboden, is het dan wel gepast om daar
een vergoeding voor te krijgen? Dat is ook een discussiepunt in de praktijk, hoe om te gaan met

,zwarte inkomsten en dus ook hoe om te gaan met standpunten van het slachtoffer over een
prachtige carrière als het ongeluk niet was gebeurd.

Een andere moeilijkheid zou kunnen zijn dat je iemand treft die een pre-existentie had. Pre-
existentie ziet op zwakheden en gebreken die zijn te herleiden tot iemand zijn eigen gestel. In
dit geval bijvoorbeeld de glazenwasser die al versleten knieën had, dan valt hij van de ladder,
breekt beide benen en kan hij nooit meer werken. Dan zegt de werkgever: je bent weliswaar
arbeidsongeschikt geraakt door die valpartij, maar als jij nog even had doorgewerkt dan hadden
jouw versleten knieën jouw parten gespeeld en dan had je daardoor ook arbeidsongeschikt
geraakt. Hoe om te gaan met zo’n causaal verband verweer? Kan je zo’n werknemer
voorhouden dat hij zelf al bepaalde gebreken en zwakheden had of zeg je juist dat het als
aansprakelijke partij ongepast is om met zo’n verweer te komen?

Een ander punt is smartengeld. Heel belangrijk voor slachtoffers, ook om erkenning en
genoegdoening te krijgen van hetgeen ze is overkomen. Als je lichamelijk letsel oploopt,
bijvoorbeeld je breekt je beide benen en daar is iemand aansprakelijk voor, in dit geval de
werkgever, dan hebt je recht op smartengeld. Dit is een immateriële schadevergoeding. Hoe
hoog is dat bedrag dan? Deze glazenwasser kan nooit meer werken, heeft zijn beide benen
gebroken, heeft hij dan recht op 100 euro, 10.000 euro of misschien wel een miljoen? Hoe gaan
rechters in Nederland om met smartengeld? Zijn wij heel royaal in Nederland of lopen we
misschien wel achter op de landen om ons heen? Ook dat zijn belangrijke vragen.

Denk ook aan de situatie dat de glazenwasser een partner heeft. Hij breekt zijn beide benen en
is niet mobiel en de partner moet thuis voor hem zorgen. Die partner heeft ook een baan, maar
die denkt haar baan op te moeten zeggen om haar partner te verzorgen. Heeft dan die partner
ook recht op een schadevergoeding? Bijvoorbeeld het gemiste loon van de partner om het
slachtoffer te kunnen verzorgen. Hoe ga je daarmee om? Een derde kan dus ook schade lijden
als iemand anders een ongeluk krijgt. Een belangrijke vorm van derdenschade is ook
affectieschade. Affectieschade is een vergoeding voor het verdriet wat je hebt om het ernstig
gewond raken of het overlijden van een naaste. Stel je partner komt door toedoen van een ander
te overlijden of loopt zeer ernstig letsel op, dan heeft dat slachtoffer zelf recht op smartengeld,
maar onder omstandigheden heeft de partner, de naaste, ook recht op smartengeld. Ook het
leven van de naaste staat op z’n kop door het ongeluk. Ook daar heb je allerlei lastige vragen:
wie hebben allemaal recht op affectieschade en wanneer dan?

Ook de vraag naar een aansprakelijkheidsverzekering is van belang. Stel de werkgever is in dit
geval aansprakelijk, maar staat op het punt om failliet te gaan. De zaken gaan slecht, dus er is
eigenlijk geen geld om de schadevergoeding uit te keren aan de werknemer. Dan is die
werknemer maar wat blij als er een aansprakelijkheidsverzekering is. Dan kan je aankloppen
bij die verzekeringsmaatschappij en die voldoet dan de schadevergoeding en dan heb je geen
problemen met het feit dat de werkgever zelf onvoldoende saldo op de bank heeft staan.

Stel dat de werkgever zegt: ik ben niet aansprakelijk, ik betwist dat ik aansprakelijk ben. Of dat
de verzekeraar zegt: wij hoeven geen dekking te verlenen in dit geval. Je wordt het niet eens
over bepaalde vragen. Dan moet je naar de rechter stappen, zeggen dat je vindt dat je toch gelijk
hebt en dat je vindt dat er aansprakelijkheid moet zijn. Welke mogelijkheden heb je dan in
Nederland? Er zijn verschillende mogelijkheden nodig van het voeren van een proces. Ook
belangrijk zijn de kosten, wie gaat het allemaal betalen? Als werknemer kan je wel zeggen dat
je wilt procederen tegen je werkgever, maar een advocaat kost geld. Het kost ook geld om te
procederen, je loopt het risico als je bijvoorbeeld verliest dat je de proceskosten van de

,tegenpartij moet betalen. Er hangt dus wel een financieel plaatje aan procederen in
letselschadezaken. Dus ook daar zitten discussiepunten: wie moet nu wanneer wat betalen en
wat is de omvang van de kosten?

Dan nog een variant op de casus. Stel het knieletsel, de beide benen gebroken, niet vanwege het
arbeidsongeluk, maar vanwege een mishandeling. Je wordt mishandeld terwijl je buiten op
straat loopt. Dan is er in Nederland ook een mogelijkheid als de dader gepakt wordt en die
wordt voor de strafrechter gebracht, dan kan je als benadeelde partij je voegen in het strafproces.
Dan kan je in het strafproces een schadevergoeding vragen van de dader. Dat is voor slachtoffers
een hele aantrekkelijke optie, want dan hoeven ze niet een civiele procedure te starten, maar
dan kunnen ze meeliften als het ware in het strafproces. Daar zijn ook bepaalde voorwaarden
aan verboden. Heel erg interessant en belangrijk in de praktijk, zeker omdat als het gaat om
geweldsdelicten, mishandelingen, moord en doodslag, dan zul je zien dat de dader vaak niet
verzekerd is (dat soort situaties zijn namelijk uitgesloten van dekking) en de dader zelf heeft
het geld ook vaak niet om een flinke schadevergoeding uit te keren. Als je dan meelift in het
strafproces, dan kan het soms zo zijn dat de overheid de schadevergoeding voorschiet aan het
slachtoffer. Ook dat is dus een aantrekkelijke route als het gaat om de verhaalbaarheid voor
slachtoffer. Daar gelden allemaal specifieke voorwaarden voor.

Om welke schadeposten gaat het?
Welke schadeposten kun je aantreffen als het gaat om personenschade?
- Allereerst materiële kosten. Denk aan het ongeval op het zebrapad. Iemand raakt ernstig
gewond, ziekenhuiskosten, andere kosten in verband met het bezoek van een arts,
medische kosten, je eigen risico van de zorgverzekering, aanschaf van medicijnen,
hulpmiddelen en dergelijke. Eigenlijk alle kosten die het ongeluk weggedacht niet had
gemaakt. Die kosten zijn toe te rekenen aan het ongeluk en komen dan voor vergoeding
in aanmerking als er een aansprakelijke partij is.
- Huishoudelijke hulp en tuinhulp is in de praktijk ook een belangrijke schadepost. Stel
je woont heel groot, met een grote tuin en je deed het onderhoud altijd zelf. Door een
ongeluk beland je in een rolstoel en kan je je tuin niet meer doen. Het uitgangspunt van
ons aansprakelijkheidsrecht is dat je als slachtoffer zoveel mogelijk moet worden
teruggebracht in de situatie het ongeluk weggedacht. Je moet zoveel mogelijk in staat
gesteld worden om je oude leven te kunnen leiden. Dan kan je dus op kosten van de
aansprakelijke partij een huishoudelijke hulp inschakelen en dat gaat heel praktisch. Er
wordt gekeken hoe groot de tuin is, hoeveel uur er in de week nodig is en wat dit per
uur kost. Dan kan je de rekensom maken en kan je dus op kosten van de aansprakelijke
partij de tuin laten doen.
- Verlies zelfwerkzaamheid zit ook in die categorie. Normaal schilderde je de dakgoten
wel eens, je verfde wel eens wat thuis. Als dat niet meer kan omdat je in een rolstoel zit
kan je op kosten van de wederpartij iemand inschakelen die dit voor jou doet. Je moet
zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij hoe het ging voor het ongeluk en het ongeluk
weggedacht.
- Studievertraging is ook interessant. Denk aan de mishandeling, je krijgt klappen,
hersenletsel en je ligt er een jaar uit. Dan heb je een jaar studievertraging en ook dat is
op geld waardeerbaar, want studievertraging houdt in dat je later dan gepland de
arbeidsmarkt op kunt en dus later dan gepland inkomen hebt. Dat is dus ook een
schadepost.
- Gemist inkomen, je raakt arbeidsongeschikt en kan je werk niet meer doen. De
glazenwasser kan nooit meer op de ladder staan en heeft dan recht op vergoeding van
zijn inkomensschade. De gemiste inkomsten vanwege het ongeval.

, - Smartengeld: is er sprake van lichamelijk of geestelijk letsel door toedoen van een
ander, dan heb je recht op een bedrag. Immateriële schadevergoeding wordt dit ook wel
genoemd.
- Kosten van verzorging en begeleiding: belangrijk ook in de sfeer van derdenschade,
iemand beland in een rolstoel en is ineens afhankelijk van de zorg en de hulp van derden.
Die derden kosten ook geld, de inschakeling van zorg kost geld, daar moet dan een
vergoeding voor komen. Ook degene die de hulp verleend, bijvoorbeeld de partner zegt
zijn baan op om jou te verzorgen, dan kan ook die partner onder omstandigheden ook
recht hebben op een bepaalde schadevergoeding.

Hoorcollege 1 (9 februari 2024): werkgeversaansprakelijkheid
Personenschade is schade aan de persoon, letsel of overlijden, door toedoen van een ander. Je
wordt bijvoorbeeld op een zebrapad aangereden door een automobilist en beland in een rolstoel,
dat is letselschade. Wat ook kan is dat iemand op een zebrapad wordt aangereden en komt te
overlijden bij het ongeluk. Stel je voor dat dat een meneer of mevrouw is die de kostwinner in
het gezin was. Dan valt met die persoon ook een stukje inkomen weg. Diegene bracht plat
gezegd elke maand wel inkomen in het laadje en dat valt ineens weg en dan blijft het gezin
achter zonder inkomstenbron. Dus ook overlijdensschade kan zich voordoen en dat houdt in dat
de aansprakelijke partij, de automobilist die het ongeluk veroorzaakte, die is verzekerd dus de
verzekeringsmaatschappij van de veroorzaker van het ongeluk zal dan dat gat moeten opvullen
dat er elke maand ontstaat. Dan proef je misschien wel dat het om best forse bedragen kan gaan
als het gaat om personenschade. Je hebt bijvoorbeeld een gezin waarvan de vrouw de
kostwinner was, de vrouw komt bij een ongeluk om het leven en die was nog maar dertig jaar
oud. Zij had dus nog 37 jaar elke maand 2500 euro in het laadje gebracht. Dat valt weg en moet
dus gecompenseerd worden en dan praat je over tonnen. Je hebt natuurlijk ook dat iemand
uitglijdt over een glad wegdek waar de wegbeheerder niet heeft gestrooid en dan breek je je
elleboog. Dan moet je geopereerd worden, zit je in het gips en na een half jaar ben je herstelt.
Dan gaat het wel om hele andere bedragen.

Stel een jongen van 19 gaat met vrienden naar een recreatieplas en die duikt in ondiep water,
breekt zijn nek en beland in een rolstoel en raakt verlamd. Wat kan je als smartengeld claimen
als je dan door toedoen van een ander in een rolstoel beland? Smartengeld is de immateriële
schadevergoeding vanwege het verdriet en de ellende en dat je je leven niet meer kunt leiden
zoals je gewend was. Het hoogste bedrag in Nederland tot nu toe toegekend is 350.000 euro en
dan praat je over moord en doodslag, dus iemand die zwaar mishandeld wordt en die dan als
een kasplantje erbij ligt voor de rest van zijn leven. Dat is dan strafrecht, omdat er ook een
kwade intentie bij zit en dan moet je meer betalen. Als het gaat om verkeersongelukken en
dergelijke, de ongelukjes waarbij het toch flink fout gaat, je wordt bijvoorbeeld verblind door
de zon, je komt op een verkeerde weghelft terecht en je rijdt iemand in de kreukels dan zie je
dat rechters 225.000-250.000 euro ongeveer toekennen als het gaat om het smartengeld.
Daarnaast kan je dan nog andere posten claimen, zoals het verlies aan inkomen.

Het personenschaderecht heeft allemaal deelterreinen. Bijvoorbeeld verkeersongelukken, maar
we hebben ook het deelterrein waar we het vandaag over gaan hebben:
werkgeversaansprakelijkheid. Je krijgt een arbeidsongeluk tijdens je werk, hoe is dat geregeld?
Smartengeld is een af te bakenen deelterrein en we gaan het ook hebben over proces- en
bewijsrecht. Er komt ook een deurwaarder en dan gaan we horen hoe het gaat als iemand
aansprakelijk is, die moet 2,5 ton betalen en het geld is er niet. Dan kan je als slachtoffer een
deurwaarder achter de dader aansturen en die kan dan beslag leggen op dingen (huis, auto,
inkomen, etc.).

,Dit college gaat over werkgeversaansprakelijkheid, dus letselschade of overlijden in verband
met het werk. Dus arbeidsongevallen: de val van een ladder, je hand in een machine krijgen,
iemand in de bediening die struikelt over een drempel en lelijk letsel oploopt, de
maaltijdbezorger op de elektrische fiets die een ongeluk krijgt tijdens het bezorgen, etc. Ook
beroepsziekten vallen hieronder, bijvoorbeeld de docent die met een burn-out thuis komt te
zitten, is dan de belasting op het werk te groot geweest? Dat is dan de vraag. Wat je bij de
beroepsziekten vaak ziet, denk ook aan RSI dat je bijvoorbeeld overbelasting in de elleboog of
schouder hebt en zegt dat dit komt omdat je zoveel achter de computer moet zitten. Dan zegt
de werkgever dat het door het tennissen komt. Zo kan de werkgever bij de burn-out ook zeggen
dat je in een vechtscheiding thuis bent verwikkeld en je kat is overleden, dus dat het misschien
wel daaraan ligt en niet aan iets wat met het werk te maken heeft. Die beroepsziekten zijn dus
wat lastiger voor de werknemer om het verband met het werk aan te tonen. Als je als
glazenwasser van de ladder valt en je breekt je been, dan is het evident dat dit in het kader van
je werk is gebeurd. Echter, als je overspannen thuis komt te zitten en je hebt een hele moeilijke
thuissituatie, toon dan maar eens aan dat het door het werk komt dat je bent uitgevallen. Dat is
al een verschil tussen een arbeidsongeval en een beroepsziekte: komt het nou wel door het werk
of niet?

Dit is niet een onderwerp dat alleen voor zolderkamer juristen interessant is. Jaarlijks vinden
meer dan 200.000 serieuze arbeidsongelukken plaats, waarbij mensen dus 3 of 4 dagen of langer
uit de roulatie zijn en ook behandeling moeten ondergaan. Best schokkend is dat er jaarlijks
gemiddeld 70 doden vallen in verband met werk, dat is dus meer dan 1 per week. Het gaat dus
heel vaak mis op het werk en dan natuurlijk met name de wat gevaarlijkere beroepen in de
bouw, de glazenwassers en de steigerbouwers, maar denk ook aan de vertegenwoordiger of de
advocaat die in loondienst is en naar de rechtbank moet en onderweg naar de rechtbank een
ernstig verkeersongeluk krijgt. Kan je dat dan ook nog op het bordje van de werkgever leggen?
Dat zijn allemaal vragen die zich in de praktijk heel veel voordoen.

Casus: overval supermarkt
Dit is aan een werkelijk voorval ontleent. Een vrouw werkt bij de AH als medewerker en
uiteindelijk wordt haar gevraagd om ’s avonds alleen de winkel af te sluiten. Alle klanten zijn
weg, haar collega’s zijn weg, ze gaat naar de personeelsuitgang, draait de deur op slot, schakelt
het alarm in en dan wil ze naar haar auto lopen. Die achteruitgang komt uit op de openbare weg,
een donkere steeg is het. Dan staat er ineens een man met een bivakmuts, met een mes in zijn
hand en die wil geld. Hij dwingt haar de winkel weer in, de deur gaat van het slot, het alarm
moet ze uitschakelen. De overvaller bedreigt haar en ze raakt in paniek, ze weet niet precies
wat ze moet doen. Ze heeft wel een training gehad, maar dat zag meer op verbale agressie van
klanten. Ze kan niet bij de paniekknop onder de servicebalie, de kassa’s krijgt ze niet open door
de beveiliging die erop zit en de overvaller wordt steeds bozer. Uiteindelijk wordt ze enorm
ernstig bedreigt en geeft ze haar eigen portemonnee maar af en gaat de overvaller er vandoor.
Ze blijft ontredderd achter, belt de politie en uiteindelijk loopt ze hier psychisch zo’n klap van
op dat ze arbeidsongeschikt raakt. Dan stelt ze haar werkgever aansprakelijk.

Dit kan eenieder overkomen, een medewerker van een pompstation, iemand die in de horeca
werkt. Een overval is voorzienbaar, er gaat veel geld om in zo’n supermarkt dus als werkgever
moet je daar wel rekening mee houden, moet je daarvoor wel maatregelen treffen. De
werknemer spreekt dan haar werkgever aan en dan reizen er een aantal vragen die we aan het
einde van dit college zo kunnen inkoppen:

, - Is dit schade ‘in uitoefening van’ werk? De werkgever zegt in deze zaak dat dit niet
schade is in het kader van het werk, want de klanten en de collega’s waren weg, de deur
was al op slot, het alarm was ingeschakeld, alle lampen waren uit en ze stond al buiten.
Ze was niet meer met haar eigenlijke werk als verkoopmedewerker bezig. Kan je dat als
werkgever met succes aanvoeren?
- De werkgever heeft ex art. 7:678 BW een zorgplicht voor de werknemer, hoe ver rijkt
nou die zorgplicht? De werkgever zegt dat de vrouw een training heeft gehad om met
verbale agressie om te gaan, er was een alarmknop onder de servicebalie, de kassa’s
waren beveiligd, etc. Hij zegt dat hij alles heeft gedaan wat hij kon.
- Ook zegt de werkgever dat de werkgeefster zelf ook een aandeel heeft gehad in het feit
dat het uit de hand liep, ze had beter mee moeten werken, ze heeft zelf ook onhandig
geopereerd. Kan je dat als werkgever aanvoeren? Denk ook aan de steigerbouwer die
van de steiger valt, hij lette zelf even niet op: hoe zit het met de eigen schuld van de
werknemer?
- Je ziet soms dat rechters ook wel een verzekeringsplicht (art. 7:611 BW) aannemen voor
de werkgever. Dat houdt in dat als je een werknemer gevaarlijk werk laat doen, je kunt
niet altijd alle ongelukken voorkomen, maar dan moet je zorgen dat je de werknemer
adequaat verzekerd hebt. Dat houdt in dat als het ongeluk gebeurt moet er
verzekeringsdekking zijn dat je dan alsnog de schade vergoed krijgt vanwege de
verzekering die er is. De vraag is dus ook of je de werkgever hier kunt verwijten dat er
geen verzekering is afgesloten, dat hier dekking voor moest zijn?
- Dan heb je ook nog een zorgplicht op grond van art. 7:611 BW
- Heel belangrijk in de praktijk is ook wie wat moet bewijzen. Moet in deze casus de
werknemer aantonen dat de werkgever tekort is geschoten in de zorgplicht? Dat de
werkgever een verwijt valt te maken dat dit zo kon gebeuren? Of is moet de werkgever
aan de bak en moet hij aantonen dat hij al het redelijke heeft gedaan om dit soort
incidenten te voorkomen? Dat kan in de praktijk van cruciaal belang zijn voor wie de
zaak wint en verliest. Als dingen onduidelijk blijven, als bewijs niet te leveren is, als de
werknemer de bewijslast heeft dan trekt hij aan het kortste eind, maar als de werkgever
de bewijslast heeft en die krijgt het niet rond dan trekt hij aan het kortste eind.

Programma vandaag
- Klassieke arbeidsongevallen (art. 7:658 BW): Dit is de val van een ladder, hand in de
machine.
- Beroepsziekten (art. 7:658 BW): Dat is bijvoorbeeld RSI, maar ook de werknemer die
longkanker krijgt omdat hij is blootgesteld aan asbest op het werk. Echter, deze
werknemer had ook als hobby om sigaretten thuis te roken. De discussie was dus ook
of de longkanker komt door het werk of door de handelingen in de privésfeer. Hier zie
je dus weer het probleem met de beroepsziekten. Denk ook coronabesmettingen, er zijn
natuurlijk heel veel zorgmedewerkers ziek geworden door corona en dan zie je ook
dezelfde discussie. Komt de besmetting nou door het werk? In de zorg moest je werken
met mensen die besmet waren met corona, jij komt thuis te zitten met een
coronabesmetting, komt dat vanwege je werk? Of komt dat omdat je ook bij de kapper
bent geweest, naar de supermarkt, naar een feestje, heb je misschien daar de besmetting
opgelopen? Dus ook daar de discussie: is het werk gerelateerd of is het privé?
- Flexibele arbeidskrachten (art. 7:658 lid 4 BW) Denk aan uitzendkrachten of aan een
stagiaire. Stel je voor dat je als student-stagiair op een advocatenkantoor gaat
meedraaien en je valt daar van de trap omdat de leuning afbreekt. Dan ben je niet een
echte werknemer, je hebt niet een echte arbeidsovereenkomst met het kantoor en de
vraag is dan: wat is de positie van die flexibele arbeidskrachten? Heb je dan dezelfde

, bescherming als de eigenlijke echte werknemers die daar in loondienst zijn? Het
antwoord is ja. De wetgever heeft gezegd dat het niet zo kan zijn dat iemand die
‘ingeleend’ is, een stagiair, een vrijwilliger, een uitzendkracht, minder beschermd wordt
dan de echte werknemer die daar rondloopt. Daar wordt een lijn getrokken.
- Verkeersongevallen (art. 7:611 BW, variant I)” De buschauffeur, de pizzakoerier, de
maaltijdbezorger: hier geldt een eigen regime voor.
- Op de grens van werk & privé (art. 7:611 BW, variant II): De bedrijfsuitjes. De
werkgever organiseert een personeelsfeest, dan komt er een rodeostier en uiteindelijk
valt daar iemand van af, komt met haar schouder op het kussen terecht en loopt dan
blijvend letsel op. Hoe zit het met de werkgever, is die ook aansprakelijk voor
ongelukken tijdens bedrijfsuitjes? Je gaat bijvoorbeeld karten of bowlen met elkaar, daar
glijdt je uit en breek je een been.

LET OP: als je op het tentamen een casuspositie krijg, een werknemer die op een of andere
manier letselschade oploopt, dan zou het een vraag kunnen zijn om te analyseren of deze
werknemer kans op succes heeft om deze werkgever aan te spreken. Dan is het wel zaak dat je
ook gaan analyseren waar je in het systeem zit. Is het een klassiek arbeidsongeval? Dan heb je
met art. 7:658 BW te maken. Is het een beroepsziekte? Daar geldt weer iets eigens voor (art.
7:658 BW). Of heb ik met een flexibele arbeidskracht te maken (art. 7:658 lid 4 BW)? Gaat het
om een verkeersongeluk of is het fout gegaan tijdens een personeelsuitje (art. 7:611 BW variant
I en II)? Voor elk deelterrein geldt een eigen regime.

Het huidige systeem
Art. 7:658 BW (inclusief lid 4) is de basis:
- Schuldaansprakelijkheid
- Tekortkoming zorg veiligheid
- ‘In de uitoefening van’ het werk
- Bijzondere regels stelplicht & bewijslast en eigen schuld
- Volledige vergoeding

Art. 7:711 BW (variant I)
- Risicoaansprakelijkheid
- Schending plicht ‘behoorlijke verzekering’ af te sluiten
- ‘In de uitoefening van’ het werk
- Onduidelijkheid stelplicht & bewijslast en eigen schuld
- Vergoeding op niveau ‘behoorlijke verzekering’

Art. 7:711 BW (variant II)
- Schuldaansprakelijkheid
- Tekortkoming zorg veiligheid
- ‘Buiten’ de uitoefening van het werk
- Gewone regels stelplicht & bewijslast en eigen schuld
- Volledige vergoeding

Het is een versnipperd systeem. Er is ook wel een verklaring voor hoe dit zo heeft kunnen
ontstaan. Dat komt omdat wij vandaag de dag werken met een wetsartikel dat eigenlijk stamt
uit begin 1900. De huidige wettekst is eigenlijk niet veranderd ten opzichte van de wettekst in
het jaar 1900. Toen de wetgever in 1900 deze wettelijke bepalingen bedacht, keek de wetgever
natuurlijk waar hij een regeling voor moest treffen. Begin 1900 waren er nog geen auto’s, dus
de maaltijdbezorger was er nog niet en de pizzakoerier ook niet. De flexibele arbeidskrachten,

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur slvandenberg. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80467 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  6x  vendu
  • (1)
  Ajouter