Deel 2
Hoofdstuk 1: grondprincipes van de staatsorde
De rechtstaat
Rechtstaat houdt in dat de staat er in de eerste plaats is om de burger te dienen. Het stelt de
belangen, fundamentele rechten en vrijheden van de burger veilig. De rechtsregels gelden niet alleen
ten aanzien van de burger maar ook ten aanzien van de staat.
Bv. recht van vrije meningsuitng, vrijheid van vereniging, …
! landen die een rechtstaat zijn blijven dit niet wanneer de rechten niet worden nageleefd wordt
het een dictatuur
Bv. nazi’s in Duitsland
MAAR natonale grondweten bleken niet sterk genoeg Europees verdrag ter bescherming v.d.
rechten v.d. mens = internatonaal verdrag (gesloten binnen de raad v.d. E.U.)
De wetstaat
Men stelde vast dat burgerlijke vrijheden enkel gegoede burgers bereiken. De armen kunnen zonder
stemrecht geen gebruik maken van de liberale vrijheden.
Idee: wetstaat moet zwakke burgers beschermen en streven naar meer gelijkheid.
Bv. via wetgevingen de rijkdom verspreiden over iedereen (= herverdelingssysteem)
De overheid neemt een regulerende rol is en vaardigde een dwingende wetgeving uit
Bv. socialezekerheidsrecht, fscale subsidiëring van onderwijs en huisvestng
Bijdragen via belastngen (om natonaal inkomen te herverdelen)
! Een absolute wetstaat zou geen goed doel zijn want dan zou de rechtstaat in verdrukking geraken
door een overvloed aan wetgevingen.
De 3 staatsmachten
MACHT Wetgevende macht Uitvoerende macht Rechterlijke macht
BEVOEGDHEID - Maakt algemene - Zorgt voor het bestuur van - Past de wetgeving toe
regels/ wetgevingen de staat - Beslecht geschillen
beheert staatsapparaat
INSTELLING - Uitgeoefend door - Uitgeoefend door Koning en - Uitgeoefend door diverse
verkozen Parlement de Regering rechtscolleges
en d Koning (hoven en rechtbanken)
Het is belangrijk om die 3 machten te scheiden anders zouden we uitgroeien tot een dictatuur en corrupte.
De 3 staatsmachten beïnvloeden elkaar en controleren elkaar. Ze zijn voldoende afankelijk van elkaar
maar werken toch samen.
Bv. U.M. controleert R.M. want de rechters van de R.M. worden benoemd door U.M.
! de Koning heef een dubbele functe
Democratisch beginsel
Het democratsch beginsel houdt in dat de W.M. ligt bij de gekozenen van het volk.
Deze democratsch verkozen organen hebben volle bevoegdheid, wat wil zeggen dat zij op hun
niveau de volledige macht uitoefenen (tenzij anders bepaald).
Uitzondering op deze regel = Europees parlement (= democratsch defcit) want moet samenwerken
met Raad van Ministers (van 28 lidstaten) (geen volwaardige democrate)
,Hoofdstuk 2: de supranationale rechtsorde
Van EEG naar E.U. (p21-22)
1. 1957: EEG
Idee: samenwerking tussen West-Europese lidstaten enkel op economisch vlak
(Bedoeling: later ook politeke eenheid maar dit gebeurde nooit)
De samenwerking werd wel uitgebreid, waardoor het verdrag aangepast moest worden
2. EG
3. E.U.
De doelstellingen blijven vooral economisch maar zijn nu ruimer gedefnieerd.
De verruimde samenwerking op beleidsdomeinen werd vastgelegd in verdragen
Bv. milieu, …
Bevat 28 lidstaten (V.K. gaat E.U. verlaten) (lidstaten niet kennen)
Uitvoeren van verdrag verloopt moeizaam omdat lidstaten meer en meer bevoegdheden
moeten overdragen aan E.U. (niet gewenst door velen).
De politieke instelling van de E.U.
1. Het Europees parlement
Het Europees Parlement bestaat uit rechtstreek verkozenen (een aantal vertegenwoordigers per land)
! Heef maar beperkte bevoegdheden want het is den dele slechts een adviserend orgaan. Beslissingen
moeten samen met de Raad van ministers gemaakt worden.
Met het Verdrag is het aantal gebieden waarover het parlement medebeslissingsrecht kan uitoefenen,
fors toegenomen. (Bv. op gebied van landbouw migrate en politezaken)
! belangrijke bevoegdheid van E.P.: goedkeuren van begrotngen (bepalen dus het werken van anderen).
2. De Raad van de Europese Unie
De Raad van de Europese unie is het belangrijkste beslissingsorgaan van de E.U.
Bestaat uit de ministers van alle 28 lidstaten (welke minister?: afankelijk van welk dossier er op tafel ligt)
Welke minister precies gaat voor zijn/haar onderdeel wordt beslist met een gekwalificeerde stemming
(elk land krijgt een bepaald aantal stemmen naar gelang inwonersaantal)
Er is ook 1 basisraad en die bestaat uit alle ministers van buitenlandse zaken
Deze hebben een belangrijke functe: raad = het beslissingsorgaan (maar is defcit)
3. Europese raad
De Europese raad is de politeke top van de E.U. die de grote beleidslijnen uitekent
Bestaat uit de staats-en regeringsleiders van de 28 lidstaten samen met de voorziter van de
Europese Commissie (nu: Juncker)
4. Europese Commissie
De Europese Commissie is de spil van de Europese administrate en is een permanent orgaan.
Neemt wetgevende initateven op Europees vlak. De Raad v.d. E.U. bekrachtgt de initateven.
De leden worden aangeduid door de lidstaten, maar zijn volledig onafankelijk van hun land van
oorsprong.
Er zijn 28 commissarissen: voor elke lidstaat 1, elke commissaris heef een andere bevoegdheid.
! Ze verdedigen niet de belangen van hun lidstaat maar verdedigen de Europese belangen
, De Europese Commissie is collegiaal verantwoordelijk tegenover het Parlement.
5. De Hoge Vertegenwoordiger
Nu: Mogherini
Hoge vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid samengevoegd met
Eurocommissaris voor Buitenlandse Betrekkingen.
Behartgd de buitenlandse belangen van de E.U.
Is ook lid van de Europese Commissie
6. Europese wetgeving en normen
Bronnen:
1. Verdragen waarop E.U. gestoeld is
Belangrijk: Verdrag inzake werking van de E.U.
Bv. kartelrecht, mededingingsrecht, posite op de markt niet misbruiken, …
!! de verdragen zijn de top van de wetgeving: andere weten moeten overeenstemmen met
de Europese wetgeving
2. Verordeningen
! Zijn echte Europese weten die gedetailleerd algemene verplichtngen opleggen.
Doelgroep: Heef geen directe bestemmeling, heef gelding in de hele E.U.
3. Richtlijnen
Een richtlijn bevat doelstellingen en laat lidstaten in bepaalde gevallen vrij om een aantal
afwijkingen te voorzien of geef natonale instantes ruimte om de vorm en de inhoud van de
regels te bepalen. De middelen om het doel te bereiken mogen zelf gekozen worden.
Doelgroep: Gericht aan lidstaten
Heef altjd een uitvoeringsdatum! (omzeingstermijn = gem. 2jaar)
Richtlijnen worden gebruikt voor harmonisate van natonale wetgevingen (zodat in alle
lidstaten de wetgeving voor een bepaalde problematek hetzelfde is)
Bv. Merkbescherming
4. Besluiten
Besluiten worden gericht aan bepaalde personen, ondernemingen of instellingen en is
verbindend in al haar onderdelen.
Eigenheid: een individueel probleem wordt opgelost
Doelgroep: kan gericht zijn aan:
Een lidstaat Een partculier
Bv. Land verleent toch staatssteun Bv. Kartelrecht
(ondanks verbod) Toch een verboden prijsafspraak gemaakt
Besluit dus een bedrijf toch te redden Als het bewezen kan worden: verbod +
(veel werknemers e.d.) onder vorm van boete wordt opgelegd door overheid (via
partcipate (overheid ojobi in een besluit)
onderneming) Dit kan wel juridisch aangevochten worden
Terugvordering staatssteun via
besluiten
(= norm die wordt uitgevaardigd en
verplicht is)
5. Aanbeveling
Een aanbeveling heef geen bindende kracht.
Met een aanbeveling wordt een gedragslijn voorgesteld zonder juridische plichten.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Student269315. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.